Nihon Sport

Robbert van der Geest: Met de judosport komt het in Nederland voorlopig niet meer goed

(Ingezonden artikel Robbert van der Geest)

 

Uit de vacature voor Directeur Topsport zoals onlangs geplaatst o.a. op de website van de JBN:

Wij initiëren en realiseren, zodat anderen zich kunnen ontwikkelen en plezier beleven aan de budosport.

De JBN is een Olympische sportbond met de ambitie om structureel medailles te winnen op Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen. De bond is verantwoordelijk voor de talentontwikkeling en topsportprestaties van judoka’s op internationaal niveau.

Als Directeur Topsport geef je leiding aan de topsportorganisatie van JBN en werk je samen met coaches, sporters en stakeholders om structureel internationale topsportresultaten te behalen.

Je bent niet gebonden of gelieerd aan een judoclub of vereniging, om belangenverstrengeling te voorkomen.

Je bent verantwoordelijk voor de topsportstrategie en waarborgt de sporttechnische visie van de JBN. Je zorgt ervoor dat de strategie is afgestemd op de bredere topsportvisie van NOC*NSF en het beleid van de JBN, waarbij de trainingsmethodieken, talentontwikkeling en prestatie-eisen aansluiten bij de nieuwste inzichten en richtlijnen van NOC*NSF.

Je conformeert je aan het recent ontwikkelde organisatieadviesrapport 2025-2032, dat tijdens de individuele gesprekken nader zal worden toegelicht.

Ontwikkelen en uitvoeren van een objectief en transparant selectie- en kwalificatiesysteem, zodat deelname aan het NTC op Papendal geen vereiste is voor nationale en internationale selecties.

Eindverantwoordelijk voor de bedrijfsmatige en financiële aansturing van topsport, inclusief het budgetbeheer en verantwoording richting het bestuur en NOC*NSF.

Minimaal 8 jaar leidinggevende ervaring in een (complexe) topsportorganisatie.  Kennis van en affiniteit met de internationale topsportwereld, bij voorkeur binnen judo.

 

Tot zover.

Voor de volledige tekst verwijs ik u naar de vacature zoals geplaatst op de JBN website.

Wel nu; deze tekst geeft klip en klaar de werkelijke situatie weer van de judosport in Nederland. NOC*NSF bepaalt, de JBN is de grip op de eigen sportactiviteit al sinds jaar en dag volledig kwijt.

Een Olympisch judotoernooi levert maximaal 60 medailles (56 individueel en 4 bij de teamcompetitie) op en met een investering van 1,6 miljoen euro verwacht NOC*NSF tenminste twee of drie medailles te kunnen toevoegen aan het totaal van te winnen Nederlandse medailles. Want daar gaat het allemaal om; de top-tien ambitie van NOC*NSF. Wanneer er in Los Angeles in 2028, zoals in Parijs 2024, opnieuw géén judomedailles worden gewonnen, zal de geldstroom waarschijnlijk stoppen of ten minste sterk worden gekort.

De JBN zit er bij en kijkt er naar. Ze zijn het er blijkbaar mee eens gezien de tekst in de vacature voor een nieuwe directeur topsport. Waar vindt je anders iemand met: minimaal 8 jaar leidinggevende ervaring in een (complexe) topsportorganisatie. Kennis van en affiniteit met de internationale topsportwereld, bij voorkeur binnen judo. En dan daarbij; niet gebonden of gelieerd aan een judoclub of vereniging, om belangenverstrengeling te voorkomen. Hahaha, hilarisch. Lijkt mij een job meer toegeschreven op het lijf van de interim manager topsport Antony Wurth zelf. Echt ridicuul.

Ondertussen worden er ook kandidaten voor een nieuw bestuur geselecteerd die dan, wanneer eenmaal gekozen, te maken krijgen met een nieuwe Technisch directeur Topsport waar zij bij de benoeming geen enkele invloed op hebben gehad. Dit riekt naar een ongehoorde machtsuitoefening van NOC*NSF.

De JBN heeft helaas geen enkele toekomstvisie over hoe de Nederlandse jeugd te interesseren voor judosport. Dit wordt al ruim 80 jaar overgelaten aan de markt en geloof mij er lopen heel wat judoleraren rond in Nederland die dankzij judo miljonair zijn geworden. Maar voor de internationale judosport hebben die, met enkele uitzonderingen daargelaten, helaas niet zoveel betekend. De JBN Komt nauwelijks met een visie over de toekomst van de judosport in Nederland.

De judosport kalft dan ook steeds verder af. Het ontbreekt de JBN aan een visie waarom het doen aan judosport leuk is en hoe zij dit wil faciliteren. De vroegere sportschooltjes die ooit vrijwel allemaal begonnen met judo als belangrijkste activiteit bestaan niet meer. Sportscholen zijn inmiddels multi sport bedrijven waarbinnen judo slechts een klein onderdeeltje is. Het beroep judoleraar staat desondanks garant voor een goede broodwinning, tenminste als je je niet bezig houdt met het opleiden tot goede judoka’s op wedstrijdniveau. Dat kost alleen maar tijd en levert niets op.

De JBN had daar al 30 jaar geleden een debat over moeten voeren en beleid op moeten maken maar is ondertussen helaas afgegleden naar een sportbond met een marginale status. Dat mogen alle bestuurders uit het verleden en de door NOC*NSF geparachuteerde directeuren en bureau medewerkers zich allemaal aantrekken. Voorlopig gaat dit ook niet veranderen.

Iedere bedrijfsdeskundige, en ook dus Anthony Wurth, weet dat om de koers te wijzigen in een vrijwilligersorganisatie als de JBN tenminste tien tot twintig jaar nodig is. De betrokkenheid komt van onderaf en niet van boven. Daar is een samenbindende visie voor nodig en die heeft de JBN niet. De JBN loopt aan de leiband van NOC*NSF en daar zijn ze slechts geïnteresseerd in medailles. De judosport interesseert ze geen fuck.

De nieuwe JBN bestuurders zullen bij hun aantreden daarom worden geconfronteerd met een voldongen feit van een reeds benoemde Directeur Topsport.

Ik zou bedanken voor de eer.

 

Haarlem 13 februari 2025

Robbert van der Geest

HJP S303, Rob Geleijnse algemeen directeur JBN

In de derde podcast van 2023 was de Algemeen Directeur van de JBN op bezoek bij André in Zeeland. Het werd een openhartig kennismakingsgesprek met Rob Geleijnse waarin hij duidelijk aangeeft een stap met de JBN te willen maken voor de toekomst.

Onderwerpen die ter spraken kwamen waren:

  • Wie is Rob?
  • Waarom koos hij voor de JBN?
  • Het waarom van het JBN lidmaatschap en de toekomst
  • Breedtesport
  • IMAF Kodokan Judo
  • MJOP
  • De nieuwe organisatiestructuur met een gekozen ledenraad
  • Communicatie met leden
  • etc

Over een jaar zitten André en Rob weer om het één en ander opnieuw te bespreken.

 

KRIJG 10% KORTING OP WWW.NIHONSPORT.NL MET DE CODE NIHONSPORTBLOG10

Willem Visser: “Jbuiglnjhuoguihjlhojhjlihljjiohoiohuogivuibogouhiohohioiohpijpipijopjpjilpojpijipjjopjoplhhojhojhlihipjipjpjpijpijiohjonpijpijiljo”

Jbuiglnjhuoguihjlhojhjlihljjiohoiohuogivuibogouhiohohioiohpijpipijopjpjilpojpijipjjopjoplhhojhojhlihipjipjpjpijpijiohjonpijpijiljo

 

Ja, u ziet het goed, dit is de titel van dit artikel; er zijn namelijk geen woorden die kunnen omschrijven wat er zich momenteel in de Judo Bond Nederland afspeelt.

Toch zal ik hier de politieke chaos analyseren.

Het bestuur is direct of indirect ‘weggestuurd’ door de bondsraadsleden, twee bestuursleden bleven achter om ‘om op de failliete winkel te passen’. Ondertussen kropen de bondsraadsleden weer in hun modderige onwelriekende loopgraven om elkaar en belanghebbenden, onder andere NOC*NSF, te beschieten met mondelinge of schriftelijke teksten.

De aanleiding was dit keer het mogelijk wijzigen van een deel van de uitvoering van het topsportbeleid en het niet invoeren van een verplichte VOG voor officials van de JBN.

Uit eerdere artikelen die ik schreef, moge blijken dat ik voor een JBN ben met eigen kracht, eigen identiteit en vol van dynamiek, innovatie en creativiteit. De twee eerst genoemde onderdelen, eigen kracht en eigen identiteit, houden in dat niet het NOC*NSF bepaalt wat en hoe het beleid en de uitvoering daarvan moet zijn; de JBN, en met name het bestuur, bepaalt dat zelf.

Daarvoor kunnen we teruggaan naar het ontstaan van de georganiseerde sport. Voor Judo ging dat zoals bij vrijwel andere sporten. Judoka verenigen zich in verenigingen, verenigingen vormen regio’s en vanuit de regio’s ontstaan judobonden, die later tot één bond worden gesmeed. (Zie mijn volgend artikel over de geschiedenis van het Nederlandse Judo.)

Tal van sportbonden zijn op min of meer dezelfde manier ontstaan en alle sportbonden hadden en hebben tot doel om ‘dienstbaar’ te zijn aan de sportbeoefenaren.

Op deze manier ontstond ook het NSF en het NSF had als  doel om ‘dienstbaar’ te zijn aan de verschillende sportbonden. Het NOC was in eerste instantie bedoeld om ‘dienstbaar’ te zijn aan sportbonden die deel wilde nemen aan de Olympische Spelen.

Later zijn NOC en NSF samengevoegd, naar ik aanneem, om ‘dienstbaar’ te zijn aan de sportbonden.

In dit artikel is de ontstaansgeschiedenis van sportbonden uiterst summier omschreven om te benadrukken, dat bonden en ‘bondsofficials’ er uitsluitend zijn om dienstbaar te zijn aan de sportbeoefenaren! (Dus Maurits Hendriks moet dienstbaar zijn aan Joeri van Gelder……. en het komt helaas veel vaker voor dat ‘bondsofficials’ de dienstbaarheid aan de sporters vergeten, veronachtzamen of zelfs bewust vernietigen, voornamelijk om hun ego te laten ‘schitteren’.)

Toch zijn er bij het NOC*NSF officials de van een dusdanig hoog niveau zijn dat zij het zich kunnen veroorloven om, met ondersteuning van een grote deskundige, een brief te schrijven naar de bondsraadsleden; een brief die bol staat van kritiek op de structuur van de JBN (op basis van het bestuursrecht) en de daaruit voortvloeiende controle en uitvoering van het beleid. De bondsraadsleden ‘dichten’ zichzelf taken en verantwoordelijkheden toe, ingegeven door macht. Helaas is dit niet te verwoorden in ‘dichterlijke taal’, echter uitsluitend in:

Jbuiglnjhuoguihjlhojhjlihljjiohoiohuogivuibogouhiohohioiohpijpipijopjpjilpojpijipjjopjoplhhojhojhlihipjipjpjpijpijiohjonpijpijiljo

 

Al in de tijd van Frans Hoogendijk, de beste voorzitter die de JBN ooit heeft gehad 1988-1996, beschoten de bondsraadsleden uit hun modderige en niet welriekende loopgraven het bestuur en vooral Frans Hoogendijk. Na bijna acht jaar beschoten te zijn heeft Frans Hoogendijk in april 1996 ‘het loodje gelegd’ en het Nederlandse Judo Team moest in bestuurlijke chaos gaan deelnemen aan de Olympische Spelen. Dit mag nooit meer voorkomen, simpelweg omdat dit de ‘dienstbaarheid’ aan de judoka absoluut en bepaald niet ten goede komt; ik ben ervan overtuigd dat die chaos tenminste één judo-medaille heeft gekost!

Vóór de periode van het bestuur onder leiding van Frans Hoogendijk en de gehele periode ná Frans Hoogendijk botvieren de bondsraadsleden hun satanische genoegens en uiten dat door ieder bestuur vanuit hun loopgraven te beschieten. (Onlangs las ik  in het boek van Rutger Bregman, dat in de Eerste Wereld Oorlog, 1914- 1918, de schutters van de verschillende partijen in de loopgraven, de loopgraven uitkwamen om gezamenlijk Kerstmis te vieren; zelfs daartoe zijn de bondsraadsleden niet in staat.)

De brief van de hoogste officials van het NOC*NSF, niet zijnde Maurits Hendriks, werd door de gezamenlijke bondsraadsleden uit Noord Nederland, Noord Holland en Zuid Holland in een Open Brief beantwoord op een hooghartige manier, die zelfs mij (als zeer hooghartig bekend staand) veel te ver gaat……

In de brief schrijven de genoemde bondsraadsleden dat zij vrijwilligers zijn in een (let op) niet professionele organisatie, de JBN. Bewust of onbewust heeft men hierdoor zichzelf en de JBN als organisatie compleet gediskwalificeerd (kennelijk zijn bondsraadsleden in ‘het bevredigen en strelen’ van hun ego’s het verschil tussen bewust en onbewust, in opgewonden staat, geheel uit het oog verloren).

Vrijwilligers in de JBN, die een functie binnen de JBN bekleden, zijn verplicht om zich professioneel te gedragen. Professioneel betekent als eerste: deskundig, integer, bereid en in staat om samen te werken! 

Welnu, als het gaat om deze definitie van professionaliteit (deskundig, integer, bereid en in staat om samen te werken) komen de bondsraadsleden heel veel te kort.

Daarnaast is het in deze tijd voor vrijwilligers met een niet professionele instelling niet mogelijk om een middelgrote sportbond te leiden. En….in deze tijd moet een sportbond professioneel geleid worden, welke definitie van professioneel ook wordt gebruikt!

Ook mag en kan een structuur, waarin onder andere het omschrijven en scheiden van taken en verantwoordelijkheden die niet overeenstemt met het bestuursrecht niet gehandhaafd blijven, hoe graag de ‘loopgraven-bewoners’ dat ook zouden willen.

Sinds jaar en dag scheppen de bondsraadsleden er genoegen in om het bestuur te bestoken, totdat men ‘het loodje legt’ en dat moet afgelopen zijn!

En bondsraadsleden, u bent volledig verantwoordelijk voor de onbestuurbaarheid van de JBN; en als het dan even een moment bestuurbaar is, dan betrekt u uw stellingen weer om met uw anti-professionele attitude en zonder competenties het bestuur af te schieten.

U bent niet deskundig, niet integer en niet bereid en in staat om samen te werken.

Dus opstappen, allemaal!

En dat is dan meteen de eerste stap op weg naar een nieuwe JBN.

De tweede stap is: het veilig stellen van een perfecte voorbereiding voor de Olympische Spelen van de topjudoka, waaronder wellicht een Olympisch kampioen en wellicht zelfs twee Olympische kampioenen! Hiertoe moeten Maarten Arens, Michael Bazynski en Benito May ongestoord door kunnen werken om hun doelstellingen te kunnen verwezenlijken! Het NOC*NSF heeft in een brief hiertoe al een garantie afgegeven.

Om de voortgang en uitvoering van een topsportbeleid te realiseren zullen er nieuwe nationale coaches voor junioren aangesteld moeten worden. De te selecteren coaches moeten voldoen aan één of aan beide criteria:

  1. Judocoach met zeer goede sportopleiding, die zijn sporen in topjudo al heeft verdiend;

opleiding en coaching van Nederlandse kampioenen judo, alsmede aansprekende internationale successen van judoka die door haar of hem zijn opgeleid.

  1. Ex topjudoka, Europees niveau, met een zeer goede sportopleiding.

De opleiding van jonge judoka moet weer gaan plaatsvinden in de clubs.

Op de derde plaats moet er snel een nieuwe structuur worden ontwikkeld en ingevoerd. (Zie een vorig artikel, waarin omschreven is wat die structuur zou kunnen zijn.)

Op de vierde plaats moeten er nu nieuwe bekwame judoka worden gevraagd om het bestuur te vormen:

Jessica Gal voorzitter, Emile Pruim financiën, Theo Meijer topsport, Edgar Kruyning opleiding en breedtesport, Dennis van der Geest pr en communicatie.

Het bestuur kan Mark Huizinga vragen om technisch directeur te worden en Anthony Wurth kan gevraagd worden om de functie van algemeen directeur te gaan vervullen.

 

Persoonlijk, weet ik zeker, dat dit team met Jessica Gal als voorzitter de Judo Bond Nederland optimaal zal voortstuwen (eigen kracht, eigen identiteit, dynamisch, innovatief en creatief).

En ja, er moeten een voorzitter en bestuursleden worden gevraagd, omdat de JBN de beste mensen nodig heeft; de beste mensen krijgt men niet door sollicitatieprocedures!

Het mag nooit meer zo zijn, dat bondsraadsleden een nieuwe voorzitter werven om deze vervolgens onder controle te houden en te pas en te onpas vanuit de loopgraven te beschieten.

Maar……de eerste stap is cruciaal:

Bondsraadsleden opstappen, allemaal, want u bent volledig verantwoordelijk voor de onbestuurbaarheid van de JBN!

 

Na vier jaar onder het voorzitterschap van Jessica Gal kan er eventueel een nieuw bestuur gekozen worden op basis van het voorstel zoals ik in een eerder artikel heb beschreven; in dat artikel is al beschreven dat het bestuur het beleid maakt en uitvoert en dat een kleine bondsraad controleert. Het is echter te hopen, dat Jessica met haar team na vier jaar nog één volgende periode doorgaat. (Zoals gebruikelijk zou moeten zijn, kan een bestuur niet meer als twee perioden aanblijven.)

 

Maar helaas gaat het aanstaande zaterdag niet over Judo en over judoka; aanstaande zaterdag zullen ‘de reglementen-neukers’ hun bevrediging zoeken…….

 

 

 

Dit was mijn laatste artikel over de JBN als bestuursorganisatie; er zal na dit artikel geen draagvlak en belangstelling meer zijn voor mijn satirische beschouwingen.

 

Satire is als een boeket wilde bloemen en in de loopgraven van de Hel groeien en bloeien zelfs geen wilde bloemen.

 

 

200908

 

Willem Visser

8e dan Judo IJF

Blog Willem Visser: “Ouwe zakken” (de knuppel in het hoenderhok)

Op 19 juni 2020 stuurde het bondsbestuur een brief naar de bondsraad. In die brief werd, onder het hoofdstuk “ Structureel probleem” onder andere gesteld dat er een moeizame relatie is. “De moeizame relatie is niet van de laatste twee jaar, maar bestaat helaas al gedurende bijna negen jaar.” “Het gevolg van deze structureel moeizame relatie is, dat het bestuur belemmerd wordt in het uitvoeren van beleid….”.

Het voert te ver om de gehele brief hier te citeren en te analyseren; in het kort komt het er op neer dat er een onwerkbare situatie is ontstaan met de bekende gevolgen. Ook de mogelijke oorzaken en de oplossingen worden in de brief genoemd.

(Naar ik aanneem is de brief openbaar dus op te vragen bij de JBN.)

Nog een citaat van het bestuur: “Tot hier en nu verder!”

Ondertussen is een gedeelte van het bondsbestuur opgestapt, negen bondsraadsleden willen een vergadering bijeenroepen en de voorzitter en oud voorzitter van de reglementen commissie hebben daarop, met de reglementen in de hand, negatief gereageerd. (Vroeger had ik het nooit zo op scheidsrechters die gedurende de wedstrijd het reglementenboekje op zak hadden……veel coaches zullen dit gevoel wel kennen?) Dus als er nagedacht moet worden over ‘tot hier en nu verder’ beginnen de bondsraadsleden hun achterhoede gevechten, zoals ze ook vóór de bondsraadvergadering van 11 juli 2020 de messen slepen, de vizieren sloten en de loopgraven betrokken om vandaar het bondsbestuur te beschieten.

En nu moet ik toch snel duidelijk maken dat ik niet vóór dit bestuur ben en niet tegen hun aftreden. Immers, als er al negen jaar een moeizame relatie is met de bondsraad dan zegt dat veel over de bondsraad en ook veel over het bestuur. Als iets dergelijks langer dan één jaar duurt dan faal je als bestuur en treed je af. Ook een extern bureau Anderson Elffers Felix (vermoedelijk ingehuurd door het NOC*NSF) lost dan niets op.

Ook de bondsraad lost niets op, zeker als men nu al ziet dat ‘messen worden geslepen, vizieren worden gesloten en loopgraven worden betrokken’. En….de geschiedenis van de bondsraad leert dat dit al sinds jaar en dag zo gaat.

 

De oplossingen

In het belang van de judoka en de Judo Bond Nederland is een snelle en duurzame oplossing noodzakelijk.

In een vorig artikel noemde ik vijf componenten die als basis moet dienen voor de structuur die ingevoerd moeten worden binnen Judo Nederland, voor beiden judoka en organisaties:

– eigen kracht

– eigen identiteit

– dynamiek

– innovatie

– creativiteit

 

Ook heb ik de manier waarop men in een structuur dient te werken omschreven.

De structuur, het ideaalbeeld, kan bestaan uit twee onderdelen:

Een structuur met processen, die de continuïteit en kwaliteit van judo bewaakt en perfectioneert.

En een structuur met een grote mate van vrijheid voor professionals om dwars door de organisatie heen samen te werken, kennis te delen en nieuwe ideeën uit te werken; dynamiek, innovatie, creativiteit. (Onder professional versta ik: deskundig, integer en bereid en in staat om samen te werken.) Iedereen die met een proces/project bezig is, moet weten dat zij/hij daaraan op dat moment ondergeschikt is en dus wordt geleid, begeleid en bijgestuurd.

Het andere deel van de structuur is gericht op het ontwikkelen van de organisatie en de daarmee gepaard gaande ontwikkeling van mensen. Hierin krijgen professionals de vrije hand om met elkaar samen te werken.

 

Opties

Op dit moment wil de club van negen en ook de reglementen commissie vasthouden aan het oude. De club van negen wil een interim voorzitter benoemen, een interim bestuurder voor topsport en een interim penningmeester.

De ‘reglementen-politie’ wil slechts een penningmeester benoemen, omdat een bestuur van minimaal drie koppen is voorgeschreven in de reglementen.

Als we de twee bovenstaande mogelijkheden leggen tegen de meetlat gevormd uit de vijf genoemde componenten en de manier waarop men binnen de structuur kan werken dan is gemakkelijk vast te stellen dat deze beoordelingstoets niet kan worden doorstaan. Deze optie kan dus worden geschrapt.

(De club van negen is inmiddels een club van 18 geworden en zij willen de terugkeer van oudgedienden. Het is nooit goed om terug te keren op dezelfde functie in dezelfde organisatie; het is niet goed voor hen die terugkeren en het is niet goed voor de organisatie!)

 

Dus op zoek naar een tweede mogelijkheid.

De historie van de JBN op bestuurlijk gebied zorgt bepaald niet voor een goede uitstraling en grote populariteit. De kans is dus groot dat er zich potentiële bestuurders melden zonder de noodzakelijke competenties. Dat kan voorkomen worden door mensen met grote kwaliteiten en zonder egocentrische doelstellingen ‘te vragen’ om bestuurslid te worden.

Wie?????

– Jessica Gal of Anthony Wurth voor het voorzitterschap;

– Theo Meyer voor de portefeuille topsport;

– Emiel Pruim voor de portefeuille financiën;

– Edward Kruyning voor de portefeuille breedtesport, opleidingen en onderzoek;

– Dennis van der Geest voor de portefeuille public relations & communicatie.

 

Secretariaat en wedstrijdzaken kunnen worden ondergebracht bij het bondsbureau.

En dan de derde optie, die volledig afrekent met oude structuren.

Alles moet weg: het bestuur heeft geen leiding gegeven en de bondsraad heeft teveel macht. De huidige structuur is zeer ouderwets en ook daardoor is de JBN onbestuurbaar.

Terugkijken kost nu teveel tijd, dus vooruit kijken:

  1. Het overgebleven bestuur en de bondsraad worden op non actief gezet;
  2. In een interim-periode, maximaal drie maanden, worden onder leiding van een

ervaren reorganisatie-deskundige met volmacht, de lopende zaken afgehandeld (in

samenwerking met de directeur van de JBN) en een nieuwe structuur wordt

ingevoerd;

  1. Er wordt een bondsraad gevormd bestaande uit de districtsvoorzitters en uit ieder

district nog een persoon, judoka liefst met financiële competenties. Dus een bondsraad

van 14 personen;

  1. Bestuur-teams kunnen zich melden om verkozen te worden:

– een bestuur-team bestaat uit voorzitter, secretaris, penningmeester,

portefeuillehouder breedtesport en opleiding, portefeuillehouder topsport.

– de voorzitter van een bestuur-team levert een beleidsplan voor vier jaar

(Olympische cyclus);

  1. De bondsraad kiest een bestuur-team;
  2. Tweemaal per jaar wordt de uitvoering van het beleid op details door bestuur en

bondsraad geëvalueerd, gecontroleerd en eventueel bijgesteld;

  1. De districten conformeren zich, onder leiding van de districtsvoorzitter, aan het beleid van

het bestuur van de JBN;

  1. Een Raad van Toezicht wordt ingesteld, die één of tweemaal per jaar vergaderd en

toezicht houdt op het functioneren van bestuur en bondsraad.

(Graag wil ik het team dat ik eerder met namen noemde stimuleren om een team te vormen, een beleidsplan te schrijven en om deel te nemen aan de bestuur-team verkiezing!)

 

Uiteraard moet de laatste optie verder worden uitgewerkt en dat is aan de leider van de reorganisatie en de directeur van de JBN.

 

De titel van dit artikel is provocerend; troost u met de gedachte dat ik zelf ook tot de “ouwe zakken” behoor!

Wat door mij is bedoeld is het onderstaande:

– Geen oude wijn in nieuwe zakken;

– Geen nieuwe wijn in oude zakken;

maar

NIEUWE WIJN IN NIEUWE ZAKKEN

 

 

Willem Visser

8e dan Judo IJF

Blog Willem Visser: Leven en bewegen

Leven en bewegen

 


Wederom is de bondsraad van de JBN er niet in geslaagd om een nieuwe voorzitter te werven en aan te stellen. De interim voorzitter gaat dus gewoon weer door en wel op de oude weg, dus weer negatief in het nieuws.
Deze slechte (reputatie)toestand van de JBN blijft voortduren zolang als er geen uiterst deskundig bestuur komt.
Het NOC heeft bekend gemaakt dat de JBN nog steeds heel veel geld krijgt, ondanks de slechte resultaten in Rio. Er wordt in de media bij vermeld, dat men ook veel geld geeft, omdat de JBN gevolg heeft gegeven aan het bevel van het NOC om op Papendal te gaan trainen.
Het NOC heeft de JBN gekocht en het bestuur (Jos Hell) heeft de JBN verkocht en topjudoka dreigen daar nu de dupe van te worden!
Dat kon gebeuren, omdat de JBN nagenoeg failliet was en daardoor volledig afhankelijk van financiële steun van NOC. (NOC, een mogelijkheid voor oud hockeyers om een bestuurlijke carrière te maken.)

 

Het NOC is ook al reeds betrokken bij het hervormen van en inhoud geven aan de JBN opleidingen, terwijl er veel deskundigen binnen de JBN zijn!
De afhankelijkheid van het NOC is veroorzaakt door het bestuur, die de JBN aan de rand van de afgrond bracht en wel op allerlei gebied: technische nivellering, onderdrukking van clubs en judoka, financieel wanbeleid enzovoorts en het NOC grijpt de kans om de lakens uit te delen.
Een deskundig en onafhankelijk bestuur is dus, zo spoedig mogelijk, zeer gewenst en noodzakelijk; het werven van een goede voorzitter is de hoogste prioriteit!
Maar alsjeblieft geen man met een ‘lege pijp’, geen man die alleen maar ‘de boel bij elkaar wil houden’ (verbindend), geen man die via de positie van bondsvoorzitter ‘politieke carrière wil maken’ en geen man ‘met het vuur van een opgebrande, geknakte, lucifer’.
De nieuwe voorzitter moet een vrouwelijke of mannelijke judoka zijn, die met virtù en vlammend enthousiasme de JBN weer naar de wereldtop brengt.
En…het is heel aanvaardbaar en normaal, dat geschikte kandidaten voor het voorzitterschap worden gevraagd i.p.v. het werven via een sollicitatieprocedure. De laatste sollicitatieprocedure leverde één sollicitant op, waaruit ook blijkt dat de bondsraad van de JBN zich niet al te hooghartig kan opstellen.
De bondsraad kan een commissie aanstellen, die geschikte kandidaten gaat vragen of men interesse heeft om voorzitter van de JBN te worden. In die commissie kan de huidige voorzitter a.i. natuurlijk geen plaats hebben, ook al omdat de vorige voorzitter, door hem aangedragen, al na twee jaar en zonder afscheid is vertrokken. Die commissie kan en mag ook niet door het NOC worden gevormd, want de kans dat er een hockeyer aan het roer komt is dan veel te groot!

 

 


(Mevrouw Connie Eli moest vertrekken als algemeen directeur van de JBN. Dit keer werd, haast sneller dan het licht, een nieuwe directeur aangesteld.
Er schijnt een kudde rondtrekkende sportbonddirecteuren te zijn, die onder supervisie van opperherder Maurits Hendriks, steeds van plek verwisselen. Van Ommeren, voorheen zwembond, Kaufman, voorheen atletiekbond, Fledderus, voorheen NOC en nu al weer weg bij de schaatsbond(!), en nu dan Stammes, voorheen wielrenbond, schaatsbond en wandelbond.
Waarom toch geen judoka met ambitie en goede competenties? Waarom geen kans gegeven aan Benny van den Broek?
Neen, er moest iemand uit dat rondtrekkende circus van sportbonddirecteuren komen, iemand uit die kudde van Maurits Hendriks, die overigens zelf niet schuwt om een zwart schaap zijn Olympische droom te ontnemen, die Olympische topsporters hun, nu in deze tijd zeer noodzakelijke, internationale verbroederingsfeest niet gunt en die nu direct of indirect judoka de kans ontneemt om zich verder te ontwikkelen !
Overigens krijg ik het Spaans benauwd als ik de introductie van de nieuwe bondsbureau directeur lees: “ De judobond is een sterk merk met onderscheidende merkwaarden….” en “het tot stand brengen van verandering in complexe, politieke, omgevingen….” en “ Het enthousiasme en de gedrevenheid om het beste uit mensen te willen halen, werkt heel verbindend”)
Dat nieuwe bestuur, onder leiding van een judoka als inspirerende voorzitter, zal het (weer) verkrijgen van onafhankelijkheid als eerste doelstelling moeten hebben.
Natuurlijk was vroeger niet alles beter. Er is echter een tijd geweest dat de Judo Bond Nederland:
– sponsors had;
– geen geldgebrek had;
– ongeveer 60.000 leden had, een garantie voor financiële onafhankelijkheid;
– een klein en hardwerkend bondsbureau had;
– door het bestuur zakelijk en functioneel werd geleid (zonder gezwets uit www. managementboek.nl );
– een goede samenwerking had met het NOC, zonder ondergeschikt of afhankelijk te zijn;
– de clubs en ook de relatie met de judoka respecteerde;
– geen geld verloren liet gaan aan het financieren van meereizende clubcoaches en bestuursleden;
– zeer drukbezochte applicatiecursussen voor leraren organiseerde;
– het CHD zag en respecteerde als een onafhankelijk instituut binnen de JBN;
– door toedoen van het bestuur de technische ontwikkeling stimuleerde en faciliteerde, zonder inhoudelijk invloed uit te oefenen.
(Ja, dat was de periode Frans Hoogendijk, Jantine Stokkink, Rolf Gijssen, Gert Meyer en Toon Harks.)

 

Het nieuwe bestuur kan uit bovenstaande opsomming duidelijke doelstellingen formuleren, in plaats van bijvoorbeeld “het tot stand brengen van verandering in complexe, politieke, omgevingen….”
De JBN moet er gewoon zijn voor judoka en daarbij horen geen teksten zoals hierboven!
En om dan toch maar in managementtermen te spreken:
– de omzet, het ledenaantal, moet omhoog;
– de winst, wedstrijdresultaat en technische ontwikkeling in de meest brede zin, moet sterk toenemen.
De Judo Bond Nederland moet een levende organisatie zijn, gekenmerkt door de beleving van mensen, die van judo houden en zich in willen zetten voor de JBN; judoka dus!
Kenmerk van leven is bewegen; de tijd van 13 jaar stilstaan op bestuurlijk gebied moet voorbij zijn.
Bewegen betekent ook, dat een bestuur in staat en bereid moet zijn om zich aan te passen aan en in te spelen op voortdurende veranderingen; persoonlijk, als team en in het grote geheel. Dat betekent natuurlijk in de spiegel kijken, maar vooral ook uit het raam kijken!
Het bestuur moet dus voeling en binding houden met de wereld om zich heen, extern en vooral intern.
Er is intern binnen de JBN heel veel kennis en ervaring en die kennis kan, indien nodig, worden samengebracht met externe kennis en ervaring.
Echter, in eerste instantie zal de JBN het vermogen om in eigen omgeving de kansen te benutten sterk moeten verbeteren! Dat betekent dat de leiders van de JBN hun potentieel, individueel en als team, moeten aanwenden, ook om nieuwe gedragspatronen en nieuwe vaardigheden te ontdekken en… te implementeren.
Het mobiliseren van zoveel mogelijk kennis en ervaring is een belangrijk onderdeel op de weg naar succes en voor die weg moet ruimte worden gecreëerd; ruimte is essentieel om te kunnen bewegen, om te kunnen presteren!
Het blokkeren (voor het blok zetten) en ruimte ontnemen van judoka en persoonlijke coaches, het niet openstaan en zelfs negeren van andere meningen en afhankelijkheid van externe factoren (NOC) kunnen bepaald niet worden gedefinieerd als het creëren en geven van ruimte.
Direct communiceren, in plaats van in het geheel niet communiceren, passief en gelaten afwachten en je als bestuur verschansen achter zelf getrokken grenzen, zal een belangrijk aandachtspunt kunnen zijn voor het nieuwe bestuur onder leiding van een nieuwe voorzitter!

 

Herhaling:
De nieuwe voorzitter moet een vrouwelijke of mannelijke judoka zijn, die met virtù en vlammend enthousiasme de JBN weer naar de wereldtop brengt.

 

Bondsraad: zet aan tot ongekend bewegen; werf spoedig een judoka als voorzitter en werk aan snel herstel!
(En bondsraad, als u toch het herstel gaat bevorderen, verander dan in de toekomst de hele verkiezingsstructuur.
Er moeten kandidaten voor het voorzitterschap komen, die meteen een heel bestuur, inclusief beleid voor de komende vier jaar, meebrengen. De bondsraad kiest dus een geheel bestuur, een team, met het door hen ontwikkelde beleid. Dat bestuur zal dan één of twee keer per jaar verantwoording moeten afleggen aan de bondsraad; er kunnen dan ook eventueel bijstellingen van of aanvullingen op het beleid plaatsvinden.)

 

En toch, …
toch hoop ik dat het judo in Nederland in 2017 weer tot grote bloei komt.

 

Januari 2017
Willem Visser

We gebruiken onder andere analytische cookies om ons websiteverkeer geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Meer informatie over de verwerkte gegevens kunt u lezen in onze privacystatement.

[X] Ik ga akkoord met bovengenoemde privacy verklaring