Nihon Sport

Willem Visser: 211031 Evaluatie NTC “Vanaf de zijlijn”

Na de Olympische Spelen in Tokio schreef ik een artikel met de titel 2032.

In dat artikel heb ik me vanaf de zijlijn onthouden van kritiek en het artikel 2032 gaat over de toekomst.

Korte tijd later ontvingen de judoka van de nationale selectie van de JBN een bericht met als afzender JBN. Men mag toch verwachten dat er een naam vernoemd zou worden als afzender, bijvoorbeeld de naam van de technisch directeur of van een andere leidende persoon uit de topsportsector; het was niet het geval!

Hieronder twee citaten uit het bericht van de onpersoonlijke JBN:

 

Achtergrond

We bouwen aan een succesvol NTC waar topsporters zichzelf continu verbeteren met als resultaat het behalen van gouden medailles. Aan het eind van 2020 is er een eerste evaluatieronde van de eerste periode van het NTC programma geweest. In aanloop naar en na afloop van de Olympische Spelen is de evaluatie voortgezet en afgerond, waarna een besluit is genomen over de structuur 2021-2024.

Evaluatie

De Olympische Spelen zijn reeds geëvalueerd met de Olympische coaches. De conclusie is duidelijk: er is ondermaats gepresteerd op de afgelopen Spelen. Er zijn meerdere zaken die hieraan ten grondslag liggen. Dit verschilt soms per individu, maar generiek kwamen de volgende zaken boven als oorzaken:

  • Mentale vaardigheden en de coaching in deze vaardigheden;
  • Onvoldoende samenwerking tussen coaches om zichzelf en sporters beter te maken;
  • Sporters worden vaak in hun comfortzone gelaten.

 

Achtergrond

Op basis van de evaluatie is er een besluit genomen over de structuur 2021-2024. En verderop staat een structuurschema, dat is ‘genomen’ uit een boek over cultuurverandering. Dat schema zal ik maar niet in dit artikel kopiëren.

Nu al acht maanden bakkeleien leiders van politieke partijen in Den Haag over structuren en cultuur, terwijl er zeer grote problemen zijn die vrijwel direct om oplossingen vragen! Structuren en cultuur zijn kennelijk belangrijker dan oplossingen en mogelijkheden voor mensen.

Structuren zijn hulpmiddelen en als men integer werkt aan hetzelfde doel, dan ontstaat er een cultuur; in het geval van Judo een cultuur gebaseerd op een eigen identiteit, op eigen kracht, met grote dynamiek, innovatie en creativiteit.

In het schrijven van de ‘onpersoonlijke’ JBN aan de judoka van de nationale selectie is de structuur HOOFDZAAK en geen hulpmiddel. De structuur overschaduwt echter de essentie, waardoor de essentie in de knel komt en mogelijk sterft.

De NOODZAAK om adequaat en snel te handelen wordt ook door het bestuur van de JBN niet ingezien.

 

Evaluatie

Er komen drie oorzaken ‘boven water’ waardoor “ondermaats is gepresteerd op de afgelopen Olympische Spelen”.  (De drie oorzaken worden “generiek” genoemd.)

De drie oorzaken zijn direct gekoppeld aan coaching; ook het laatst genoemde heeft betrekking op coaching.

Alvorens in te gaan op deze drie ‘generieke oorzaken’ mijn opvatting over selectiecriteria waaraan nationale coaches moeten voldoen:

 

  1. Judocoach met zeer goede sportopleiding, die zijn sporen in topjudo al heeft verdiend;

opleiding en coaching van Nederlandse kampioenen judo, alsmede aansprekende internationale successen van judoka, die door haar of hem zijn opgeleid.

  1. Ex topjudoka, Europees niveau, met een goede sportopleiding en ervaring in coaching.

 

De huidige nationale coaches kunnen dus langs deze selectiecriteria lat gelegd worden en dan kan de gevolgtrekking kan worden gemaakt, dat Maarten Arens, Michael Bazynski en Benito May ruimschoots aan deze criteria voldoen en dus door moeten kunnen werken om de doelstellingen te kunnen verwezenlijken.

Ook de directeur topsport moet een specialist in Judo zijn en het beste is dat ook hij/zij voldoet aan de twee gestelde criteria. Theo Meijer is een zeer goede technisch directeur!

Een nationale selectie is geen opleidingsinstituut voor coaches en de structuur moet dus niet worden misbruikt als selectie-instrument voor coaches. Dat houdt in dat een aantal coaches niet op dit niveau kunnen werken!

(Wat is toch de reden dat er nationale coaches zijn, die niet aan de bovenstaande criteria voldoen en zeker niet aan de hieronder genoemde competenties?)

Na die selectiecriteria kan men de competenties van een coach benoemen en voor het gemak van de ‘onpersoonlijke JBN’ zal ik dat meteen doen, waarbij ik met klem wil stellen, dat deskundige aanvullingen natuurlijk gedaan kunnen worden.

Competenties van een topcoach

  • Originele ideeën en zeer gedreven om deze ideeën uit te voeren en gericht op het bereiken van het doel;
  • Snel vaste patronen ontdekken in gebeurtenissen en het ontwikkelen van perspectieven voor de lange termijn;
  • Eenmaal aangesteld de taak organiseren en uitvoeren;
  • Sceptisch en onafhankelijk;
  • Eerlijk en betrouwbaar;
  • Hoge normen voor competenties en uitvoering van anderen en vooral van zichzelf;
  • Hoogwaardige sportspecifieke en sportechnische kennis en kunde;
  • Methodische en didactische vaardigheden;
  • Beïnvloedingsbekwaam;
  • Taakgerichte sociale vaardigheden;
  • Goede uitdrukkingsvaardigheid in woord en geschrift;
  • Meer dan gemiddelde ontwikkeling;
  • Diplomatieke vaardigheden;

 

Korte typering van een topcaoch: (zie ook Meyers-Briggs Type Indicator en publicaties van Peter Murphy)

Analytisch, autonoom, georganiseerd, gesloten karakter, compleet, krachtig, onafhankelijk, origineel, systeem-gedreven, theoretisch, vastberaden en visionair.

 

Een coach moeten leren, studeren, onderwijzen, luisteren, observeren, analyseren, denken, evalueren, veranderen, stimuleren, inspireren en héél hard werken!

Nu zal ik ingaan op de evaluatie.

(De topsportcoördinator van de JBN verzuchtte  via LinkedIn dat er vanaf “de zijlijn” wel weer kritiek zou komen. Hij suggereert dat allen aan de zijlijn niet deskundig zijn, daarmee zichzelf kwalificerend en de zijlijn per definitie diskwalificerend.

Zou het misschien toch zo zijn, dat er deskundigen zijn, die zichtbaar hun sporen hebben verdiend, die constructieve feedback zouden kunnen geven? Waarom wordt er in de topsportsectie van de JBN geen gebruik gemaakt van deskundigen met kennis, ervaring en internationale resultaten?)

 

In het onderdeel Achtergrond staat: “we bouwen aan een succesvol NTC waarin topsporters zichzelf continu verbeteren met als resultaat het behalen van gouden medailles”.

Het woord topsporters wordt hier gebruikt, het bewijs van het feit dat dit document niet geschreven is door een judoka (desgewenst kan het document ook gebruikt worden voor andere belangengroepen); en er wordt geschreven over zichzelf verbeteren.

Nu moet ik uit de school klappen; regelmatig hoor ik, dat er vooraf aan de zeer geringe techniektrainingen op Papendal door de coach wordt gezegd: “je mag doen wat jezelf wil”, anders gezegd: “zoek het zelf maar uit, want ik zou niet weten wat ik zou moeten doen en hoe ik het zou moeten leiden of begeleiden” ”Je mag ook krachttraining gaan doen”, (‘dan worden mijn tekortkomingen tenminste ook niet zichtbaar’!)

Gaat de techniektraining, op aandringen van de judoka dan toch door, dan maken diezelfde coaches, die absoluut niet aan de genoemde selectiecriteria voldoen, de opmerkingen dat in Nederland uchi komi geheel anders moet dan bijvoorbeeld in Japan en Frankrijk gebruikelijk is…..(negen gouden medailles in Tokio voor Japan, zeven gouden medailles voor een jong Japans team onlangs in Parijs en veertien medailles voor Frankrijk met ook veel jonge judoka! Heeft men in die landen en in al die andere landen met goede tot zeer goede resultaten ook een eigen uchi komi uitgevonden, dat lijkt op bietentrekken in West Brabant?)

Vervolgens de tekst in de evaluatie “waarin topsporters zichzelf continu verbeteren”; juist ja, zichzelf continu verbeteren, omdat er coaches zijn die het kennelijk niet kunnen! (Zie ‘selectiecriteria nationale coaches’).

 

En er worden gouden medailles verwacht; enige bescheidenheid is nu wel gepast, want het behalen van gouden medailles vanuit een achterstandsituatie van minimaal vier jaar is hoog gegrepen. Eerst maar eens gericht zijn op het behalen van medailles!

Dat er ondermaats is gepresteerd op de Olympische Spelen is een understatement gezien vanuit het budget en de technische begeleiding van judoka. Volop budget, echter op Papendal is er nauwelijks technische begeleiding en de clubs is alle zin ontnomen om de strikt noodzakelijke bijdrage te leveren.

 

Voor wat betreft de opleiding van coaches vraag ik me af wat daar gebeurt; grof gezegd lijkt het mij (gezien vanaf de gediskwalificeerde zijlijn) dat ‘tikkertje en haasje over’ en allerlei pedagogische en agogische aspecten ver de boventoon voeren boven het aanleren van techniek, het leren van randori en het begeleiden van randori (randori vooral op basis van techniek, bewegingsrichting enz.)!

Let wel: judo met techniek als basis voor randori kan ook een uitstekend pedagogisch spel zijn!

Andere bezorgde ‘zijlijn bewandelaars’ zijn op initiatief van en met Robbert van der Geest al begonnen met een uitstekend initiatief om ‘echt’ randori te organiseren en te ontwikkelen. Maar….als dit geen ‘aansluiting vindt en vervolg krijgt op Papendal’ dan is het als water naar de zee dragen.

 

Het zou schorten aan mentale vaardigheden en de coaching daarvan. (Lees eerst: “In het diepste van de ziel is niets te zien” van Jeffrey Wijnberg). Als men in alle opzichten goed getraind is, dan is men mentaal sterk; daar kan de coach mee beginnen. En wat te denken van het voorkomen van mentale problemen, onder andere door juiste technische, fysieke en mentale belasting in de verschillende ontwikkelingsfasen in Judo.

Er zou onvoldoende samenwerking zijn tussen de coaches.

Met Theo Meijer als technisch directeur, Maarten Arens als hoofdcoach heren en Michal Bazinsky als hoofdcoach dames moet die samenwerking tot stand kunnen worden gebracht; men moet wel een gemeenschappelijk doel hebben en daar allen taakgericht aan werken. En….. de opdracht om je als coach steeds weer te verbeteren ligt besloten in de eerder genoemde competenties.

En bestuur van de JBN, Theo Meijer moet gevraagd worden, dan heeft u ook geen K+V nodig om iemand te werven met de tekst “kennis en ervaring in Judo is niet nodig”. (Als je dit leest als zijlijnbewandelaar dan vlieg je toch door de ruiten….)

In uw positie, bestuur van de JBN, moet u iemand nederig vragen om deze schier onmogelijke taak te gaan vervullen en niet hoog van de toren blazen, want van het gistende en zuigende moeras moet weer een stevig fundament gemaakt worden met een vruchtbare grond voor optimale ontwikkeling! En als Theo het niet doet dan zijn er nog een paar kandidaten uit eigen gelederen, want DE JUDO BOND NEDERLAND MOET GERUND WORDEN DOOR JUDOKA met Jessica Gal als voorzitter (intelligent, creatief en technisch)!

 

Het woord comfortzone is momenteel mateloos populair, kijk naar de praatprogramma’s op de TV; iedereen komt uit zijn/haar comfortzone of wil er niet uitkomen. Zelf moet ik dan meteen denken aan een ouwe slechte zangeres die nergens spijt van heeft gehad en telkens weer een hemel schreiende metamorfose doormaakt in dan weer een nieuw programma verschijnt…..

Misschien wordt hier met comfortzone bedoeld, dat judoka zich voortdurend ongemakkelijk voelen; welnu een aantal judoka voelen zich op Papendal ongemakkelijk!

 

En nu een eerste, slechts zeer globale, constructieve feedback.

Het NL judo is voor 70% gericht op kracht en uithoudingsvermogen (algemeen en, naar ik hoop, ook specifiek) en voor 30% op techniek (en het laatste percentage is door mij sterk naar boven afgerond).

Door gericht te zijn op 70% kracht en uithoudingsvermogen wordt het Judo ook voor 70% dwars door de weerstand heen; dwars door de weerstand heen maakt hoekig, bonkig en zelfs afstotelijk, letterlijk en figuurlijk!

Citaat van de voortreffelijke kampioen en coach Peter Snijders: “als je door de deur naar binnen wilt gaan, gebruik dan de klink van de deur en ga niet langs de scharnieren”. Met andere woorden, ‘gebruik techniek en vindt de klink van de deur’. Dus niet blind op de deur afstormen en er dwars doorheen willen, maar nauwkeurig kijken waar de klink zich bevindt en hoe deze te hanteren (want er zijn veel verschillende sloten op deuren). Techniek, creativiteit en intelligentie!

Judoka moeten kunnen beschikken over automatismen, technische reflexen, waardoor aanval en  verdediging ‘economisch’ wordt; geconditioneerde bewegingen. Dat betekent dat bewegingen en ook automatismen als het ware ‘ingeslepen’ moeten worden en harmonische uchi komi, yaku  soku geiko en nage komi zijn de uitstekende middelen.

Voorbeelden: als men beschikt over het automatisme om uchi mata te kunnen beantwoorden met uchi mata gaeshi, als men o soto gari automatisch kan beantwoorden met o soto gari gaeshi, als men o uchi gari automatisch kan beantwoorden men o uchi gari gaeshi, als men tai otoshi meteen zonder nadenken kan beantwoorden met ko soto gake, enzovoorts, wat betekent dat dan voor het cybernetisch vermogen van de judoka, wat betekent dat dan wel niet voor de mentale rust gedurende de wedstrijd; men kan onder andere nog meer geconcentreerd zijn op de eigen aanvalspatronen en op het handhaven of aanpassen van het eigen strijdplan.

Eigen aanvalspatronen die natuurlijk ook volledig eigen gemaakt moeten worden; meerdere aanvalspatronen zelfs, waardoor de judoka gedurende de wedstrijd zelf kan variëren en verbinden.

Voorbeelden: ko uchi gari verbinden  met uchi mata, ko uchi gari verbinden met o soto gari, o uch gari verbinden met o soto gari, o uchi gari verbinden met tai otoshi of seoi nage, enzovoorts, enzovoorts.

In de topsportfase moet de judoka kunnen beschikken over de eigen specifieke automatismen en natuurlijk moet in die fase steeds specifieker en individueel getraind worden.

Bovenstaande betekent, dat 70% kracht en uithoudingvermogen en 30% Judo training moeten veranderen in 70% Judo, techniek/randori, en maximaal 30% kracht en uithoudingsvermogen (algemeen en specifiek).

De genoemde percentages zijn de percentages van senioren op topniveau; voor de verschillende ontwikkelingsfasen in Judo gelden andere percentages, aangepast aan de specifieke ontwikkelingsfase; de verschillende ontwikkelingsfasen in Judo zijn door mij omschreven (en op aanvraag beschikbaar).

Ook het technische programma alsmede de bijbehorende (specifieke) conditionering op basis van techniek is door mij omschreven (en op aanvraag beschikbaar).

 

Ineens zie ik dat de zijlijn al bedekt is met ruim 2200 woorden! Voor een zijlijnbewandelaar, voor Nederlandse begrippen en acceptatie, waarschijnlijk al veel te veel. Echter, vanaf de zijlijn mocht ik, op uitnodiging, in een groot aantal landen ‘wat roepen’; in april 2021 nog op het Olympisch Congres voor coaches van het NOC van Uzbekistan! Met dit artikel heb ik de vrijheid genomen om ‘wat te roepen’ in de richting van het Nederlandse Judo speelveld.

 

 

In een van mijn eerdere artikelen schreef ik dat het de laatste zou zijn.

Aanvaard alstublieft mijn verontschuldigingen; mijn liefde voor Judo dwong mij ertoe om dit artikel (en het vorige “2032”) te schrijven en te publiceren, want…….

 

 

 

“Als wijsheid komt als het te laat is,

dan is wijsheid nutteloos”

 

 

 

211031

Willem Visser

vanaf de zijlijn en in balans

Willem Visser over Talentontwikkeling JBN

“Als judobond zijn we er de afgelopen jaren onvoldoende in geslaagd om talentvolle judoka’s een optimale leerweg te bieden tot topjudoka”.

Dit is een onderdeel van een persbericht van de JBN, dat zeer recentelijk is verspreid. En het zou bepaald niet opzienbarend zijn geweest als de volgende zin als volgt zou zijn geweest: “ Als directeur topsport van de JBN ben ik verantwoordelijk voor het resultaat en daarom treed ik terug als directeur topsport van de JBN. Graag wil ik iedereen bedanken…..enz.” Welnu, die vervolgzin was er niet, omdat ‘koste wat kost’ de eigen functie behouden moet blijven (en ‘koste wat kost’ kost altijd teveel)!

Nadat Ben Sonnemans als technisch directeur de JBN was uitgewerkt, is eerst een hockeyer en daarna een schaatser bezig geweest om ‘de bal dan wel mis te slaan’ of ‘de verkeerde baan te nemen’. Ben Sonnemans kreeg niet eens de tijd om zich fatsoenlijk in te werken en daar hij zich niet neer wenste te leggen bij het hockey-management van het NOC vertrok hij.
(Hockey…mondiaal een heel kleine sport, evenals schaatsen overigens. Ooit meer dan 15 landen zien deelnemen aan EK, WK en/of Olympische Spelen bij hockey en schaatsen? Welnu, bij judo meer dan het tienvoudige van 15! En moeten wij als judoka ‘onze oren dan laten hangen’ naar kleine sporten als hockey en schaatsen?)
Ook werd het mooie woord “leerweg” geïntroduceerd, dat bleek dus ‘de verkeerde baan’ te zijn.

“Waarom richt je jezelf, met jouw talent, niet op de absolute top” vroeg ik een tijdje terug aan een judoka en het antwoord was: “laat ik het er maar op houden dat er geen wederzijds vertrouwen is op meerdere vlakken; en in mijn nieuwe sport mag ik zelf ook invloed uitoefenen op het invullen van mijn trainingsschema……!” Later vernam ik, dat veel judoka hun droom om dezelfde redenen hadden opgegeven!

Als judoka (en bepaald geen hockeyer of schaatser) krijg ik dan een brok in mijn keel; ja, die judocoach waar men eens over schreef dat hij ‘verstoken was van iedere vorm van gevoel’, krijgt dan een brok in zijn keel en tevens een gevoel van machteloosheid, omdat hij hier niets meer aan kan veranderen.

En onder het regiem van hockeyers en schaatsers, die door piloot Maurits Hendriks, met als grondnavigator Jos Hell, de JBN in zijn geparachuteerd, zijn talloze judoka voor topjudo verloren gegaan en is jarenlang een corona-achtige aanslag gepleegd op de judo-clubs in Nederland, waardoor veel judo-clubs aan het infuus liggen.

Het is verschrikkelijk dat talrijke talentvolle judoka ‘de jas aan de kapstok hebben gehangen’ en veel judocoaches ‘hebben de pijp aan Maarten gegeven’ en hebben dus ook vrijwel geen bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van jonge judoka, jonge mensen met ambitie om ‘alles eruit te halen wat er in zit’.

Als je als directeur topsport van de JBN op je geweten hebt dat jonge judoka zijn gestopt, clubcoaches zijn afgehaakt en clubs zijn gemarginaliseerd, mag je dan doodgemoedereerd op ‘je comfortabele stoel blijven zitten’? En heb je dan zelf niet het inzicht, dat je niet als ‘een bonus-trekkende verliesgevende Air France CEO’ in functie kunt blijven? En dat je ruimte moet maken voor iemand die ‘de bal wel weet te raken’ en die ‘wel de juiste baan neemt’?

En in dezelfde alinea wordt dan “een nieuwe structuur” gepresenteerd, waarin “hand in hand met de clubs gebouwd moet worden aan een goed gevulde vijver aan potentiële topjudoka’s”. (We moeten nu wel oppassen dat we, als de huidige directeur topsport tot inzicht is gekomen, geen zwemmer of roeier als directeur topsport JBN krijgen….)

Dit onderdeel van de zogenaamde “nieuwe structuur” bestond al sinds het voorzitterschap van Frans Hoogendijk (de beste voorzitter van de JBN ooit) met zeer veel internationale successen van junioren en senioren en….met 60.000 actieve leden in de bond!
Maar, de oude structuur met “full time programma’s op de RTC’s zullen nog tot 31 juli 2021 in stand blijven”, zo wordt in het persbericht gemeld. Nu neem ik toch aan dat hier een typefout is gemaakt? “31 juli 2021” moet natuurlijk zijn ‘31 juli 2020’.

En wat als het nu eens geen typefout is? Weer een groot aantal ambitieuze judoka die afhaken, weer meer gedemotiveerde coaches en een aanslag op de clubs?
Geen zorgen, het is een typefout!?!

Of loopt het contract van de huidige directeur topsport misschien tot 31 juli 2021…..?

“ ….. onderaan de streep hebben we onszelf een onvoldoende gegeven…..en besluiten nemen die bijdragen aan een opleidingsstructuur die toekomstbestendig is”. Ook dit is een citaat uit het persbericht en dan mag men toch aannemen dat het juiste besluit, zoals hierboven is beschreven, al is genomen!

Een belangrijke verandering is, citaat: “Op het NTC wordt duidelijker onderscheid aangebracht tussen het seniorenprogramma en het juniorenprogramma in de academie (start zomer 2020)”.

Op het eind van het persbericht dus toch nog een adder onder het gras, want weer wordt een aanslag gepleegd op de relatie judoka-clubcoach en de clubs, daar jonge judoka verplicht worden naar de JBN academie te gaan, zonder te weten welk ‘programma’ daar wordt aangeboden en zonder dat zijzelf of de clubcoach invloed heeft op die individuele (?) programma’s. En wordt er hier dan voorbijgegaan aan de alom gehoorde kritiek, dat er geen technisch programma is, simpelweg omdat men geen interesse heeft in techniekontwikkeling of geen kennis heeft van techniek en de ontwikkeling daarvan?

Uiteraard mag dit artikel geen herhaling worden van wat ik eerder, ook hier, publiceerde; toch nog een ‘ruwe schets’ van het ideaalbeeld:

* Het judo op Papendal is de plaats waar judoka, junioren en senioren, op het hoogste landelijke niveau randori kunnen doen;
* Op Papendal hebben judoka de gelegenheid om het individuele krachtrainingsprogramma af te werken;
* Het niveau op Papendal moet in alle opzichten het hoogste nationale niveau zijn, zodat judoka en clubcoaches de noodzaak inzien en judoka graag willen trainen op Papendal;
* De clubcoach heeft de eerste relatie met de judoka en is als het ware de projectmanager. De bondscoach is de programmamanager die meerdere projecten kan leiden;
* De clubcoach is de opleider van de judoka en de club is de thuisbasis van de judoka; de thuisbasis daar waar de judoka vandaan komt en waar de judoka altijd op terug kan vallen.

Er wordt gesproken over “nieuwe structuur” en daarover het onderstaande.
De structuur, het ideaalbeeld, kan bestaan uit twee onderdelen:

A. Een structuur met processen die continuïteit en kwaliteit ontwikkelt, perfectioneert en bewaakt. Dit is een structuur met een grote mate van vrijheid voor judoka, clubcoaches en bondscoaches om dwars door de organisatie samen te werken, kennis te delen en nieuwe ideeën uit te werken.
B. Het andere deel van de structuur is gericht op het ontwikkelen van de organisatie en de daarmee gepaard gaande ontwikkeling van judoka, clubcoaches en bondscoaches. Ook hier krijgen allen de vrije hand om met elkaar samen te werken.

Iedereen die met een proces, project of programma bezig is moet weten dat zij/hij daaraan ondergeschikt is en men kan dus door het bestuur worden geleid, begeleid en bijgestuurd.

En tot slot ‘het bestuur’.
De Judo Bond Nederland is een bijzonder ouderwetse organisatie. Het gaat me hier te ver om dat nader toe te lichten en ook hierover heb ik al eerder kort gepubliceerd. Dus ik beperk me tot het beknopt schetsen van een ideaalbeeld.

* De verkiezing van het bestuur gaat niet meer op individuele basis; een bestuur wordt verkozen als team op basis van een uit te voeren beleidsplan voor vier jaar.
* Een team bestaat dus uit een voorzitter, een financieel specialist, een secretaris, een topsport specialist en een breedtesport/opleiding specialist.
* Uit verschillende teams, aangevoerd door een potentiële voorzitter, wordt door de bondsraad een keuze gemaakt voor de tijd van vier jaar, bij voorkeur een Olympische cyclus.
* Het bestuur voert het beleidsplan uit en de bondsraad controleert tweemaal per jaar de voortgang van de uitvoering van het beleid.
* Het bestuur krijgt gedurende deze periodieke vergadering de gelegenheid om verantwoording af te leggen en om de noodzakelijke aanpassingen aan de bondsraad voor te leggen.

Ook hier geldt: Iedereen die met een proces, project of programma bezig is moet weten dat zij/hij daaraan ondergeschikt is en dat geldt ook voor bondsraad en bondsbestuur.

Het ideaalbeeld ontstaat in de verbeelding en zonder verbeelding geen resultaat.

200430
Willem Visser

JBN en Nihon Sport ondertekenen overeenkoms

Op donderdag 14 september zijn Judo Bond Nederland (JBN) en Nihon Sport een partnership aangegaan in de vorm van een leveranciersovereenkomst. Voor een periode van ruim drie jaar verzorgt Nihon Sport voor alle JBN coaches Adidas judogi. Daarnaast biedt Nihon Sport alle sporters in het programma van de JBN (NTC + RTC) de mogelijkheid om judopakken en –banden aan te schaffen tegen een mooie prijs.


Huub Stammes (algemeen directeur JBN) en Peter Wetzer (eigenaar Nihon Sport)

Nihon Sport is groothandel in en leverancier van vechtsportartikelen en wordt met deze samenwerking preferred supplier van het topjudo op het gebied van judogi. Hoewel de sporters vrij zijn om hun eigen merk judogi te kiezen, adviseert de JBN in eerste instantie de pakken van Adidas.

Klik hier voor meer informatie over Nihon Sport.

We gebruiken onder andere analytische cookies om ons websiteverkeer geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Meer informatie over de verwerkte gegevens kunt u lezen in onze privacystatement.

[X] Ik ga akkoord met bovengenoemde privacy verklaring