Nihon Sport

Foto’s Budodag 2022 Judo Bond Nederland

Zaterdag 26 maart jl. hebben we de Budodag 2022 bezocht die de Judo Bond Nederland jaarlijks organiseert op Sportcentrum Papendal.

Alle disciplines van de J.B.N. komen aan bod tijdens deze leuke dag. Je kon niet alleen de judomat op, maar er waren ook diverse theoretische sessies. Tevens kon de jongste jeugd gebruik maken van ‘meet and greet‘ met diverse topjudoka’s.

Dagvoorzitters waren Dex en Guillaume Elmont.

Via de Internetsite van de JBN vind je ook een leuk verslagje. Klik HIER

Ook op de Facebook pagina van de JBN staan leuke berichten over deze dag. Klik HIER

 

Onze foto’s zijn gemaakt door Harry van den Hurk. Zijn Internetsite vind je HIER en zijn Facebookpagina vind je HIER

Wil je een leuke fotoreportage van jezelf (hoeft geen sport te zijn); neem dan contact op met Harry en zeg dat je via Nihon Sport komt. Wij weten zeker dat je een speciale behandeling krijgt 😉

Fotoalbum NK Judo teams -18 Almelo 27.11.2021

Een compleet fotoalbum van het Nederlands Kampioenschap voor teams -18 jaar kun je HIER vinden.

JUDO-RANDORI COMPETITIE Nieuw platform wil judosport nieuw leven in blazen.

Persbericht

JUDOSPORT

 

JUDO-RANDORI COMPETITIE

Nieuw platform wil judosport nieuw leven in blazen.

De overwinning van Anton Geesink in Tokyo 1964 zorgde er voor dat Judo zich kon ontwikkelen tot een Olympische sport. Wanneer Geesink in Tokyo niet had gewonnen was de kans groot dat het IOC had besloten dat judo toch vooral een Japanse aangelegenheid was en daardoor voor een Olympische status niet in aanmerking kwam.

Nederland heeft sindsdien altijd op het hoogste judo niveau gepresteerd. Getalenteerde judoka’s bereikten de nationale en internationale top vooral dankzij een uitgebreid netwerk van sportscholen en verenigingen. Anno 2021 is de judosport in Nederland echter danig op zijn retour. Kickboksen, MMA, Krav Maga, BJJ etc. hebben Judo als populaire vechtsport inmiddels voorbij gestreefd.

Judo geniet in Nederland tegenwoordig vooral een status van pedagogische activiteit waardoor de doorstroming van talent stagneert.

Judo is een spel van balansverstoring met als doel de tegenstander met een judotechniek te overmeesteren. Judo is een beschaafde vechtsport waarbij judoka’s elkaar bevechten zonder elkaar met opzet te beschadigen. Voor beginnende en recreatieve judoka’s is het meedoen aan een judowedstrijd meestal echter niet zo leuk.

Wie pech heeft wordt een paar keer tegen de mat gezwiept en kan na enkele minuten weer naar huis. Een judowedstrijd levert daardoor doorgaans weinig sportplezier en weinig sportervaring op.

Om clubs en vooral judoleraren weer enthousiast te maken voor wedstijdjudo, is er nu een internet platform www.judo-randori-competitie.nl dat een andere opzet van wedstrijdorganisatie voor de judosport introduceert en dit d.m.v. een Competitie Tool wil faciliteren. Het platform is voorlopig gratis te gebruiken.

www.judo-randori-competitie.nl

 

Judo Magazine BV

7 oktober 2021

Fotoalbum NKT JUDO 11.09.2021

Een compleet fotoalbum van het NKT-judo van 11 september jl in Almere kun je HIER vinden.

Toshihiko Koga (1967 – 2021)

De judolegende Toshihiko Koga is op slechts 53-jarige leeftijd overleden. Hij was voor vele judoka een groot voorbeeld met zijn traditionele doch inventieve manier van judo. De manier van vastpakken (kumi-kata) waarbij hij bijvoorbeeld worpen met één hand aan de mouw maakte of twee handen aan één revers. Zijn fantastische worpen, zoals ko-uchi-makikomi en sode-tsurikomi-goshi.

 

Lees HIER verder

Veiligheid door Perfectie

In 1977 verscheen er een boek van de hand van Anton Geesink met de titel “Veiligheid door Perfectie”.
Op de voorpagina Anton Geesink die, in een blauwe judogi, een migi uchi mata uitvoert, die door Leo de Vries, in een gele judogi, wordt geblokkeerd op een manier die vele judoka van nu niet kennen en ook tai sabaki is duidelijk zichtbaar!
Gelukkig is van het experiment met gekleurde judogi alleen blauw overgebleven, want er was al genoeg ‘lawaai en bonte kermis’ in de ontwikkeling van Judo.

In dit artikel gebruik ik de titel van het boek, niet omdat er nu een boekbespreking volgt, maar omdat ‘Veiligheid door Perfectie’ een uitstekende oneliner is van Anton Geesink die in deze tijd, 2020, nog zeer wel van kracht is.
(Overigens zijn er nog wel meer oneliners van Anton Geesink, zoals: “Je mag een eigen mening hebben, maar deze moet wel dezelfde zijn als die van mij, Anton Geesink”; een mening bevindt zich vaak midden op de lijn tussen onwetendheid en kennis…..
Een andere, altijd zeer goed te gebruiken, oneliner en helaas ook in onbruik geraakt is:
“If you want to be a champion, you have to look like a champion” een gezegde van Anton Geesink die zelfs als inspiratie-afbeelding in de Kokushikan Universiteit hangt; de Kokushikan die onder andere de Olympische Kampioenen Saitoh, Ucheshiba en Suzuki heeft opgeleid. Overigens staat er in het zicht van de dojo een boom, die daar door Anton Geesink is gepland en die nu letterlijk is uitgegroeid tot een groot symbool……)

‘Veiligheid door perfectie’ impliceert, terecht, dat imperfectie tot onveiligheid kan leiden. Onveiligheid kan dus de oorzaak zijn van een blessure.
Perfectie is een garantie voor veiligheid!

In een vorig artikel heb ik geschreven over ‘Hazumi & Ikioi’, over ‘essentie & hulpmiddelen’. De essentie in judo is techniek en de hulpmiddelen zijn vormen van kracht en uithoudingsvermogen. Zonder al teveel het vorige artikel opnieuw te herhalen is het hier wel noodzakelijk om nog eens te stellen, dat de hulpmiddelen de essentie nooit mogen overschaduwen, omdat Judo dan onherkenbaar wordt en vooral omdat Judo daarvoor niet ontwikkeld is. Of men nu spreekt over Judo als pedagogisch spel, als sport, als Olympische sport of als beweging-culturele activiteit, altijd moet Judo doordrongen blijven van de specifieke, unieke en grote waarden, die zo kenmerkend zijn voor Judo.
Perfectie houdt in Judo in, dat techniek en beweging optimaal, geconditioneerd naar Judo, moeten worden ontwikkeld. Dat geldt niet alleen voor aanvalstechiek, maar ook verdedigingstechniek.

Het internationale wedstrijdreglement heeft bijvoorbeeld kani basami en waki gatame vanuit staande positie om veiligheidsredenen verboden.
(Overigens is het aan de kennis en verantwoordelijkheid van de scheidsrechter om over waki gatame uit staande positie te oordelen en daarin worden, ook internationaal, grove fouten gemaakt.)
In het benoemen van de essentie van Judo maak ik onderscheid in techniek en beweging; niet te scheiden en wel te onderscheiden. Beiden verdienen aandacht om nader beschreven te worden.
In mijn boek ‘Kodokan Go Kyo no Waza’ beschrijf ik werptechnieken, ik geef een fundamentele voorbereidende beweging bij iedere worp aan en de biomechanica wordt middels een tekening verklaard. (Naast die fundamentele voorbereidende bewegingen zijn er andere voorbereidende bewegingen mogelijk!)
In de totaalopleiding van een judoka hoort dus ook de specifieke houdings- en bewegingsvorming voor Judo, zoals shizen tai, jigo tai, kumi kata, tai sabaki, shintai, kuzushi, tsukuri.
Volledige beheersing van shizen tai, jigo tai, kumi kata, tai sabaki, shintai, kuzushi, tsukuri en het perfect kunnen uitvoeren van nage waza en ne waza geven stabiliteit aan de judoka. Het overmatig aandacht besteden aan kumi kata en geen aandacht besteden aan shizen tai, jigo tai, tai sabaki, en shintai, en weinig aandacht besteden nage waza en ne waza is een grote tekortkoming in judo-onderwijs en judotraining!
(In het boek « le judo, évolution de la compétition » van Patrick Vial, Daniel Roche en Claude Fradet wordt kumi kata beschreven op pagina 15 t/m 53. ISBN 2-7114-0748-9)

In een totaalopleiding wordt de judoka zodanig ontwikkeld, dat deze in staat is om ‘geconditioneerd’ te ageren in en te reageren op iedere situatie. Er moet een automatische balans zijn en er is niet de minste onvolkomenheid mogelijk; snel en adequaat inspelen op steeds wisselende situaties, veelal beperkt door tijd en ruimte; meester blijven over de situatie.
Perfecte techniek-uitvoering alleen is niet voldoende; ook houding en beweging moeten perfect zijn, zowel in aanvallend als in verdedigend opzicht.
Voor een perfecte judo-techniek, voor een perfecte judo-houding en voor een perfecte judo-beweging, voor die ontwikkeling is de leraar/coach verantwoordelijk; vooral de leraar die de basisvorming heeft onderwezen, getraind en geleid.

Dat betekent dus dat de leraren die de basisvorming ‘doen’ zeer deskundige leraren moeten zijn. Judo is een ongekend gecompliceerde bewegingsvorm en ook de intelligentie van de leraar speelt een grote rol in dezen, omdat de basis van biomechanica, dynamica en logica ‘geprojecteerd’ moet worden op het individu, het individu dat altijd verschillend is.
(In de opleiding van leraren hoofdzakelijk bezig zijn met ‘zitvoetbal’, ‘haasje over’ en ‘kindertjes kata’ leidt niet tot de deskundigheid die vereist is om judoka perfect op te leiden.)

Als een judoka geblesseerd raakt, dan moet de leraar of coach zich verantwoordelijk voelen voor de basisvorming; techniek, houding, beweging. Ook als een judoka een wedstrijd verliest moet de leraar of coach zich verantwoordelijk voelen, ook in het geval van mentale tekortkomingen van de judoka!

Een judoka die verliest of geblesseerd raakt vanwege een omissie in de basisvorming mag daarvoor de leraar, die de basisvorming geleid heeft, verantwoordelijk achten. Evenzo goed als dat men de krachttrainer of conditietrainer, die verkeerd periodiseert, verantwoordelijk mag achten.
Als een judoka zwaar geblesseerd raakt tegen het einde van het Olympisch kwalificatie traject, bijvoorbeeld door onjuist bewegen (niet geconditioneerd judo-bewegen) dan is niet hij of zij, maar de leraar en/of de coach verantwoordelijk.

En bovenstaande leidt tot de gevolgtrekking, dat de verantwoordelijken voor opleidingsprogramma’s niet meer kracht, maar meer intelligentie in de opleidingsprogramma’s moeten brengen.

Hoe hoger het niveau van judo-beoefening is, des te specifieker, diepgaander en individueler de begeleiding moet zijn.

Met dank aan mijn leraren: sensei J. Vanderhorst (zeven jaar de basisleraar van Anton Geesink), sensei Wim Cobben en sensei Ichiro Abe.

200227
Willem Visser
8e dan Judo IJF

De Judo Bond Nederland, een levende organisatie

Zelfs op grote afstand lees of hoor ik over de ontwikkelingen van de JBN.
Natuurlijk ben ik, al 60 jaar lid van de JBN, nog steeds belangstellend en het is verontrustend om te vernemen, dat het niet goed gaat met de JBN.

Te vaak zie ik in het digitale JBN blad oproepen om leden op te geven of acties om leden te werven.
Ook las ik onlangs een ‘adviesrapport’ van een 70+ club, waarin ook, tussen de regels door, zorg werd uitgesproken over de kwaliteit van de JBN en het ‘adviesrapport’ was ook geschreven om 70+ers als lid van de JBN te behouden. (Dit moet wat mij betreft los worden gezien van het uiterst opmerkelijke middel dat 70+ adviseert; ook lijkt het mij obsessief als iedere verongelijkte groepering binnen de JBN meteen een legitieme status krijgt van adviesorgaan voor gevraagd en ongevraagd advies aan bestuur of portefeuillehouder breedtesport.)

Naast de twee bovenstaande voorbeelden speelt nog steeds ‘het gedwongen loskoppelen van zeer goed presterende tandems van judoka en coach’ met de daarmede gepaard gaande vernedering van hard aan de weg timmerende coaches en clubs. Overigens is dit loskoppelen ook in strijd met de uitspraak van Pieter van den Hoogenband, die onlangs in een Tv-programma juist de samenwerking tussen coach en topsporter propageerde en roemde.

Deze en andere informatie inspireerde mij om het onderstaande artikel te schrijven ter overweging voor allen die participeren in een organisatie, voor leidinggevenden in een organisatie en natuurlijk vooral bedoeld voor het JBN-bestuur en voor hen die het JBN-bestuur kiezen en controleren.

 

De JBN behoort een levende organisatie te zijn.

Dynamiek en innovatie zijn onderdelen die horen bij het begrip “levende organisatie” en dynamiek en innovatie moeten dus ook vast verbonden zijn aan de JBN.
(Het vaststellen van de eigen identiteit en het verwerven van eigen kracht gaan vooraf aan de onderdelen dynamiek en innovatie. Hier ga ik nu niet op in, ook omdat ik hierover al eens heb geschreven.)

Een levende organisatie overleeft alleen als men in staat is om zich aan te passen aan en in te spelen op de voortdurende veranderingen in de wereld om zich heen, zowel persoonlijk, in de eigen (comfort)zone of werksector als wel in het grote geheel.
Men moet dus voeling en binding houden met de wereld om zich heen.
Een levende organisatie is een voortdurend lerende organisatie.

Levende, lerende organisaties hebben, in een steeds veranderende en complexe wereld, meer kans op overleven, meer kans op ontwikkeling.
Succes komt tegenwoordig neer op het mobiliseren van zoveel mogelijk van de kennis die een organisatie ter beschikking staat. Die kennis wordt van binnenuit en van buitenaf gegenereerd, getolereerd zelfs. Daarvoor moet ruimte en vrijheid worden gecreëerd; ruimte is immers essentieel voor een kennisintensieve organisatie en vrijheid is een bron voor creativiteit.
De JBN moet het vermogen om de kansen in de eigen omgeving, intern en extern, benutten om verder te verbeteren.
Alle professionals van de JBN moeten het vermogen bezitten om te bewegen en dat bewegen moet gericht zijn op ontwikkeling; vooral als geheel bewegen in plaats van zich in geĂŻsoleerde territoria op te houden en zichzelf achter grenzen te verschansen.

(Het is wellicht goed om het begrip professional te plaatsen tegenover het begrip vrijwilliger. De JBN kent professionals, de leraren/coaches, en vrijwilligers. Het is ‘vreemd’ dat de JBN wordt geleid door de vrijwilligers; het is ‘ongewenst’ dat de JBN wordt geleid door vrijwilligers omdat, oneerbiedig gezegd, de ‘hulpmiddelen’ de ‘essentie’ overschaduwd! Ook hier ga ik nu niet verder op in, omdat ik in vorige artikelen ook al heb geschreven over professionals versus vrijwilligers en over essentie en hulpmiddelen. Het zal duidelijk zijn dat ik het zeer betreurenswaardig vindt, dat de JBN niet wordt geleid door de professionals van de JBN. Hier in Frankrijk wordt de bond geleid door judo-leraren en
daarom is de FFJ zo’n grote en in vele opzichten, (eigen identiteit/eigen kracht), sterke judobond. Dit is ook kritiek op de professionals binnen de JBN en ik hoor hen roepen “en waar was jij dan?”; welnu, in 2013 en in 2016 heb ik me gemeld voor het voorzitterschap en onder leiding van voorzitter en later interim voorzitter van de Hel ben ik in de doofpot gestopt, waar ik juist voor mijn crematie, zie YouTube, uit ben bevrijd…..)

Bestuursleden moeten het individuele potentieel benutten om nieuwe gedragspatronen -nieuwe vaardigheden- te ontdekken en te implementeren.
Directe communicatie, in plaats van passief en gelaten afwachten, is het middel om een vaardigheid van een individu in te zetten en ook over te brengen op de gehele gemeenschap.

Het woord dynamiek is in dit artikel gebruikt. Dynamiek kan niet louter en alleen gedefinieerd worden als het verrichten van inspanningen. Daarmee doet men het begrip dynamiek tekort, want voor gepassioneerde professionals is het leveren van inspanningen niet moeilijk. Dynamiek wordt echt dynamiek als er nog een component aan toe wordt gevoegd, namelijk: het overwinnen van hindernissen.
Werken op het niveau van manager, directie en bestuur bestaat hoofdzakelijk uit het voorkomen en wegnemen van hindernissen. Daarvoor moet men voortdurend bewegen, moet men voortdurend leren, voortdurend zoeken naar nieuwe gedragspatronen en deze inbrengen.

Het woord innovatie is ook genoemd. Onder innovatie kan worden verstaan dat men steeds weer vorm moet geven aan steeds weer nieuwe signalen en steeds weer nieuwe gebeurtenissen. Als men daarin slaagt, dan is men innovatief.
Om innovatief te zijn is creativiteit nodig.
Vroeger werd nog wel eens het woord proactief gebruikt. Dat woord heb ik persoonlijk afgeschaft, omdat pro-activiteit een achterhaald begrip is en omdat het steeds weer wordt ingehaald. Pro-activiteit kan beter vervangen worden door creativiteit.
Creativiteit brengt mensen in beweging en beweging is een kenmerkend teken van leven. Creativiteit kan ook de JBN in beweging brengen en kan de JBN tot een levende organisatie maken.
Een levende JBN heeft de toekomst, ook als er hindernissen overwonnen moeten worden.
Een levende JBN wordt niet alleen gekenmerkt door waarden en rationele zaken; een levende JBN wordt ook gekenmerkt door de beleving van de mensen, mensen die verbonden zijn met de JBN.
Die beleving genereert creativiteit en de verbondenheid zet aan tot ongekend bewegen.

Kortom, eigen identiteit, eigen kracht, dynamiek, innovatie en creativiteit zijn vijf bouwstenen waarmee men een moderne organisatie, een moderne JBN opbouwt. En ook bij renovatie zijn deze vijf onderdelen leidend.

Een levend JBN-bestuur zal inspirerend, voorbeeld stellend en stimulerend moeten zijn voor de gehele organisatie.
De noodzaak tot synergie en een bewuste bijdrage leveren aan het grote geheel is een belangrijke taak voor de nabije toekomst.

200205
Willem Visser
8e dan Judo IJF

Yordi van Lieshout wint regionale “Jan Wetzer Stimuleringsprijs”

Bertie Wetzer overhandigt Yordi van Lieshout een adidas judopak

Helmond, – De Lieropse judoka Yordi van Lieshout heeft de regionale Jeugdstimuleringsprijs toegekend gekregen; een van de 3 prijzen die jaarlijks vergeven wordt vanuit de “Jan Wetzer Stimuleringsprijs”.

“Hij is een judoka die ervoor gaat ook in moeilijke tijden. Dan blijft hij vasthouden aan zijn sport en haalt daar het plezier uit. De sport judo vindt hij zo leuk dat hij zelfs een opleiding gezocht heeft die dichtbij de sportschool ligt. Dit om maar te blijven groeien in het judo.”

Deze motivatie sprak juryvoorzitter Bertie Wetzer aan. “Yordi heeft een erg moeilijk jaar achter de rug maar de liefde voor de sport helpt hem er doorheen.”

Yordi komt uit een echte judofamilie. Vader John van Lieshout en moeder Claudia van Lieshout – Moors wonnen tal van nationale en internationale judotitels. Zusje Joanne is een van Nederlands grootste judotalenten en wint momenteel alles wat er te winnen valt in haar leeftijdsklasse. Maar ook oom Peter en tante Jessica hebben tal van judotitels op hun naam staan.

Yordi’s oudere broer Youri was ook judoka maar stierf afgelopen jaar op 17-jarige leeftijd na een kort maar heftig ziekbed. Vorige maand overleed ook opa Joseph van Lieshout die al tientallen jaren zijn zonen John en Peter en later zijn kleinkinderen supporterde vanaf de tribune.

Yordi hoopt volgend schooljaar de overstap te kunnen maken naar het Joriscollege in Eindhoven; een LOOT-school die het mogelijk maakt wedstrijdsport te combineren met school. Yordi traint, net als zijn zusje Joanne, bij Essink Sportcentrum in Eindhoven.

Bertie Wetzer overhandigde Yordi afgelopen week alvast een wedstrijd judopak van adidas. Yordi krijgt een Stimuleringsprijs van in totaal 500 euro aan sportkleding en accessoires die hij zelf mag uitzoeken op www.nihonsport.nl

Komende weken worden de landelijke Stimuleringsprijs voor een jeugdsporter (-16) en de Verenigingsprijs nog uitgereikt. De winnaars zijn al geĂŻnformeerd.

In memoriam Bart Coumans

Met ontsteltenis hebben we kennis genomen van het overlijden van Bart Coumans. We kennen Bart als een gepassioneerd judoka en medewerker van de dopingautoriteit.

Bart was sinds afgelopen jaar ook betrokken bij deze Blogpagina en wilde met regelmaat bijdragen leveren om sporters te informeren.

Wij wensen zijn vrouw, familie, vrienden en collega’s ontzettend veel sterkte met het verlies van Bart.

Peter Wetzer

 

Bron: http://www.dopingautoriteit.nl

 

 

In memoriam Bart Coumans

13 juni 2017

Op 12 juni is onze collega Bart Coumans overleden. Bart stierf thuis aan de gevolgen van een hartstilstand. Dit is voor ons een volledig onverwachte, onwerkelijke en onbegrijpelijke gebeurtenis.

afbeelding bij In memoriam Bart Coumans

Bart was altijd het toonbeeld van sportiviteit. Zijn voornaamste passie lag bij het judo, waar hij de derde dan had behaald. Met veel enthousiasme trainde hij zelf en was hij betrokken bij het geven van cursussen. Daarnaast deed hij aan crossfit, liep hij hard en fietste graag.

Ook in zijn werk, als hoofd van de afdeling preventie, was hij altijd buitengewoon betrokken. Hij nam deel aan vele nationale en internationale werkgroepen en was lid van het ‘Education Committee’ van het Wereld Anti-Doping Agentschap en van de ‘Advisory Group on Education’ van de Raad van Europa. In Nederland was hij stuurgroep-lid van het Onderzoeksprogramma Sport en voorzitter van de pijler ‘Presteren’. Hij was een graag geziene gast op (inter)nationale congressen, symposia en vergaderingen.

Zijn overlijden is een grote slag voor zowel zijn collega’s van de Dopingautoriteit als alle andere nationale en internationale collega’s. Bart heeft heel veel voor ons vak betekend, en wij kunnen ons het werk niet voorstellen zonder hem.

Bovenal mist de wereld met het overlijden van Bart een buitengewoon aimabele man. Wij zullen zijn lach, zijn grappen en zijn grote betrokkenheid en professionaliteit enorm missen. Wij wensen zijn vrouw Annie, zijn familie en zijn vrienden veel sterkte met het verwerken van dit onnoemelijke verlies.

Fysiotherapie onmisbaar

Bron: InFysio (http://magazine.infysio.nl/)

Interview judoka Henk Grol & meerkampster Nadine Broersen

Topsporters belasten hun lichaam zwaar. Wat betekent dat voor eventuele blessures en welke rol speelt fysiotherapie daarbij? We spreken eerst met top­atlete en meerkampster Nadine Broersen en daarna met judoka Henk Grol over de rol van fysiotherapie rondom trainingen en wedstrijden.

Binnen de meerkamp worden alle onderdelen gedaan. Er ontstaan veel verschillende blessures. Nadine: “Ik zie veel achillespeesblessures, maar daar heb ik gelukkig nog geen last van. Wel al eens een scheurtje in mijn hamstrings opgelopen en drie weken voor een EK mijn mediale enkelbanden ingescheurd.

Trainingshardheid

“Ik heb van nature de neiging om te lang door te gaan. Omdat we veel trainen met een grote omvang ga je niet bij elk pijntje direct stoppen. Je bouwt natuurlijk door de jaren heen ook wel een bepaalde trainingshardheid op. Vroeger ging ik soms echt te lang door, maar nu – met meerdere jaren ervaring – weet ik steeds beter wanneer ik op tijd moet ingrijpen. Mijn coach speelt daarbij een redelijk grote rol. De coach kan altijd ingrijpen of natuurlijk de training stoppen.”

Allemaal een andere visie

De fysiotherapeut wisselt nogal eens bij de bond. Op Papendal is er via het SMCP (SportMedisch Centrum Papendal) een fysiotherapeut beschikbaar. Naar het buitenland gaat weer een andere fysiotherapeut mee. Nadine reageert: “Ik heb 5 verschillende fysiotherapeuten gezien in de afgelopen 8 jaar.”
Het lijkt voordelig als je één fysiotherapeut hebt die overal bij is. “Toch is dat niet altijd zo”, nuanceert Nadine. “Een andere fysiotherapeut heeft toch weer een ander inzicht, ze hebben allemaal een verschillende visie, soms reageer ik goed op een alternatieve aanpak.” Nadine reageert ook goed op de manueel therapeut. “Ik laat 1 keer per maand de manueel therapeut alles bekijken en recht zetten, indien dat nodig is. Maar soms als de manueel therapeut mee gaat naar een toernooi wordt er weleens 4 keer wat recht gezet in 2 weken. Dat is voor mij weer niet goed, ik heb dan het gevoel dat mijn lichaam het niet meer zelf kan oplossen.’’

Goed overleg

Nadine is veranderd van coach waardoor ze nu niet meer fulltime in Papendal verblijft. ‘’Ik heb gemerkt dat een eigen team om je heen eigenlijk het ideale plaatje is. Dat is het voordeel van de trainingskampen. Je hebt dan gedurende het kamp het gehele team om je heen, vaak is er dan ook nog een sportarts beschikbaar. In de dagen dat ik niet op Papendal zit, moet ik veel meer zelf regelen, ook met betrekking tot de fysiotherapeuten. Ik vind het erg fijn dat de betrokken fysiotherapeuten bereid zijn goed met elkaar, met de sportarts en mijn coach te overleggen.’’

Voor Nadine was de fysiotherapeut aanvankelijk niet in beeld. Nadine: “Ik kwam in 2009, op 18-jarige leeftijd, bij de nationale selectie. Ik was daarvoor nog nooit naar een fysiotherapeut geweest. Maar wat ik inmiddels wel heb geleerd en ervaren is dat voor mijn topsportcarriùre als meerkampster fysiotherapie echt onmisbaar is.’’

Judo doet altijd pijn

“Rugklachten, knieklachten, liesklachten, schouderproblemen, spierblessures, gebroken teen en duim, AC-luxatie, sternum- en polsfactuur, ach welke blessure heb ik nog niet gehad”, antwoordt Henk op de vraag naar zijn blessureverleden. “Weet je wat het is, topjudo en blessures horen bij elkaar. Judo doet altijd pijn. Judo is vechten en daar hoort ‘lijden’ gewoon bij.”

Rode vlek

De fysiotherapeut is voor veel judoka’s onmisbaar, maar ook vaak een rode vlek. Natuurlijk zegt de fysio vaak dat de sporter rust moet nemen, maar dat kan gewoon niet altijd. ‘’Of er wordt een scan geadviseerd, maar wat heb ik daaraan?’’ vult Henk aan. ‘’Ik heb er vaak niets aan. Het is een continue strijd van wat nog wel en niet verantwoord is Ă©n ik luister slecht.’’

Slecht luisteren

Dat ‘slecht luisteren’ is niet altijd een positieve eigenschap. ‘’Ik ben met serieuze klachten en vele waarschuwingen gewoon ook te lang doorgegaan. Vooral de laatste 7- 8 jaar heb ik vaak toch te veel risico’s genomen. Wordt er een rusttijd van 6 weken geadviseerd, ben ik na 2 weken toch weer zo onrustig dat ik alweer aan de trainingen begin. Sommige blessures zijn daardoor veel langzamer hersteld en heb ik een veel lagere hersteltijd gehad. Slecht luisteren komt ook door mijn eigen interne druk van ‘het moeten’.

De combinatie van slecht luisteren en steeds moeten heeft me heeft veel gebracht, maar daardoor heb ik die gewilde Wereldtitels en Olympische titel gemist. Ik heb dat losgelaten. Ik heb nu veel meer plezier in het judoĂ«n. Dat is heerlijk.’’
Henk heeft via Matrix Fitness de beschikking over een eigen Gym of zoals ze zelf noemen: Henk’s IJzerwinkel. Daar doet hij zijn krachttrainingen en/of hersteltrainingen tijdens revalidatieperioden.  Via de topsportpolis heeft hij onbeperkte vergoedingen voor fysiotherapie. De fysiotherapeut speelt bij Henk geen rol in de krachttraining of zoals Henk zegt: “Daar heeft de fysio geen verstand van.”

Papendal

Henk zit nu fulltime op Papendal en heeft daarmee ook gemakkelijk toegang tot SportMedisch Centrum Papendal (SMCP). Dat is voor Henk belangrijk want zoals hij zelf zegt: “Topsport zonder fysiotherapie is niet te doen.” Hij geeft een speciale pluim aan zijn huidige fysiotherapeute Cynthia Bos. ‘’Zij is echt heel goed. Dry Needling werkt ontzettend goed. Zij ‘prikt’ perfect en ze kan heel goed tapen. Cynthia gaat ook mee naar toernooien waar ze heel goed omgaat met de wedstrijdspanning, de pijntjes en de rol van de fysiotherapeut.’’
Het fulltime verblijf op Papendal bevalt prima, maar Henk is wel kritisch. ‘’Vooral voor jonge judoka’s is Papendal in mijn optiek misschien een te luxe situatie. Judo is ook vechten en ‘lijden’ hoort daarbij.

Als je alles zo goed faciliteert en bij elke pijntje naar de sportmedische begeleiding stapt dan kun je de pijn niet meer zo goed verdragen. Terwijl pijn gewoon bij de judosport hoort.’’

We gebruiken onder andere analytische cookies om ons websiteverkeer geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Meer informatie over de verwerkte gegevens kunt u lezen in onze privacystatement.

[X] Ik ga akkoord met bovengenoemde privacy verklaring