Door Loek van Kooten
Er woedt in Nederland al redelijk lang een strijd tussen Busen en Kōdōkan: Busen is de stijl zoals die tot nu toe altijd in Nederland (en Europa) werd beoefend, terwijl Kōdōkan voor ons Europeanen dan de “nieuwe” stijl is zoals die uit Japan is komen overwaaien.
Voor worpen en technieken en dergelijke maakt het allemaal niet zo veel uit: er bestaan talloze variaties op technieken, en zeker als zwartebander leer je al snel om je niet alleen op, maar ook tussen de lijnen te bewegen. Duidelijker dan in het wedstrijdjudo zie je dat niet: je kunt een ōsotogari wel op een bepaalde manier aanleren, maar als je tegenstander net even verkeerd staat, zul je toch iets anders moeten doen om hem nog steeds met een soortgelijke techniek op de grond te krijgen. Zie daar: een ter plekke bedachte variatie die wél werkt.
Voor kata, de vaste demonstratievorm van judo, ligt dat echter totaal anders. De hele idee achter een kata, een vaste vorm, is namelijk dat de vorm vastligt, dat er één perfecte manier is om een bepaalde techniek uit te voeren in ideale omstandigheden. Het kata is een typisch Japans verschijnsel, dat je ook buiten de krijgskunst tegenkomt. Ook zaken als bloemschikken, kalligrafie en de theeceremonie verlopen volgens zeer vaste protocollen, die je nooit exact zult kunnen volgen, maar wel kunt proberen zo veel mogelijk te benaderen.
Ga je het dus over een variatie op een vaste vorm hebben, dan spreek je jezelf tegen en is er een nieuwe school geboren. Vandaar ook de strijd tussen de Busen-kata en de Kōdōkan-kata. Er kan maar één vorm ideaal zijn. Om erachter te komen welke kata de juiste kata is, zullen we onszelf een aantal vragen moeten stellen.
Allereerst is daar de hamvraag: waar is het protocol waarin de kata wordt beschreven? Voor de Kōdōkan kan die vraag eenvoudig worden beantwoord. Dat protocol is er en wordt gewoon verstrekt door de Kōdōkan zelf. Je kunt het bestellen op internet. Wellicht verandert dat protocol af en toe op basis van nieuwe inzichten, maar we weten waar we moeten zijn als we denken het beter te weten.
Voor het Busen ligt dat anders. De school waar de Busen-kata zogenaamd vandaan komt, de 大日本武徳会 Dai-Nippon Butokukai (De Vereniging voor Martiaalse Deugden van Groter Japan) is namelijk op last van generaal Douglas MacArthur in 1946 opgeheven, omdat de organisatie volgens hem te nationalistisch en militaristisch was. Er is in 1953 wel een vervolgorganisatie (http://www.dnbk.org/) opgericht, die echter zeer holistisch is en zich bij lange na niet alleen bezighoudt met judo.
We zullen dus moeten kijken naar de laatste kata die voor Busen is vastgelegd. Toevallig gebeurde dat in 1906 in een tijdsbestek van een week, door een commissie die onder leiding stond van… Jigorō Kanō, de oprichter van het judo en de Kōdōkan.
Deze commissie had twintig leden, waarvan zes leden uit de Kōdōkan. Deze zes leden waren tevens de enige leden met een judo-achtergrond. De andere veertien leden waren afkomstig van jiujiutsu-scholen.
De kata in kwestie was geen strikte judo-kata, maar een veel holistischere kata. Ze werd in 1908 gepubliceerd in het boekwerk 大日本武德會制定柔術形 (Dai Nippon Butokukai Seitei Jūjutsu-kata, ofwel “De jiujitsu-kata zoals vastgesteld door De Vereniging voor Martiaalse Deugden van Groter Japan”). Deze kata maakt nu deel uit van de huidige Kōdōkan-kata. Kortom: de Busen-kata was geen echte judo-kata, maar het deel dat betrekking had op judo is inmiddels wel opgegaan in de huidige Kōdōkan-kata (bron: 月刊武道 Gekkan Budō, juli 2006).
Dat de Butokukai trouwens een groot fan van Jigorō Kanō was, blijkt verder uit het feit dat Jigorō Kanō in 1905 van de Butokukai de titel hanshi kreeg toebedeeld (bron: 武道範士教士錬士名鑑 Budō Hanshi Kyōshi Renshi Meikan, pagina 163, de afdeling Tijdschriften van het hoofdkwartier van de Nippon Butokukai). En zoals gezegd: een jaar later werd Jigorō Kanō hoofd van de enige judokata-commissie die de Butokukai ooit heeft gehad. Mogen we dan stellen dat de Butokukai het volste vertrouwen had in de kata zoals Jigorō Kanō die opstelde?
Later zijn er nog talloze boeken over de Busen-kata uitgekomen. Niet in het Japans, maar wel in andere talen zoals het Nederlands. Maar als er al een bron voor deze boeken zou zijn, moet dat de hierboven genoemde jiujitsu-kata uit 1906 zijn. Al het andere is een verzinsel of een interpretatie, want na 1906 heeft de Busen-school niets meer aan de definitie van haar kata veranderd.
De namen van alle commissieleden. De naam van Jigoro Kano staat helemaal rechts, met de titel Honkai Hanshi (hanshi van deze organisatie).
Met het verdwijnen van de Butokukai is de Butokukai trouwens niet uitgestorven. Integendeel: de Butokukai is deels gewoon onder de vlag van de Kōdōkan doorgegaan. Op 23 en 24 november 1946 kwamen judoka van de toen al afgeschafte Butokukai, judoka van de Kōdōkan en judoka uit alle streken van Japan samen om de toekomstige koers van het judo te bepalen. In augustus 1947 werden de graden van de Butokukai ook binnen de Kōdōkan erkend (bron: All Japan Judo Federation, http://www.judo.or.jp/shiru/rekishi).
We kunnen dus stellen dat het judodeel van de Busen-kata op deze manier werd meegenomen en versmolten in de Kōdōkan. Binnen de ontstane Kōdōkan-kata (nage no kata, katame no kata, enzovoort) heeft elke kata weer een eigen geschiedenis.
Als we het nage no kata (waarvan de basis is bedacht in 1884) als voorbeeld nemen, is de huidige vorm in 1960 definitief vastgesteld door de Kōdōkan. Busen-mensen zullen wellicht aanvoeren dat de Busen-vorm van nage no kata toen volledig is verkracht, maar als je kijkt naar het soort wijzigingen dat destijds is doorgevoerd, heeft dat vooral met het schrappen/invoeren van worpen, en helemaal niets met het wijzigen van de uitvoering van de worpen zelf te maken (bron: https://ja.wikipedia.org/wiki/%E6%9F%94%E9%81%93%E5%BD%A2).
Kortom: als het Busen-kata een judo-kata is, zal niet één kata het oude Busen-kata dichter benaderen dan de Kōdōkan-kata. Alles wat daarvan afwijkt, is dus een verzinsel of een interpretatie. Waarmee je dus eigenlijk aangeeft dat je het beter weet dan de oprichter van het judo en de hoofdorganisatie van het judo zelf. Dat mág trouwens. Maar noem het dan geen Busen-kata. Noem het dan de Loek van Kooten-kata of iets dergelijks.
Gezien het feit dat de Kōdōkan binnen het judo als de 総本山 (sōhonzan = het hoofdkwartier) wordt gezien, plaats je jezelf op die manier ook volledig buiten de sport. In feite heb je dan een nieuwe sport (Loek van Kooten-do) bedacht, en daarmee eindigt de discussie.
Kort gesteld: er is maar één directe referentie naar een Busen-kata, en dat is een niet-judokata die is bedacht door een commissie waarvan 100% van de leden met een judoachtergrond afkomstig was uit de Kōdōkan; daarnaast stond de commissie onder leiding van het hoofd van de Kōdōkan en de oprichter van het judo. Wat binnen die kata betrekking had op judo, is onder leiding van dezelfde Kōdōkan, waarbinnen inmiddels ook judoka van de Butokukai hadden plaatsgenomen, opgenomen in de huidige Kōdōkan-kata. Er bestaat dus niet zoiets als een aparte Busen-kata. De Kōdōkan-kata ís de Busen-kata.
Maar als klap op de vuurpijl komt dan nog deze definitie van het woord jūdō-kata op de Japanse Wikipedia:
柔道の形(じゅうどうのかた)とは、日本伝講道館柔道において、攻撃防御の理合いを習得するために行われる形稽古。
Jūdō no kata to wa, Nihonden Kōdōkan jūdō ni oite, kōgeki bōgyo no riai wo shūtoku suru tame ni okonawareru kata-keiko.
Judo-kata staat voor kata-training die binnen het Japanse Kōdōkan-judo wordt gegeven om inzicht te krijgen in aanval en verdediging.
Over Busen-kata wordt met geen woord gerept.
Als je met al deze informatie nog durft te pretenderen dat Busen-kata een toekomst heeft, plaats je jezelf in feite volledig buiten spel. Het woord Busen-kata is een contradictio in terminis. Het is vloeibaar ijs, koud vuur, een vierkante cirkel.
Het heeft mij als Busen-man pijn gedaan om tot dit inzicht te komen, maar op een gegeven moment moet je de feiten onder ogen zien: beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Mijn grote dank gaat uit naar Richard de Bijl (8e dan) die mij naar dit inzicht heeft geleid, en Sebastiaan Fransen (5e dan) die mij de nodige aanwijzingen heeft gegeven om een en ander historisch te kunnen staven.
Addendum
Inmiddels komen er ook reacties uit het Busen-kamp, vooral via Facebook, waarin men dit verhaal niet met argumenten maar met persoonlijke aanvallen bestrijdt. Ik heb als shodan nog geen flauw benul van judo, moet nog heel veel leren, en zou daarom geen recht van spreken hebben.
Hoewel ik het jammer vind dat de zaak door sommigen ad hominem wordt gespeeld, hebben deze Budo-mensen deels gelijk: er zijn inderdaad talloze Busen-mensen die veel beter kunnen judoën dan ik. Met “kunnen judoën” heeft dit dan ook helemaal niets te maken. Ik kan dat niet genoeg benadrukken en wil mij in dat opzicht bijzonder nederig opstellen.
Dit verhaal gaat puur en alleen om de juiste uitvoering van de kata. Niet over wie er beter kan judoën. Een Busen-kata van een goede judoka zal er honderd, zo niet duizend keer beter uitzien dan mijn Kodokan-kata, simpelweg omdat ik op dat gebied nog weinig ervaring heb. Ik heb mezelf wat judo betreft altijd als een absolute prutser beschouwd, en het is een godswonder dat ik het ooit tot zwart heb geschopt. Dat we dat even in de juiste context plaatsen.
Als de conclusie van mijn verhaal mensen niet bevalt… dan moeten ze bij de Japanners zijn, niet bij mij. Ik geef alleen de boodschap door die door alle taalbarrières vaak niet goed wordt doorgegeven. Dit is wat de Japanners zelf schrijven – onder elkaar – als er geen Westerlingen naast zitten die ze misschien wel of niet voor het hoofd willen stoten.
Alle bronnen voor bovenstaand blog zijn vermeld. “Maar jij kunt niet judoën” is geen geldig argument waarmee je die bronnen kunt bestrijden. “Maar mijn leraar was heel beroemd en die zei iets anders” is ook geen geldig argument. Een geldig argument is een schriftelijke vermelding die terugvoert naar waar het allemaal begon. En in dit geval is die vermelding per definitie in het Japans opgesteld, want judo is nou eenmaal begonnen in Japan.
Dat is dan weer iets waar ik een rode band voor heb: de Japanse taal. En ik hoop dat we, door de kennis van judo-experts te combineren met mijn kennis over het Japans, tot betere inzichten kunnen komen die het judo als sport nog verder vooruit kunnen helpen. Want: kaizen. Het is nooit perfect, en het kan altijd nóg beter!