Door Bertha Verschueren
Eind jaren negentig mocht ik geen opleiding MKP (Marietje Kessels Project) volgen, omdat ik geen vechtsport had gedaan.
Ik vond het een beetje een rare redenering. Mijn werk had zich voornamelijk afgespeeld in internaten waar zogenaamde moeilijke opvoedbare kinderen woonden. En ja, midden jaren zeventig had ik al een werkstuk geschreven over agressie in de hulpverlening. Daar werd op de sociale academie een beetje lacherig over gedaan, als je pedagogiek gestudeerd hebt, word je niet bedreigd met een vlindermes of kapotte bierfles. Een collega met vechtsportachtergrond zei op een bepaald moment: ‘Als je nooit bedreigd bent, weet je niet hoe je zult reageren’. Waarop mijn vraag was: ‘Ben jij ooit bedreigd?’ Daarop moest hij het antwoord schuldig blijven, maar ik wist dat hij degene was die het conflict opzocht. Daarop vroeg ik aan groep 8 basisschool: ‘Ik heb ergens gewerkt waar ik veel agressie tegen kwam, van ouders en van kinderen. Vechtsport was niet aan de orde bij het personeel. Wat hadden mijn collega’s wel in huis, zodat ze met de beschadigde kinderen konden werken’. ‘ZELFVERTROUWEN’ was het antwoord van een van de jongens. Toen wist ik, dat vechtsport niets met weerbaarheid te maken heeft. Je kunt er wel weerbaar van worden, maar dat heeft alles te maken met degene die jou dit leert. Van iedere sport kun je weerbaar worden, dat heeft met degene te maken die jou coacht.
In 1996 werd judoleraar Ooms aangeklaagd door 3 topjudoka’s: Staps, Van der Lee en De Kok vanwege misbruik. Dat voorbeeld heb ik vaak gebruikt op ouderavonden om duidelijk te maken dat er iets anders nodig is, dan vechtsport alleen, om weerbaar te worden. Het antwoord van de jongen- zelfvertrouwen- is voor mij nog steeds het enige juiste antwoord.
Inmiddels zijn we weer een aantal jaren verder, heb ik mijn eigen boeken geschreven over weerbaarheid, zowel voor kinderen als voor ouders. Methode A, B. en D. In eerste instantie wilde ik het programma Methode Bertha noemen, omdat sociaal emotioneel werken vereist dat je authentiek bent.
Op verzoek van een aantal directeuren van scholen, ben ik begonnen met het traject voor erkenning van mijn methodiek bij het Nederlands Jeugd Instituut. Wat schetst mijn verbazing als de ambtenaren me fijntjes uit weten te leggen dat mijn doelgroep te groot is. Hoezo te groot? Je kunt niet voor alle kinderen een programma maken en u pretendeert dit klassikaal te doen. Mijn tegenvraag was dus: ‘Bedoelt u dat geen enkele leerkracht sociaal emotioneel een programma klassikaal kan doen?’ Het bleef even stil aan de lijn. De ambtenaar was zo vriendelijk om me te gaan helpen met het ontwikkelen. Helaas, mijn programma is klaar, daar hoeft niets meer aan ontwikkeld te worden. Niet omdat ik de wijsheid in pacht heb, maar omdat ik trainers leer om vanuit hun eigen zelfvertrouwen met het programma aan de slag te gaan. Hun eigen Methode Jantje en Marietje te draaien.
Nadat het Trimbos instituut had onderzocht dat klassikale interventies meer opleveren dan kleine groepen of halve klassen, heb ik weer contact gezocht met het NJI. Een nieuwe behulpzame ambtenaar gaf aan waarom andere programma’s ook niet erkend waren vanwege de vechtsporttechnieken. In mijn programma trappen kinderen namelijk tegen een kussen. Mijn vraag is dan: ‘Gaan we het voetballen afschaffen, want die trappen ook, wel tegen een bal, maar toch’. Ook handballen, want die kinderen leren om met een bal raak te gooien, evenals bij tennis, volley, hockey- die hebben zelfs een stick-, rugby, softbal, korfbal. Dan blijft atletiek over, maar ja, daar leer je hard rennen en dat kun je gebruiken als je aan het inbreken bent, een speer of discus gooien is uiteraard uit den boze. Wat blijft over? Zwemmen? Bridge? Schaken? Volgens mij is het trappen niet de oorzaak van het slechte imago van de vechtsport. Zelfs bij de bewegingsoefeningen van omroep Max moeten er boksbewegingen worden gemaakt. Ook afschaffen?
Gelukkig begint het imago van de vechtsport te kantelen met dank aan o.a. Rico Verhoeven. Mensen die hun boosheid niet kunnen beteugelen, zullen altijd een probleem hebben. Kinderen die goed boos kunnen worden, vinden dit zelf meestal verschrikkelijk: onmacht, verdriet, frustratie, pijn zit eronder.
Maar “Kinderen leren om agressie om te zetten in moed” is een fantastische werkopdracht als je met weerbaarheid bezig bent. En volgens mij zit de wereld te wachten op moedige mensen!!