Japan breekt met de IJF?

Foto: Azar Novruzov

Artikel geschreven door: Azar Novruzov

 

Voor het eerst in 30 jaar wijkt Japan — de bakermat van het judo — openlijk af van de Internationale Judo Federatie (IJF). In wat lijkt op een stille revolutie, volgt Japan de regels van de IJF niet meer volledig. Het stuurt slechts zeven atleten naar internationale toernooien die onder IJF-regels vallen, terwijl het in eigen land vasthoudt aan de traditionele judoregels.

Deze breuk is niet slechts symbolisch — het is een krachtig signaal. Wanneer het meest invloedrijke judoland zich afkeert van het gevestigde systeem, voelt dat als een klap in het gezicht van de internationale standaarden. En toch blijft de wereldwijde judogemeenschap in verwarring achter, onzeker over wat er precies aan de hand is. Laat me het uitleggen.


Een verhaal van twee judoscholen

Historisch gezien waren er in Japan twee belangrijke judo-bronnen:

  1. Osaka-judo – Gericht op grondtechnieken (ne-waza) en zeer vaardig in het grondgevecht.

  2. Kodokan-judo – Opgericht door Jigoro Kano in Tokio, met nadruk op staande technieken (tachi-waza) en worpen.

Kano zelf was geen liefhebber van langdurig grondgevecht. Zijn filosofie was duidelijk: als een judoka op de grond terechtkomt en binnen 30 seconden niet kan doorgaan naar een staande positie, moet het gevecht opnieuw rechtstaand beginnen. Hij geloofde dat ware meesterschap in judo zich rechtop toont — door worpen, houding en controle — niet door worstelen op de mat.


De Braziliaanse tak: van Osaka naar de UFC

Na de Tweede Wereldoorlog emigreerden meer dan een miljoen Japanners naar Brazilië. Velen uit de Osaka-school namen hun grondgevecht-tradities mee. Deze lijn zou zich ontwikkelen tot wat we nu kennen als Brazilian Jiu-Jitsu (BJJ).

De legendarische familie Gracie — met vader en zeven zonen — bracht BJJ later naar Los Angeles en San Francisco en maakte er een wereldwijd fenomeen van. Mixed martial arts, de UFC en moderne vechtsporten danken hun structuur aan deze evolutie. En toch wordt zelden duidelijk uitgelegd dat deze wortels voortkomen uit een interne tweedeling binnen het Japanse judo.


Japan’s stille opstand

Ironisch genoeg komt de grootste bedreiging voor traditioneel judo vandaag niet van buitenaf, maar van binnenuit. Japan volgt de IJF-regels niet meer volledig. Dit is geen eenvoudig beleidsverschil — het is een fundamentele kloof.

IJF-wedstrijden gaan door, maar in bijna lege arena’s. Zelfs bij Europese kampioenschappen is de opkomst matig, tenzij scholen en vrijwilligers worden verplicht te komen. De federatie doet alsof er niets aan de hand is, terwijl de ziel van het judo wegglijdt.

Waar is het masterplan van de IJF om de populariteit van judo te herstellen? Waar is de vernieuwing?

PS: Alles wat ik in dit bericht schrijf is mijn persoonlijke mening. Als iemand het er niet mee eens is, laat het weten — laten we het bespreken aan de hand van feiten. Azar Novruzov azarnovruz@icloud.com

 

KRIJG 10% KORTING OP WWW.NIHONSPORT.NL MET DE CODE NIHONSPORTBLOG10