Nihon Sport

EJU trainingsstage Papendal 2022 door HuHaFoto

Gisteren, 15 augustus, twee trainingen bijgewoond tijdens de EJU-trainingsstage die de Judo Bond Nederland organiseert op Papendal.

Onderstaand de foto’s van HuHaFoto (Harry van den Hurk).


Tot 31 augustus a.s. 10% korting op www.nihonsport.nl met de code ZOMER10


HJP S207 De nieuwe IJF regels (2022-2024) met Jhon Ramaekers

In deze podcast heeft André van Meerkerk een gesprek met IJF referee Jhon Ramaekers over de nieuwe IJF regels die gaan gelden voor de periode tot en met de Olympische Spelen van Parijs 2024.

Met input van collega trainers en vragen en opmerkingen van luisteraars worden de aanpassingen in het reglement in dit gesprek tussen André en Jhon hopelijk weer iets duidelijker. 

In ruim een half uur ben je dus weer helemaal bij. Met behulp van de links op onze linktree pagina kun je veel online ook nog eens terugkijken of lezen.

Alle links met betrekking tot onze podcast zijn te vinden via:
https://linktr.ee/HajimeJudoPodcast
Deze zevende podcast van seizoen twee duurt ongeveer 37 minuten en is te beluisteren op jouw podcast platform, maar ook via http://hajimejudopodcast.nl
 
Berichten of reactie via bovenstaande sociale media of mail naar andrevanmeerkerk@gmail.com

“Klimmen is winnen”

Afgelopen week werd door de Judo Bond Nederland op Papendal een internationale trainingsstage georganiseerd ter voorbereiding op o.a. het komende Wereldkampioenschap judo en de Olympische Spelen.

Een uitgebreide fotoreportage vind je HIER

Hajime Judo Podcast 7 – Wat een week met Hans van Essen

De zevende aflevering van de Hajime Judo Podcast staat in zijn geheel in het teken van het nationale en internationale judo nieuws van de afgelopen week. Pim van Meerkerk, Hans van Essen en André Van Meerkerk hebben het over het overlijden van Koga, het schokkende verhaal van Loulietta Boukouvala over misbruik, het laatste Nederlandse judo nieuws, de Nederlandse en Belgische resultaten op en verhalen over de Grand Slam van Tiblisi. We kijken natuurlijk ook al weer vooruit op Antalya in het paasweekend.

 

JudoInside
https://judoinside.com

TIP Pim
Koga – A New Wind
https://www.superstarjudo.com/a-new-wind-toshihiko-koga

TIP André 
Doe FF rustig – Edgar en Audrey Kruyning
https://www.sstrong.nl/boeken-artikelen

Hajime Judo Podcast
http://hajimejudopodcast.nl
https://www.facebook.com/HajimePodcast
https://www.instagram.com/hajimepodcast/

Hajime Judo Podcast 3: Grand Slam Tel Aviv

In deze Podcast praat ik met Pim van Meerkerk over de Nederlandse en Belgische prestaties op de Grand Slam van Tel Aviv van afgelopen week.

Verder heb ik een gesprek met Pascal Bakker. Hij weet, als coördinator Topsport bij JBN, precies hoe het kwalificatietraject naar Tokyo er uit ziet. Na de winst van Sanne van Dijke op Kim Polling en het verlies van Roy Meyer tegen Jur Spijkers trekken mensen vaak voorbarige conclusies. Pascal is kraakhelder over het lange traject, en het tijdens de selectie kijken naar resultaten tegen tegenstanders uit andere landen en vooral de Top 10 van de ranking. Dit alles omdat de tegenstander uit eigen land niet het gevaar is in Tokyo, maar de andere gekwalificeerde judoka’s. Na het EK in april zal de JBN een beslissing nemen en judoka’s voordragen bij NOC*NSF.

Hans van Essen van Judoinside.com heeft een kort verhaal over Saeid Mollaei en zijn ontvangst en prestatie in Israel. Iets wat, na alles wat er is gebeurt, prachtig is voor Mollaie. Maar ook mooi hoe rivaliteit uitmondt in waardering en vriendschap tussen wereldtoppers.
Hans ligt ook kort het plotseling stoppen van de Engelse Sally Conway. Deze bronzen medaillewinnaar van Rio 2016 in de klasse tot 70kg en serieus kandidaat voor weer een medaille is er niet bij om Kim Polling of Sanne van Dijke dwars te zitten.
De Hajime Judo Podcast is te beluisteren via de Spotify, Apple Podcast, Google Podcast, maar ook via https://hajimejudopodcast.buzzsprout.com
Verder zijn updates over nieuwe afleveringen te volgen via:

Veiligheid door Perfectie

In 1977 verscheen er een boek van de hand van Anton Geesink met de titel “Veiligheid door Perfectie”.
Op de voorpagina Anton Geesink die, in een blauwe judogi, een migi uchi mata uitvoert, die door Leo de Vries, in een gele judogi, wordt geblokkeerd op een manier die vele judoka van nu niet kennen en ook tai sabaki is duidelijk zichtbaar!
Gelukkig is van het experiment met gekleurde judogi alleen blauw overgebleven, want er was al genoeg ‘lawaai en bonte kermis’ in de ontwikkeling van Judo.

In dit artikel gebruik ik de titel van het boek, niet omdat er nu een boekbespreking volgt, maar omdat ‘Veiligheid door Perfectie’ een uitstekende oneliner is van Anton Geesink die in deze tijd, 2020, nog zeer wel van kracht is.
(Overigens zijn er nog wel meer oneliners van Anton Geesink, zoals: “Je mag een eigen mening hebben, maar deze moet wel dezelfde zijn als die van mij, Anton Geesink”; een mening bevindt zich vaak midden op de lijn tussen onwetendheid en kennis…..
Een andere, altijd zeer goed te gebruiken, oneliner en helaas ook in onbruik geraakt is:
“If you want to be a champion, you have to look like a champion” een gezegde van Anton Geesink die zelfs als inspiratie-afbeelding in de Kokushikan Universiteit hangt; de Kokushikan die onder andere de Olympische Kampioenen Saitoh, Ucheshiba en Suzuki heeft opgeleid. Overigens staat er in het zicht van de dojo een boom, die daar door Anton Geesink is gepland en die nu letterlijk is uitgegroeid tot een groot symbool……)

‘Veiligheid door perfectie’ impliceert, terecht, dat imperfectie tot onveiligheid kan leiden. Onveiligheid kan dus de oorzaak zijn van een blessure.
Perfectie is een garantie voor veiligheid!

In een vorig artikel heb ik geschreven over ‘Hazumi & Ikioi’, over ‘essentie & hulpmiddelen’. De essentie in judo is techniek en de hulpmiddelen zijn vormen van kracht en uithoudingsvermogen. Zonder al teveel het vorige artikel opnieuw te herhalen is het hier wel noodzakelijk om nog eens te stellen, dat de hulpmiddelen de essentie nooit mogen overschaduwen, omdat Judo dan onherkenbaar wordt en vooral omdat Judo daarvoor niet ontwikkeld is. Of men nu spreekt over Judo als pedagogisch spel, als sport, als Olympische sport of als beweging-culturele activiteit, altijd moet Judo doordrongen blijven van de specifieke, unieke en grote waarden, die zo kenmerkend zijn voor Judo.
Perfectie houdt in Judo in, dat techniek en beweging optimaal, geconditioneerd naar Judo, moeten worden ontwikkeld. Dat geldt niet alleen voor aanvalstechiek, maar ook verdedigingstechniek.

Het internationale wedstrijdreglement heeft bijvoorbeeld kani basami en waki gatame vanuit staande positie om veiligheidsredenen verboden.
(Overigens is het aan de kennis en verantwoordelijkheid van de scheidsrechter om over waki gatame uit staande positie te oordelen en daarin worden, ook internationaal, grove fouten gemaakt.)
In het benoemen van de essentie van Judo maak ik onderscheid in techniek en beweging; niet te scheiden en wel te onderscheiden. Beiden verdienen aandacht om nader beschreven te worden.
In mijn boek ‘Kodokan Go Kyo no Waza’ beschrijf ik werptechnieken, ik geef een fundamentele voorbereidende beweging bij iedere worp aan en de biomechanica wordt middels een tekening verklaard. (Naast die fundamentele voorbereidende bewegingen zijn er andere voorbereidende bewegingen mogelijk!)
In de totaalopleiding van een judoka hoort dus ook de specifieke houdings- en bewegingsvorming voor Judo, zoals shizen tai, jigo tai, kumi kata, tai sabaki, shintai, kuzushi, tsukuri.
Volledige beheersing van shizen tai, jigo tai, kumi kata, tai sabaki, shintai, kuzushi, tsukuri en het perfect kunnen uitvoeren van nage waza en ne waza geven stabiliteit aan de judoka. Het overmatig aandacht besteden aan kumi kata en geen aandacht besteden aan shizen tai, jigo tai, tai sabaki, en shintai, en weinig aandacht besteden nage waza en ne waza is een grote tekortkoming in judo-onderwijs en judotraining!
(In het boek « le judo, évolution de la compétition » van Patrick Vial, Daniel Roche en Claude Fradet wordt kumi kata beschreven op pagina 15 t/m 53. ISBN 2-7114-0748-9)

In een totaalopleiding wordt de judoka zodanig ontwikkeld, dat deze in staat is om ‘geconditioneerd’ te ageren in en te reageren op iedere situatie. Er moet een automatische balans zijn en er is niet de minste onvolkomenheid mogelijk; snel en adequaat inspelen op steeds wisselende situaties, veelal beperkt door tijd en ruimte; meester blijven over de situatie.
Perfecte techniek-uitvoering alleen is niet voldoende; ook houding en beweging moeten perfect zijn, zowel in aanvallend als in verdedigend opzicht.
Voor een perfecte judo-techniek, voor een perfecte judo-houding en voor een perfecte judo-beweging, voor die ontwikkeling is de leraar/coach verantwoordelijk; vooral de leraar die de basisvorming heeft onderwezen, getraind en geleid.

Dat betekent dus dat de leraren die de basisvorming ‘doen’ zeer deskundige leraren moeten zijn. Judo is een ongekend gecompliceerde bewegingsvorm en ook de intelligentie van de leraar speelt een grote rol in dezen, omdat de basis van biomechanica, dynamica en logica ‘geprojecteerd’ moet worden op het individu, het individu dat altijd verschillend is.
(In de opleiding van leraren hoofdzakelijk bezig zijn met ‘zitvoetbal’, ‘haasje over’ en ‘kindertjes kata’ leidt niet tot de deskundigheid die vereist is om judoka perfect op te leiden.)

Als een judoka geblesseerd raakt, dan moet de leraar of coach zich verantwoordelijk voelen voor de basisvorming; techniek, houding, beweging. Ook als een judoka een wedstrijd verliest moet de leraar of coach zich verantwoordelijk voelen, ook in het geval van mentale tekortkomingen van de judoka!

Een judoka die verliest of geblesseerd raakt vanwege een omissie in de basisvorming mag daarvoor de leraar, die de basisvorming geleid heeft, verantwoordelijk achten. Evenzo goed als dat men de krachttrainer of conditietrainer, die verkeerd periodiseert, verantwoordelijk mag achten.
Als een judoka zwaar geblesseerd raakt tegen het einde van het Olympisch kwalificatie traject, bijvoorbeeld door onjuist bewegen (niet geconditioneerd judo-bewegen) dan is niet hij of zij, maar de leraar en/of de coach verantwoordelijk.

En bovenstaande leidt tot de gevolgtrekking, dat de verantwoordelijken voor opleidingsprogramma’s niet meer kracht, maar meer intelligentie in de opleidingsprogramma’s moeten brengen.

Hoe hoger het niveau van judo-beoefening is, des te specifieker, diepgaander en individueler de begeleiding moet zijn.

Met dank aan mijn leraren: sensei J. Vanderhorst (zeven jaar de basisleraar van Anton Geesink), sensei Wim Cobben en sensei Ichiro Abe.

200227
Willem Visser
8e dan Judo IJF

Graduatie

Onlangs is de heer Jan Snijders, uiteindelijk, bevordert tot 9e dan Judo.

De enorme verdiensten van Jan Snijders voor het internationale judo heb ik in een vorig artikel al geschetst en hierbij zeer kort een statement:

‘Zonder Jan Snijders zou Judo nooit de positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt, die het heeft doorgemaakt!’

(Voor hen die nog onderscheid willen maken in Judo en wedstrijdjudo geef ik ter verduidelijking aan, dat het wedstrijdjudo als het ware ‘het uithangbord’ van Judo is.)

Met positieve ontwikkeling bedoel ik, dat Judo, dat dreigde te verworden tot worstelen in een wit en blauw ‘pakkie’ en elkaar straffen ‘aansmeren’, hoogst persoonlijk door IJF scheidsrechters-directeur Jan Snijders een halt is toegeroepen.

Jan Snijders heeft jarenlang, daarmee ook zijn politieke bekwaamheid bewijzend, gestreden om de waardevolle principes van Judo in wedstrijden te waarborgen. Dat heeft hij gedaan door de regels in wedstrijdjudo steeds af te stemmen op de principes van Judo, zoals Judo door Jigoro Kano Shihan is bedoeld.

Als iemand 9e dan is, dan is dat wel Jan Snijders.

Deze bijzondere erepromotie, op basis van werkelijk grote verdiensten, is meteen aanleiding om het fenomeen ‘graduatie in Judo’ (nog) eens onder de loep te nemen.

Daarbij hanteer ik twee uitgangspunten van judo-beoefening:

  1. Op basis van het principe van doelmatig gebruik van energie, geestelijk en lichamelijk, komen tot een volmaakte harmonie van lichaam en geest, door middel van beoefening van judo.
  2. Door middel van judo lichaam en geest tot een goede harmonie ontwikkelen, om zichzelf te vervolmaken tot een harmonisch mens om te kunnen bijdragen tot een goede levenssfeer voor alle mensen.

Ippon is het ultieme streven in judo en moet dus ook zichtbaar zijn een judo-examen; ippon bestaat uit:

  • techniek of kracht
  • snelheid
  • coördinatie
  • psychisch vermogen

Bij de beoordeling van een  judoka bij een examen moeten bovenstaande criteria worden geobserveerd, tegen de bovenstaande achtergrond.

Een examen leidt tot een graduatie en gradueren is: waarderen, belonen en stimuleren.

 

Gradueren gebeurt na een examen, of in zeer uitzonderlijke gevallen na een ander soort beoordeling, en de onderstaande punten moeten positief kunnen worden beoordeeld:

Houding, gedrag en instelling (1), begrip van judo (2), techniek (3), competitie (4), tijd van judobeoefening (5), actief in judo (6), leeftijd (7).

 

Voor 4e dan en hoger zal een theorie-examen zeer toepasselijk zijn.

 

Bij de uitvoering van techniek zijn de onderstaande punten belangrijk:

  • Kamae: houding, shizenhontai migi en hidari.
  • Kumi kata: basis, rever/mouw + de relatie kamae-kumi kata (rechts vast-rechts voor. Links vast-links voor.), henka (variaties) en henka yotsu (rechts tegenover links).
  • Beweging:  houdt de steunpunten onder het zwaartepunt en houdt het steunvlak groot. Dit moet zichtbaar zijn als men beweegt (aymi ashi, tsugi ashi, tai sabaki en shintai) en werpt in alle richtingen met variaties (henka) zoals bijvoorbeeld mawari komi, oikomi, tobi komi, hikidashi.  Men moet kunnen bewegen in verschillende richtingen overeenkomstig de wetten van de zwaartekracht, dynamica en logica.

 

De wetten van Newton, vertraging en versnelling, zijn van belang alsmede de richtingverandering. Deze principes zijn zowel in nage waza als wel in ne waza van groot belang.

Zwaartekracht en dynamica zijn vanwege de exactheid geen onderwerp van discussie, maar logica wordt veelal verschillend gewaardeerd en verdient veel studie!

  • Tweezijdig uitvoeren (en oefenen). Van belang voor harmonie, balans (geestelijk en lichamelijk), technisch, fysiologisch en psychisch.
  • Kuzushi: actie, actie-reactie en gebruikmaken van disbalans van uke.

Een techniek bestaat uit: voorbereidende beweging, kuzushi, tsukuri en gake of gatame. (Als een van deze facetten niet aanwezig is: geen goede techniek.) Ook de volgorde moet juist zijn, en wel vloeiend in elkaar overlopend.

  • Ne waza

Bij osea, shime en ude kansetsu waza is controle het meest belangrijk. Ook moet er ordening worden gebracht in ne waza: basis, komen tot ne waza, varianten en inspelen op steeds wisselende situaties. Over het algemeen is de benaming te weinig bekend. Bij 1e, 2e en 3e dan-examens wordt er gewerkt vanuit randori-situaties; bij 4e dan en hoger  vanuit benaming en varianten.

  • Kata

Kata brengt de ethiek van het judo tot uitdrukking. Ieder kata heeft zijn eigen uitdrukkingsvorm, die tot volledige samenhang moet komen. De basis is een theoretisch gegeven: aanval en verdediging. Esthetiek, ethiek, mechanica, dynamica en logica vormen judo tot een systeem van lichamelijke opvoeding met vele waarden. Alles moet met een maximale doeltreffendheid leiden tot algemeen welzijn. Kata is geen demonstratie van afzonderlijke technieken, kata moet een kunstvorm zijn, dus met hart en ziel. Kunst mag een eigen opvatting hebben, maar de grondvorm van vaststaande bewegingsmotoriek moet aanwezig zijn. Ritme is van groot belang. Het moment, de timing, wordt ontwikkeld door ritme (harmonisch omgaan met spanning en ontspanning). Kata is ook een oefening.

Hoekige en felle handelingen, die het gevolg zijn van energie (verkwisting) moeten vermeden worden. Het is niet harmonisch. Disharmonie is de grote vijand van iedere interpretatie van kunst. Er moet harmonie zijn in het eigen ritme en in kata moeten de ritmes op elkaar zijn afgestemd. Lange training is hiervoor noodzakelijk. Bij tori en uke moet een gelijk niveau zijn van techniek en instelling. Rust en harmonie is belangrijk, nooit onrust en ongeduld.

  • Systeem

Een examen kan leiden tot graduatie.

Willen we goed gradueren dan zal de methodiek hetzelfde moeten zijn, dat wil zeggen: hetzelfde systeem en dezelfde weg waarlangs(structuur).

Er is maar een universele waarheid. Daar moet je als leraar naar blijven zoeken als een intermediair tussen de waarheid en de wereld.

Een systeem is een gestructureerd geheel van kennen en kunnen:

    • gebaseerd op grondslagen
    • gericht op doelstellingen
    • het geeft de weg waarlangs en de middelen waarmee het doel kan worden bereikt.

In Nederland is steeds een groot gebrek aan een universeel systeem.

  • Ontwikkeling van judoka: (ook van belang bij graduatie-eisen)
    • Kyu periode:  aanleren van basistechniek, nage waza, ne waza, hikomi waza
    • 1e  t/m 3e dan: verdieping van techniek en tokui waza ontwikkeling.
    • 4e en 5e dan: diepgang en achtergronden van onder andere kata en wat, waarom en hoe.
    • 6e dan en hoger: betekenis van het judo in het leven en in het leven van de judoka.
  • Stijl en ritueel: Stijl en ritueel worden veronachtzaamd. Juist bij de verdieping (vanaf 4edan dus) is stijl en ritueel belangrijk.

Judo is een vorm van fysieke en mentale opvoeding en vorming, een vorm van houding en  beweging. Houding en beweging houdt veel meer in  dan alleen maar doelmatigheid. Ook leven is niet alleen maar doelmatigheid. Zorg besteden aan stijl en achting van ritueel misstaat zeker niet.

Ook examinatoren en examens dienen dus stijlvol te zijn en ritueel moet een plaats hebben.

Bij een examen worden mensen juist gewaardeerd. De voorwaarden om juist te kunnen waarderen moeten dan ook aanwezig zijn. Stijl en ritueel zijn fundamenten. (Onder de leiding van de heer Peter Demandt heeft stijl en ritueel weer een plaats gekregen bij de judo-examens vanaf 4e dan!)

 

Het onderwerp ‘bijzondere promoties’ is een heikel onderwerp, alhoewel alle onderdelen van bovenstaande tekst van toepassing kunnen zijn.

De JBN heeft wat criteria omschreven en men denkt wel lichtzinnig over de beoordeling door de IJF. Denk niet, dat de IJF ‘zomaar even’ promoties accordeert dan wel overneemt. IJF vraagt zeer uitgebreide documentatie en bewijs van de bijdragen, die men, nationaal en internationaal, heeft geleverd; dus dat is ‘niet zomaar klaar’.

Voor een eenmalige erepromotie moet men echt wel wat gedaan hebben en in de tijd van nivellering moet men attent zijn op meedoen met nivellering.

Ook moet men inzien dat het niet voor iedereen weggelegd is om 4e, 5e, 6e,7e of 8e dan te worden. Ook lichamelijke gebreken, ik herhaal: ook lichamelijke gebreken kunnen op ieder niveau een belemmering zijn. Voor mensen die zich uitputtend en niet aflatend inspannen voor judo en die, om wat voor redenen dan ook (ook fysieke) geen of beperkt judo kunnen doen, voor die, onmisbare,  mensen zijn er onderscheidingen anders dan judograduaties.

Eerder schreef ik over ‘betekenis van judo in het leven’ (6e dan en hoger); dit is op vele manieren in te vullen; door publicaties, werkstukken, het ontwikkelen en/of leiden van grote langlopende projecten etc. Ook dat kan in het oordeel over ‘bijzondere promoties’ meegenomen worden in het bepalen van de criteria.

Vanaf 4e dan is attitude een zeer belangrijk, zo niet het belangrijkste, aspect bij beoordeling en graduatie.

 

Tot slot:

Het jezelf voordragen voor 6e, 7e en 8e dan is voor mij onbegrijpelijk, citaat van Flaubert:

” Het is merkwaardig dat de mensen stompzinniger worden naarmate ze zichzelf meer verafgoden!”

Als je de uitspraak van Flaubert plaatst tegen de achtergrond van attitude, attitude die zeker voor 6e,7e en 8e dan het belangrijkst is, dan moet men de gevolgtrekking kunnen maken, dat ‘jezelf voordragen en daarmee je eigen attitude beoordelend’  alles te maken heeft met “jezelf verafgoden”.

December 2019

 

 

 

 

Willem Visser

8e dan Judo IJF

Uitgebreide fotoreportage Wereld Kampioenschap Judo u21 2019 Marrakech

Uitgebreide fotoreportage Wereld Kampioenschap Judo u21 2019 Marrakech

Foto’s gemaakt door Marco Krachten.

Bekijk de volledige reportage HIER

Gastblog Willem Visser: De kern, die leidt tot succes

Actiefoto’s: Harrie van den Hurk

Judo is steeds volop in ontwikkeling en enige tijd dreigde judo te verworden tot worstelen in een wit en blauw pak.

Kracht en uithoudingsvermogen, de hulpmiddelen, waren geruime tijd belangrijker dan de essentie van judo, techniek. De specifieke stijl van judo werd hierdoor aangetast.

Gelukkig heeft de Internationale Judo Federatie, met de heren Vizer, Uemura, Barta en Snijders, het gevaar op tijd onderkend en de IJF heeft, hoofdzakelijk door het verbeteren van het wedstrijdreglement, judo weer op het juiste spoor van het ontwikkelingspad gebracht.

(Het is voor het Nederlandse judo strikt noodzakelijk om ook dat spoor te volgen en dus mag kracht en uithoudingsvermogen de essentie van judo, techniek, niet langer overschaduwen! Ja, als trainer en coach is het gemakkelijk om bezig te zijn met het vergroten van kracht en uithoudingsvermogen; het is echter vele malen moeilijker om techniek en de vaardigheid in randori te ontwikkelen en wedstrijden te begeleiden.)

Door de nieuwe reglementen voor wedstrijden (min of meer terug naar de jaren 60 van de vorige eeuw) is de essentie van judo, techniek, weer het belangrijkste facet in judo geworden.

Hazumi en Ikioi

Twee begrippen waarmee men de het judo kan verklaren zijn Hazumi en Ikioi.

Om het hoogste te behalen moeten Hazumi en Ikioi in de juiste verhouding in harmonie worden gebracht.

 

Wat is nu Ikioi en wat is Hazumi?

 

Ikioi is een hulpmiddel, dat onontbeerlijk is en dat in bepaalde mate aanwezig moet zijn; het mag echter nooit boven Hazumi uitstijgen.

 

Hazumi is het vermogen om massa en snelheid samen te schikken, te coördineren. Dit vereist bewegingsgevormdheid, die alleen maar kan ontstaan als men informatie kan opnemen en kan verwerken. Informatie over wat men moet doen en hoe men het moet doen, afhankelijk van de plaats (de omstandigheden) en het tijdsbestek (de snelheid) waarin men het moet doen.

Wil men slagen dan zal men altijd de vorm moeten achten; misvorming kost tijd en gaat ten koste van de snelheid.

Om juist om te gaan met massa en snelheid moet men gevormd zijn en gevormd zijn betekent: stijl!

 

Hazumi is ook het vermogen om massa en snelheid samen te schikken. Dit vermogen wordt bepaald door spirit: dwz kalmte, alertheid, vol energie, compleet bewust en juist reagerend. Armen en benen ontspannen, de kern hard, je blik gericht op de kin van de tegenstrever.

De som van al deze onderdelen kan men actieve gelatenheid noemen.

 

Ikioi is de stuwkracht: de kracht die het lichaam zwaar, hard en gespannen maakt. De ledematen worden aangespannen, de tegenstrever moet worden weerstaan.

Ikioi moet hulpmiddel zijn.

 

Als Ikioi gaat heersen over Hazumi dan verdringt het de vrijheid en….zonder vrijheid is men ver verwijderd van de vooruitgang.

 

Met dank aan professor Jigoro Kano.

 

 

April 2019,

Willem Visser

 

© Willem Visser Coaching B.V.

Uitgebreide fotoreportage Grand Slam Düsseldorf 2019

Uitgebreide fotoreportage Grand Slam Paris 2019. Klik HIER

We gebruiken onder andere analytische cookies om ons websiteverkeer geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Meer informatie over de verwerkte gegevens kunt u lezen in onze privacystatement.

[X] Ik ga akkoord met bovengenoemde privacy verklaring