Niet verliezen

bron: http://www.sportknowhowxl.nl

 

door: prof. dr Nico W. Van Yperen

Waar denk je aan bij ‘niet verliezen’? Precies, aan verliezen. En als je als atleet aan één ding NIET wilt denken, dan is het aan verliezen. Immers, de kans op een nederlaag wordt daardoor aanzienlijk groter.

In een interview in Trouw op 29 november 2016 zegt één van ’s werelds beste schaatser aller tijden Sven Kramer hierover:

‘Voor mij is de druk anders dan voor andere schaatsers. Als ik tweede word, is het groter nieuws dan als ik win. Daardoor rijd ik vaak wat te verdedigend. Ik moet juist rijden om te winnen, niet om niet te willen verliezen. Als ik verdedig, doe ik mezelf tekort, want dan rijd ik onder mijn kunnen. Als ik vooruitgang wil maken – en ik wil straks een baanrecord van 6.06 rijden op de vijf kilometer in Thialf – dan lukt dat alleen als ik ga rijden om te winnen.’

Atleten, trainers, en coaches hebben net als Sven Kramer regelmatig de neiging ‘niet verliezen’ als doel te stellen, weliswaar met de goede bedoeling om ‘een podiumplek veilig te stellen’ of ‘minimaal een punt mee naar huis’ te nemen, maar het gevaar is levensgroot dat dat juist daarom niet gaat lukken. Al in 1863 noteerde de Russische schrijver Fyodor Dostoevsky in zijn ‘Winter Notes on Summer Impressions’ dat het proberen om niet aan een ijsbeer te denken als gevolg heeft dat het verdomde beest niet uit je gedachten is weg te slaan. Met dit fenomeen als uitgangspunt introduceerde collega Daniel Wegner van Harvard University in 1987 de ‘Ironic Process Theory’ in de psychologische literatuur.

Lees HIER verder