Gewicht maken

Gastblog door Leo Verhoeven

Wat een ellende binnen de vechtsporten om maar steeds gewicht te moet maken. De sporters willen in een zo´n licht mogelijke gewichtsklasse uitkomen om meer kans te hebben om te winnen. In een lichtere gewichtsklasse heb je minder weerstand denken ze en dus meer kans om te winnen.  Dat afvallen moet dan meestal in de week voor aanvang van de wedstrijd gebeuren. Een lichtgewicht die in de laatste week voor de wedstrijd nog 5 ȧ 6 kg moet afvallen is geen uitzondering. Vechtsporters nemen bewust het risico en maken gebruik van ongezond afvalgedrag. Coaches laten dat gebeuren en hen ontbreekt de juiste kennis van het verantwoord afvallen.

Hoe moet het dan?

Iedere logisch denkende coach zal zijn pupil adviseren om gebruik te maken van een methode om geleidelijk aan gewicht te maken in plaats van een manier waarbij de laatste paar dagen voor de wedstrijd nog vele kilo’s moeten worden afgevallen door minder of niet te eten.  Als vechtsporters circa een week voor  de wedstrijd nog gewicht moeten maken, kan een weloverwogen keuze gemaakt worden om daarbij niet meer dan 1,5 tot 2 procent  van het lichaamsgewicht aan vocht kwijt te raken, omdat uitdroging van meer dan 1,5 tot 2 procent de sportprestatie en de gezondheid negatief zal beïnvloeden.

Bij jonge kinderen moet  de coach en de ouders er op letten dat het kind voldoende eet  en tijdig doorgroeit naar een hogere gewichtsklasse. Kinderen van 12 tot 18 jaar zouden niet meer dan 1,5 procent boven hun wedstrijdgewicht moeten zijn. Als het meer is dan is de consequentie dat er in een hogere gewichtsklasse moet worden uitgekomen.

Bij meisjes die aan topsport doen is het bekend dat hun menstruatie later kan plaats vinden. Voor hen is het ook van belang dat hun voedingspatroon zodanig is dat er geen menstruatiestoornissen optreden.

Bij mannelijke gewichtsklassensporters mag het vetpercentage niet minder zijn dan 5% en bij vrouwelijke gewichtsklassensporters niet lager dan 12%. Ik zeg er wel bij als dit haalbaar is. Bij zulke vetpercentages ben je zo slap als een vaatdoek en sla je nog geen deuk in een pakje boter. Ook ben je extra vatbaar voor ziektes. Zonder lichaamsvet overleven we het niet.

Als je echt aan topsport doet dan moet je je ook laten begeleiden door iemand met verstand van zaken in deze, zoals een sportdiëtist of voedingsdeskundige, die zijn of haar sporen in de vechtsporten heeft verdiend. Hij of zij kan adviseren welke gewichtsklasse het beste bij de vechtsporter past door het meten van de lichaamssamenstelling en rekening te houden met individuele factoren.

Het is van belang dat de lichaamssamenstelling en het vochtgehalte door middel van duidelijk vastgestelde gelijke herhaalbare procedures wordt gemeten.  Het meten en wegen moet geen obsessie worden voor de vechtsporter. Het moet wel leuk blijven voor de sporter en omgeving. Soms is de impact van het gewicht maken zo groot dat dit het einde van de topsport carrière is, zonder serieus te hebben overwogen om in een zwaardere gewichtsklasse uit te gaan komen. De stijl en het fysieke vermogen kan beter aansluiten bij die van een hogere gewichtsklasse.  Vele vechtsporters betreuren dat ze niet eerder zijn overgestapt omdat ze veel beter in hun vel passen.

De tijd tussen weging en de wedstrijd kan kort maar ook een hele dag zijn en wordt optimaal benut om de negatieve invloed van snel gewicht maken te beperken. Na de weging worden zoveel mogelijk het verlies aan vocht en koolhydraten optimaal aangevuld. De manier waarop dit gebeurd is dus mede afhankelijk van de tijd tussen de weging en de wedstrijd. Tijdens oefenwedstrijden wordt de te gebruiken methode uitgeprobeerd en geëvalueerd.

Eigenlijk overbodig om te zeggen maar het is van het grootste belang dat de vechtsporter zoveel mogelijk op gewicht blijft tijdens het gehele seizoen, zodat het jojo-effect  wordt voorkomen. Dus ook meten buiten de wedstrijdperiode. Meten is weten.

cid:CE9B2772-5A3A-461F-A435-16FA8693F5A2@home

Leo Verhoeven RDG
Bureau Op Eigen Kracht


Over de blogger:

Leo Verhoeven

Leo Verhoeven is een autoriteit op het gebied van weerbaarheid en het omgaan met agressie. Als officier van dienst bij de politie werkte Leo dagelijks met de organisatorische, juridische en mentale kanten van agressie. Inmiddels verzorgd hij al jaren verschillende trainingen omgaan met agressie voor doelgroepen als BOA’s, handhavers, BIT, BOT, verschillende agressieteams, toezichthouders, medewerkers sociale zaken, docenten, horecaportiers en kwetsbare vrouwengroepen. Hij ontwikkelde mede de A.Z. toets voor de politie Nederland, leidde IBT-docenten voor de Douane, docenten R.T.G.B. en meer dan 150 con-collega’s omgaan met agressie op. 
Met twee Europees kampioenschappen jiu-jitsu, een 6e dan in judo en een 6e dan in jiu-jitsu op zijn naam, doceert Leo onder andere aan het C.I.O.S te Sittard en aan de Politieacademie. Zo leidt hij toekomstige docenten op om te werken bij defensie, politie en in de sportsector.
Gebaseerd op zijn jarenlange praktijkervaring richtte Leo ruim 15 jaar geleden bureau Op Eigen Kracht (
http://www.opeigenkracht.nl/) op en schreef hij het boek “Op Eigen Kracht”. Het boek is een leidraad voor weerbaarheid- en zelfverdedigingcursussen voor vrouwen. Voor het C.I.O.S. ontwikkelde Leo met succes de opleiding instructor Gevaarsbeheersing. Deze erkende en populaire opleiding trekt al jaren cursisten uit binnen -en buitenland

Linkedin profiel Leo Verhoeven