Samenwerken in de sport

Afgelopen week ben ik begonnen met een cursus ASM – Athletic Skills Model. Hier kwam ik mee in aanraking tijdens mijn opleiding tot judoleraar A en wilde daar graag meer over leren en weten. Na de eerste les kon ik concluderen dat ik nog veel kan leren, maar ook dat ik onbedoeld al jaren ASM toepas op mijn eigen trainingen. Dat doe ik door te kijken en leren van andere sporten, maar ook van veel verschillende leraren, zowel in het judo, maar vooral ook bij de andere sporten. Dat heeft mij een completere sporter gemaakt en daarmee ook een betere judoka. Bovendien heeft dit bijgedragen aan de resultaten die ik sinds 2008 bij de judoveteranen heb behaald. Meer naar kwaliteit kijken en minder naar kwantiteit in je trainingen, maar vooral in de geest van Jigoro Kano, niet beter dan een ander, maar beter dan gisteren.

 

Hoewel ik van nature wat eigenwijs ben, geef ik altijd wel aan dat ik mijn mening graag inruil voor een betere. Dat betekent dus dat ik nieuwe informatie altijd kritisch bekijk en beoordeel, er veel vragen over stel, maar vooral hoe dat van nut kan zijn voor waar ik mee bezig ben, zowel voor mijn judo of mijn werk. Kan het helpen om het nog beter te doen, zowel voor mijzelf, maar vooral ook voor anderen, collega sporters of de collega’s op het werk, maar zeker ook de klanten waarvoor we werken. Door samen te werken wordt het eindresultaat uiteindelijk beter voor iedereen. Nu zul jij denken, maar judo is toch een individuele sport? Dat klopt voor de wedstrijden, waarbij je de mat op gaat voor een man tegen man strijd. Een fysiek, psychologisch en tactisch spel, waarbij degene overwint die geen angst kent en de mat opstapt om te winnen. Ook al verlies je soms, het aangaan van deze uitdaging is al een overwinning die je verder helpt om nog beter te worden. Maar judo doe je niet alleen, want je hebt altijd een partner nodig om te trainen. Samen beter worden, elkaar bijstaan en ondersteunen. Dat is het mooie van judo, je bent namelijk nooit uitgeleerd en dat fascineert mij het meest. In de sport zie je steeds meer ASM-achtige vormen van samenwerken en leren van elkaar om beter te worden in je sport en daarmee je prestaties naar een hoger niveau te brengen.

 

Na ruim 32 jaar te hebben gewerkt bij de optie & effectenbeurs in Amsterdam in diverse senior management rollen, een geweldige tijd die mij veel heeft geleerd en gegeven, ben ik sinds november 2019 gestart bij de Stichting Nederland Sport. Een initiatief vanuit de sport, om sportbonden meer collectief te laten samenwerken en te ontzorgen op het gebied van backoffice taken, via een shared serviceorganisatie. Daar zijn diverse initiatieven voor gestart in het verleden, maar die kwamen vaak niet verder dan koffie/thee, huisvesting, schoonmaak en de kopieermachine. Waar we zien dat samenwerken binnen de sport zelf steeds meer normaal is en de enige manier om beter te worden, zien wij dat in de wijze wij diezelfde sport organiseren slechts beperkt terug. Iedereen schijnt te willen vasthouden aan zijn eigen organisatie en het gevoel van identiteit en zelfstandigheid. Daar gaat veel geld mee verloren die beter kan worden ingezet voor de sport zelf. Dat is overigens niet uniek voor de sport. Binnen de goede doelen wereld zien wij hetzelfde. Toen ik daar als begeleider tijdens een gongceremonie bij de beurs een vraag over stelde kreeg ik namelijk precies hetzelfde antwoord. Zonde zei ik toen, want je zou dus meer kunnen bereiken waarvoor je bent opgericht, het bevorderen van….. vul de activiteit maar in. Binnen de sport verwonder ik me daar ook nu weer over. Samenwerken vraagt namelijk iets anders. Maar wat dan?

Samenwerken vraagt om de wil om samen te werken en de autonomie los te laten. Daarvoor heb je dus commitment van bestuurders en managers nodig die de bereidheid hebben om afscheid te nemen van de ‘eigen’ gewoontes, allemaal in het belang van de sport. Dus niet je persoonlijke relaties gebruiken voor je bestuur of managementfunctie, maar vooral kijken wat nu in het belang is van de sport en loslaten. Het probleem is dus de wil om vooral niet te veranderen – innoveren in een tijd van verandering vraagt moed en doorzettingsvermogen, dat heeft de huidige Corona crisis ons inmiddels wel geleerd. Dergelijke veranderingen dienen te worden ingezet vanuit de top, door je medewerkers actief bij de hand te nemen en ze te laten samenwerken met anders sportbonden. Maar hoe mooi zou het zijn als dit ontstaat vanuit de laag eronder, die vaak het uitvoerende werk verricht en zicht heeft hoe dit samen met mensen van andere organisaties beter vormgegeven kan worden.

Hoewel ik van nature ook niet snel tevreden ben over mijn prestaties, omdat er altijd ruimte is voor verbetering, kijk ik nu na anderhalf jaar wel tevredenheid terug over wat we als team bereikt hebben samen met de aangesloten sportbonden. Het idee was goed en daar geloofde ik tijdens mijn sollicitatie in. Daarnaast basis was gelegd door het bestuur, maar nu was het aan mij, als eerste medewerker om het van idee om te zetten in een concrete organisatie met nieuwe diensten en klanten. Daarin moest ik de nodige scepsis en terughoudendheid dienen te overwinnen van diverse organisaties en personen. Iets dat ik wel vaker in mijn leven heb gedaan, zowel in mijn werk, maar vooral ook in mijn sport. Omdat ik niet altijd kies voor de gemakkelijke weg, die ook vaak nog eens langer was dan voor anderen, maar graag de uitdaging aan ga als ik geloof dat iets haalbaar is, dan ga ik ervoor om te laten zien dat ik het wel kan. Gelukkig hebben wij een aantal supporters die geloven in samenwerken en dat helpt om vooral door te gaan met waar we mee bezig zijn. Sinds kort heb ik een nieuwe collega en maken wij nog meer meters en wordt waar we voor staan steeds duidelijker en krijgt nog meer vorm.

 

Waarom willen bestaande modellen zo graag behouden? Waarom voelen wij ons daar zo happy bij? Wat moet er gebeuren om met zijn allen die omslag te maken? Nou gewoon mensen die het goede voorbeeld geven en de samenwerking durven aangaan en niet het gevoel hebben hun zelfstandigheid en status te verliezen, maar vooral in dit geval de sport vooruit te helpen en daar optimaal in te investeren door onnodige structuren af te breken en te vervangen door samenwerkingsverbanden. Er is nog een lange weg te gaan, maar het is haalbaar ben ik van mening. Het gaat uiteindelijk over voorbereiding, maar daarover meer in mijn volgende blog.