Nihon Sport

Talentontwikkeling met Olympisch judocoach Benito Maij

Benito vertelt in deze blog hoe hij zijn judoka’s coacht en hoe hij hierin negatieve (coach) ervaringen gebruikt om het nu anders te doen.

“Wat wil je zelf”

Benito was in zijn jeugd Europees kampioen bij de junioren. Benito ouders hebben hem altijd fantastisch ondersteunt tijdens zijn judo carrière. Zijn vader was super gedreven. Benito ervaarde door de gedrevenheid van zijn vader een bepaalde druk om te moeten presteren. De focus lag destijds misschien wel teveel al op winnen en veel te weinig op plezier en het ontwikkelen van skills en vaardigheden.

Benito vader overleed toen hij 21 jaar was. Na het overlijden van zijn vader keek Benito anders naar zijn sport. Benito wilde graag naar een diëtist, omdat hij wat wilde doen aan zijn vetpercentage. Zijn toenmalige coach zei tegen hem, je moet eigenlijk gewoon naar een sportpsycholoog, want ik denk dat er andere zaken spelen, die maken dat je vetpercentage toeneemt. De sportpsycholoog stelde Benito de volgende vraag: “Wat wil je zelf”. De sportpsycholoog stuurde Benito naar huis om over deze vraag na te denken. Benito beantwoorde deze vraag een week later aan zijn sportpsycholoog. Hij zei dat hij geen zin meer had om te judoën. Alle plezier was verdwenen.

“Plezier zorgt dat je jezelf verder wilt ontwikkelen”

Nadat Benito gestopt was met judo begon hij een opleiding bij de mariniers. Na deze opleiding heeft hij nog diverse specialistische opleidingen gevolgd bij de mariniers. Tijdens zijn carrière bij de mariniers ging hij militairen judo trainingen geven. Vlak na deze periode werd Benito gebeld door Cor van der Geest of Benito niet in Haarlem één keer per week trainingen wilde geven. Benito kreeg steeds meer plezier in het geven van judo trainingen. Ik zie dit vaker bij ex topsporters. Als ze wat doen wat ze leuk vinden, dan willen ze zich hierin maximaal ontwikkelen. Benito legde het volgende pad af als coach: trainer bij Kenamju, coach, hoofd opleiding, talent coach, pré Olympisch coach en nu Olympisch judo coach.

Papendal – nieuwe judocultuur ontwikkelen

Voordat alle judoka’s centraal trainde op Papendal, trainde de judoka’s bij hun eigen judo vereniging. Na de Olympische Spelen van Londen werd besloten om het judo verder te professionaliseren in een Centraal gestuurd programma op Papendal. De beste atleten werden gevraagd om zich te conformeren aan dit Nationale programma. Hier werkt een team van coaches en externe begeleiders fulltime aan deze projecten.

Toen de judoka’s net startte op Papendal namen ze de cultuur, die heerste op hun oude judo vereniging mee naar Papendal. Hierdoor ontstond een mix van culturen, waarin eenheid gebracht moest worden. Vanuit de top van de judobond werden de kernwaarden en de cultuur voor Papendal op papier gezet. Resultaat van deze inspanning leidde helaas niet tot een nieuwe gewenste cultuur.

Cultuur vastleggen: top – down of buttom – up?

Op Papendal werd pas een nieuwe cultuur en waarden en normen vastgelegd, na input van de top judoka’s. Op basis van de input van deze judoka’s is de juiste cultuur ontstaan, waarin de heren en dames hun eigen trainingsprogramma’s en cultuur hebben.

Blog met Bram Verbruggen over vaststellen van cultuur: https://bit.ly/3wnCXTw

Wat is talent?

Benito geeft aan dat je talent hebt als je de juiste skills voor een bepaalde sport beheerst en in staat bent om uit te voeren wat je wordt uitgelegd. Om uiteindelijk de top de halen is het belangrijk om de juiste keuzes te maken en een bepaalde levensstijl te hebben. Hieronder verstaat Benito onder andere een juiste slaap-, drink-, eet, trainingsritme aan te houden.

“Niet de grootste talenten halen de top. Het gaat om de bereidheid om steeds beter te willen worden, stap voor stap”. En om niet op te geven ook als het even tegen zit.

Wat of hoe communiceren

Cor van der Geest kon vroeger iemand in een wedstrijd naar een overwinning coachen. Tegenwoordig mag je als coach tijdens wedstrijden alleen aanwijzingen geven als het spel even wordt stilgelegd. Je kunt in de huidige tijd niemand meer naar de overwinning coachen. Een judoka moet in staat zijn om zelf een wedstrijd te lezen.

“Fouten maken verrijkt je ontwikkeling”

Benito geeft aan dat hij in zijn coaching het individu centraal stelt. Hij helpt elke judoka zijn eigen individuele procesdoelen vorm te geven. In dit proces stuurt, helpt, begeleidt en stelt hij open vragen aan zijn judoka’s. Wat willen ze en hoe willen ze dit gaan bereiken?

Benito daagt je uit om na te denken over de volgende vraag. Leert een sporter van het voorkomen van fouten door constant te coachen? Of is het juist goed dat een sporter ook wel eens verliest? Benito geeft aan dat verliezen nieuwe leermomenten creëert, die zorgen voor verdere ontwikkeling.

De sporter ervaart door een verliespartij zijn eigen tekortkomingen en gaat hier zelfstandig en/of met behulp van een coach mee aan de slag. Als een sporter een wedstrijd verliest, dan zul je als coach er moeten zijn. Je mag een sporter nooit laten vallen, omdat het resultaat niet is, zoals je dat als coach had gehoopt en/of verwacht. Benito leert zijn judoka’s in de spiegel te kijken. Benito kan deze spiegelrol vervullen. Doel is dat de sporter zelf leert in te zien wat er nodig is om verder te groeien. Een sporter krijgt door dit proces eigenaarschap over zijn individuele ontwikkeling. Dit is goed voor de intrinsieke motivatie en als het niet gaat zoals het zou moeten gaan, dan weet de sporter dat hij of ze naar zichzelf moet kijken.

Sommige coaches kiezen voor een directieve manier van coaching. Deze coaches vertellen hun sporters exact wat ze moeten doen. Door constant voor te zeggen hopen ze dat er gewonnen wordt. Bij winnen en succes krijgt de coach ook veel credits. Sommige sporters vinden een directieve manier van coaching in hun proces beter in hun ontwikkeling passen. Benito vraagt zich af of deze manier van coaching op de duurzame resultaten oplevert.

Sporters moeten hierin kijken, waarin ze behoefte hebben en ze zouden eigenlijk ook moeten kijken welke leerstijl (bron Ciska de Bruijn: sportpsycholoog) ze zelf hebben. We kennen de volgende vier leerstijlen van Kolb (leerstijl uitgelegd aan de hand van hoe om te gaan met een nieuwe mobiele telefoon):

  1. Doener: stopt batterij in de telefoon en gaat gewoon proberen.
  2. Observeerder: vraagt aan omgeving met dezelfde telefoon om te laten zien hoe deze telefoon werkt.
  3. Denker: leest eerst de gebruiksaanwijzing en gaat dan aan de slag.
  4. Pragmaticus: leest de gebruiksaanwijzing stapsgewijs en checkt wat hij of ze heeft gelezen.

Elke leerstijl heeft behoefte aan een andere manier van coaching.

Vertrouwen

Benito houdt ervan een vertrouwensband op te bouwen met de judoka’s die hij coacht. Hij wil niet coachen op basis van hiërarchie, echter er moet op een natuurlijk manier verschil zijn tussen sporter en coach. Benito bouwt zijn vertrouwensband met zijn sporters op door open en eerlijk te communiceren. Je gaat samen voor de weg, die uiteindelijk moet leiden tot een bepaald resultaat. Niet alleen de sporter gaat vol energie aan de slag, maar ook de coach moet met dezelfde energie aan de slag gaan. Zichtbaar moet zijn dat beide hetzelfde nastreven.

“Ook een coach moet 100% energie leveren; elke dag opnieuw”

Onder open en eerlijk communiceren verstaat Benito ook dat zijn judoka’s kritisch naar hem kunnen zijn. Kritisch en open naar elkaar in een omgeving, waar respect voor elkaars persoonlijkheid aanwezig is.

Differentieel leren

Benito geeft aan dat breed motorisch leren bewegen zo belangrijk is. Op lagere scholen zou hier veel meer aandacht aangegeven moeten worden. Door balspellen wordt het breed motorisch ontwikkelen van de voet – oog en de hand – oog coördinatie verbeterd.

Het zou een mooie ontwikkeling zijn als judo verenigingen verschillende aspecten uit andere sporten gebruiken, die de judoleerlingen helpen om zich nog beter breed motorisch te leren bewegen. In het meer jaren opleidingsplan van de judobond is het belang van breed motorisch bewegen opgenomen.

Bij het krijgen van een nieuwe kleur slip of band gaat het om de juiste wijze van het uitvoeren van de judotechnieken. Benito: “Waarom integreren we geen oefenvormen uit het Athletic Skills Model in het examen, zonder dat dit direct hoeft mee te wegen in het eindoordeel. Deze oefenvormen voegen plezier aan het examen toe”.

“Breed motorische oefeningen toevoegen aan het examen”

 

Procesdoelen

Procesdoelen zijn hele concrete doelen die alle kleine stapjes bevatten die je nodig hebt om een resultaatdoel te bereiken. Ze focussen, zoals de naam al zegt, op het proces dat je levert om tot het gewenste resultaat te komen. Procesdoelen zijn ontzettend belangrijk bij het doorzetten en volhouden van je acties en richten zich op het creëren van vaardigheden. Je bent niet bezig met WAT (resultaat), maar HOE (proces) je je doel wil bereiken. Door de stapjes duidelijk en concreet te houden, weet je precies wat je moet doen en helpt ook dit je om gemotiveerd te blijven trainen om je einddoel te bereiken. Je krijgt zo het gevoel dat je elke dag vooruitgang boekt, houdt het overzicht, ziet de stijgende lijn en helpen je zo om door te blijven zetten.

“Procesdoelen en resultaten doelen elke dag weer scheiden vraagt aandacht”

Benito geeft aan dat judoka’s het logisch vinden dat ze de procesdoelen op moeten schrijven. Een valkuil is dat er vervolgens toch vaak in de praktijk gekeken wordt naar het behalen van een bepaald gewenst resultaat. Het is lastig voor sporters om in hun procesdoelen te blijven. Dit is een leerproces, waarin een coach de taak heeft om de sporters hier op te wijzen en te helpen bij hun focus op de procesdoelen.

Passie & toekomstdroom

Benito geeft aan dat coachen het mooiste is wat er bestaat. Benito wil graag samenwerken met mensen, die het maximale uit hun sportcarrière willen halen. Het geeft hem energie om elke dag zich te kunnen ontwikkelen en te leren van de sporters en de externe specialisten, waarmee hij samenwerkt. Benito denkt dat als hij niets meer leert hij stopt met coachen.

“Durf kennis te delen”

Benito is bezig met het opzetten van een online sport platform (sportslink). Met dit platform wil hij sporters en coaches informeren, inspireren en enthousiasmeren. Durf informatie en kennis te delen, zodat iedereen zich verder kan ontwikkelen en we er samen voor kunnen zorgen dat de sport kan groeien naar een steeds hoger niveau.

Eigenschappen van een kampioen

Uit onderzoek is gebleken, dat Olympisch kampioenen één of meerdere van de onderstaande eigenschappen bezitten. Ik heb aan Benito gevraagd welke eigenschappen hij belangrijk vindt. Ik vroeg of hij achter elke eigenschappen een score tussen 0 en 10 wilde plaatsen.

Benito’s antwoord: “Als ik antwoord moet geven op deze vraag dan zou ik zeggen dat elke eigenschap een 9 moet zijn. Een 10 is iets realiseren wat onmogelijk is en zou leiden tot stilstand. Streven naar perfectionisme is ook het verbloemen van onzekerheid. Het is nooit goed genoeg. Het belangrijkste is om alle facetten (eigenschappen) die belangrijk zijn om het maximale uit je eigen carrière te halen in de range van 8-9 zitten. De kanttekening daarbij is wel dat ik liever zie dat alle kenmerken een 8 aantikken i.p.v. 5 × een 9, 5 × een 6 en 8 × een 4 (als voorbeeld)”.

  1. Het vermogen om angst te beheersen/controleren.
  2. (Zelf)vertrouwen
  3. Mentale weerbaarheid
  4. Sportintelligentie
  5. Focus / Flow
  6. Concurrentievermogen
  7. Sterke werkethiek
  8. Het vermogen om doelen te stellen
  9. Coachbaar
  10. Hoopvol
  11. Optimistisch
  12. Functioneel perfectionistisch
  13. Eigenaarschap
  14. Fouten durven maken
  15. Omgaan met pers – sociale media
  16. Controle over ademhalen
  17. Visualiseren
  18. Je eigen leerstijl kennen

Fotoalbum BUSHi Open Judotoernooi 12.12.2021

Een compleet fotoalbum van het BUSHi Open Judotoernooi kun je HIER vinden.

Fotoalbum NK Judo teams -18 Almelo 27.11.2021

Een compleet fotoalbum van het Nederlands Kampioenschap voor teams -18 jaar kun je HIER vinden.

Hajime Judo Podcast S204 – Een gesprek met de Wereldkampioenen nage-no-kata Erik Faes en Niels Neumann

In de vierde aflevering van seizoen twee heeft André van Meerkerk een gesprek met de Wereldkampioenen nage-no-kata van 2021 Erik Faes en Niels Neumann.
André spreekt in Tilburg met de mannen over het WK, hun resultaten van de afgelopen 10 jaar, hoe zij met kata en wedstrijden in aanraking kwamen, kata in het algemeen, de ontwikkeling van Erik en Niels, hun investeringen om aan wedstrijdsport te kunnen doen, hun doelen in de toekomst en nog veel meer.
Deze vierde podcast van seizoen twee duurt ongeveer 57 minuten en is te beluisteren op jouw podcast platform.
De Hajime Judo Podcast is te beluisteren via alle grote podcast platforms, maar ook via http://hajimejudopodcast.nl
 
Berichten of reactie via bovenstaande sociale media of mail naar andrevanmeerkerk@gmail.com

Fotoalbum adidas Internationaal Residentie Judo Toernooi Den Haag 13 – 14.11.2021

Een compleet fotoalbum van het adidas Internationaal Residentie Judo Toernooi kun je HIER vinden.

Willem Visser: 211031 Evaluatie NTC “Vanaf de zijlijn”

Na de Olympische Spelen in Tokio schreef ik een artikel met de titel 2032.

In dat artikel heb ik me vanaf de zijlijn onthouden van kritiek en het artikel 2032 gaat over de toekomst.

Korte tijd later ontvingen de judoka van de nationale selectie van de JBN een bericht met als afzender JBN. Men mag toch verwachten dat er een naam vernoemd zou worden als afzender, bijvoorbeeld de naam van de technisch directeur of van een andere leidende persoon uit de topsportsector; het was niet het geval!

Hieronder twee citaten uit het bericht van de onpersoonlijke JBN:

 

Achtergrond

We bouwen aan een succesvol NTC waar topsporters zichzelf continu verbeteren met als resultaat het behalen van gouden medailles. Aan het eind van 2020 is er een eerste evaluatieronde van de eerste periode van het NTC programma geweest. In aanloop naar en na afloop van de Olympische Spelen is de evaluatie voortgezet en afgerond, waarna een besluit is genomen over de structuur 2021-2024.

Evaluatie

De Olympische Spelen zijn reeds geëvalueerd met de Olympische coaches. De conclusie is duidelijk: er is ondermaats gepresteerd op de afgelopen Spelen. Er zijn meerdere zaken die hieraan ten grondslag liggen. Dit verschilt soms per individu, maar generiek kwamen de volgende zaken boven als oorzaken:

  • Mentale vaardigheden en de coaching in deze vaardigheden;
  • Onvoldoende samenwerking tussen coaches om zichzelf en sporters beter te maken;
  • Sporters worden vaak in hun comfortzone gelaten.

 

Achtergrond

Op basis van de evaluatie is er een besluit genomen over de structuur 2021-2024. En verderop staat een structuurschema, dat is ‘genomen’ uit een boek over cultuurverandering. Dat schema zal ik maar niet in dit artikel kopiëren.

Nu al acht maanden bakkeleien leiders van politieke partijen in Den Haag over structuren en cultuur, terwijl er zeer grote problemen zijn die vrijwel direct om oplossingen vragen! Structuren en cultuur zijn kennelijk belangrijker dan oplossingen en mogelijkheden voor mensen.

Structuren zijn hulpmiddelen en als men integer werkt aan hetzelfde doel, dan ontstaat er een cultuur; in het geval van Judo een cultuur gebaseerd op een eigen identiteit, op eigen kracht, met grote dynamiek, innovatie en creativiteit.

In het schrijven van de ‘onpersoonlijke’ JBN aan de judoka van de nationale selectie is de structuur HOOFDZAAK en geen hulpmiddel. De structuur overschaduwt echter de essentie, waardoor de essentie in de knel komt en mogelijk sterft.

De NOODZAAK om adequaat en snel te handelen wordt ook door het bestuur van de JBN niet ingezien.

 

Evaluatie

Er komen drie oorzaken ‘boven water’ waardoor “ondermaats is gepresteerd op de afgelopen Olympische Spelen”.  (De drie oorzaken worden “generiek” genoemd.)

De drie oorzaken zijn direct gekoppeld aan coaching; ook het laatst genoemde heeft betrekking op coaching.

Alvorens in te gaan op deze drie ‘generieke oorzaken’ mijn opvatting over selectiecriteria waaraan nationale coaches moeten voldoen:

 

  1. Judocoach met zeer goede sportopleiding, die zijn sporen in topjudo al heeft verdiend;

opleiding en coaching van Nederlandse kampioenen judo, alsmede aansprekende internationale successen van judoka, die door haar of hem zijn opgeleid.

  1. Ex topjudoka, Europees niveau, met een goede sportopleiding en ervaring in coaching.

 

De huidige nationale coaches kunnen dus langs deze selectiecriteria lat gelegd worden en dan kan de gevolgtrekking kan worden gemaakt, dat Maarten Arens, Michael Bazynski en Benito May ruimschoots aan deze criteria voldoen en dus door moeten kunnen werken om de doelstellingen te kunnen verwezenlijken.

Ook de directeur topsport moet een specialist in Judo zijn en het beste is dat ook hij/zij voldoet aan de twee gestelde criteria. Theo Meijer is een zeer goede technisch directeur!

Een nationale selectie is geen opleidingsinstituut voor coaches en de structuur moet dus niet worden misbruikt als selectie-instrument voor coaches. Dat houdt in dat een aantal coaches niet op dit niveau kunnen werken!

(Wat is toch de reden dat er nationale coaches zijn, die niet aan de bovenstaande criteria voldoen en zeker niet aan de hieronder genoemde competenties?)

Na die selectiecriteria kan men de competenties van een coach benoemen en voor het gemak van de ‘onpersoonlijke JBN’ zal ik dat meteen doen, waarbij ik met klem wil stellen, dat deskundige aanvullingen natuurlijk gedaan kunnen worden.

Competenties van een topcoach

  • Originele ideeën en zeer gedreven om deze ideeën uit te voeren en gericht op het bereiken van het doel;
  • Snel vaste patronen ontdekken in gebeurtenissen en het ontwikkelen van perspectieven voor de lange termijn;
  • Eenmaal aangesteld de taak organiseren en uitvoeren;
  • Sceptisch en onafhankelijk;
  • Eerlijk en betrouwbaar;
  • Hoge normen voor competenties en uitvoering van anderen en vooral van zichzelf;
  • Hoogwaardige sportspecifieke en sportechnische kennis en kunde;
  • Methodische en didactische vaardigheden;
  • Beïnvloedingsbekwaam;
  • Taakgerichte sociale vaardigheden;
  • Goede uitdrukkingsvaardigheid in woord en geschrift;
  • Meer dan gemiddelde ontwikkeling;
  • Diplomatieke vaardigheden;

 

Korte typering van een topcaoch: (zie ook Meyers-Briggs Type Indicator en publicaties van Peter Murphy)

Analytisch, autonoom, georganiseerd, gesloten karakter, compleet, krachtig, onafhankelijk, origineel, systeem-gedreven, theoretisch, vastberaden en visionair.

 

Een coach moeten leren, studeren, onderwijzen, luisteren, observeren, analyseren, denken, evalueren, veranderen, stimuleren, inspireren en héél hard werken!

Nu zal ik ingaan op de evaluatie.

(De topsportcoördinator van de JBN verzuchtte  via LinkedIn dat er vanaf “de zijlijn” wel weer kritiek zou komen. Hij suggereert dat allen aan de zijlijn niet deskundig zijn, daarmee zichzelf kwalificerend en de zijlijn per definitie diskwalificerend.

Zou het misschien toch zo zijn, dat er deskundigen zijn, die zichtbaar hun sporen hebben verdiend, die constructieve feedback zouden kunnen geven? Waarom wordt er in de topsportsectie van de JBN geen gebruik gemaakt van deskundigen met kennis, ervaring en internationale resultaten?)

 

In het onderdeel Achtergrond staat: “we bouwen aan een succesvol NTC waarin topsporters zichzelf continu verbeteren met als resultaat het behalen van gouden medailles”.

Het woord topsporters wordt hier gebruikt, het bewijs van het feit dat dit document niet geschreven is door een judoka (desgewenst kan het document ook gebruikt worden voor andere belangengroepen); en er wordt geschreven over zichzelf verbeteren.

Nu moet ik uit de school klappen; regelmatig hoor ik, dat er vooraf aan de zeer geringe techniektrainingen op Papendal door de coach wordt gezegd: “je mag doen wat jezelf wil”, anders gezegd: “zoek het zelf maar uit, want ik zou niet weten wat ik zou moeten doen en hoe ik het zou moeten leiden of begeleiden” ”Je mag ook krachttraining gaan doen”, (‘dan worden mijn tekortkomingen tenminste ook niet zichtbaar’!)

Gaat de techniektraining, op aandringen van de judoka dan toch door, dan maken diezelfde coaches, die absoluut niet aan de genoemde selectiecriteria voldoen, de opmerkingen dat in Nederland uchi komi geheel anders moet dan bijvoorbeeld in Japan en Frankrijk gebruikelijk is…..(negen gouden medailles in Tokio voor Japan, zeven gouden medailles voor een jong Japans team onlangs in Parijs en veertien medailles voor Frankrijk met ook veel jonge judoka! Heeft men in die landen en in al die andere landen met goede tot zeer goede resultaten ook een eigen uchi komi uitgevonden, dat lijkt op bietentrekken in West Brabant?)

Vervolgens de tekst in de evaluatie “waarin topsporters zichzelf continu verbeteren”; juist ja, zichzelf continu verbeteren, omdat er coaches zijn die het kennelijk niet kunnen! (Zie ‘selectiecriteria nationale coaches’).

 

En er worden gouden medailles verwacht; enige bescheidenheid is nu wel gepast, want het behalen van gouden medailles vanuit een achterstandsituatie van minimaal vier jaar is hoog gegrepen. Eerst maar eens gericht zijn op het behalen van medailles!

Dat er ondermaats is gepresteerd op de Olympische Spelen is een understatement gezien vanuit het budget en de technische begeleiding van judoka. Volop budget, echter op Papendal is er nauwelijks technische begeleiding en de clubs is alle zin ontnomen om de strikt noodzakelijke bijdrage te leveren.

 

Voor wat betreft de opleiding van coaches vraag ik me af wat daar gebeurt; grof gezegd lijkt het mij (gezien vanaf de gediskwalificeerde zijlijn) dat ‘tikkertje en haasje over’ en allerlei pedagogische en agogische aspecten ver de boventoon voeren boven het aanleren van techniek, het leren van randori en het begeleiden van randori (randori vooral op basis van techniek, bewegingsrichting enz.)!

Let wel: judo met techniek als basis voor randori kan ook een uitstekend pedagogisch spel zijn!

Andere bezorgde ‘zijlijn bewandelaars’ zijn op initiatief van en met Robbert van der Geest al begonnen met een uitstekend initiatief om ‘echt’ randori te organiseren en te ontwikkelen. Maar….als dit geen ‘aansluiting vindt en vervolg krijgt op Papendal’ dan is het als water naar de zee dragen.

 

Het zou schorten aan mentale vaardigheden en de coaching daarvan. (Lees eerst: “In het diepste van de ziel is niets te zien” van Jeffrey Wijnberg). Als men in alle opzichten goed getraind is, dan is men mentaal sterk; daar kan de coach mee beginnen. En wat te denken van het voorkomen van mentale problemen, onder andere door juiste technische, fysieke en mentale belasting in de verschillende ontwikkelingsfasen in Judo.

Er zou onvoldoende samenwerking zijn tussen de coaches.

Met Theo Meijer als technisch directeur, Maarten Arens als hoofdcoach heren en Michal Bazinsky als hoofdcoach dames moet die samenwerking tot stand kunnen worden gebracht; men moet wel een gemeenschappelijk doel hebben en daar allen taakgericht aan werken. En….. de opdracht om je als coach steeds weer te verbeteren ligt besloten in de eerder genoemde competenties.

En bestuur van de JBN, Theo Meijer moet gevraagd worden, dan heeft u ook geen K+V nodig om iemand te werven met de tekst “kennis en ervaring in Judo is niet nodig”. (Als je dit leest als zijlijnbewandelaar dan vlieg je toch door de ruiten….)

In uw positie, bestuur van de JBN, moet u iemand nederig vragen om deze schier onmogelijke taak te gaan vervullen en niet hoog van de toren blazen, want van het gistende en zuigende moeras moet weer een stevig fundament gemaakt worden met een vruchtbare grond voor optimale ontwikkeling! En als Theo het niet doet dan zijn er nog een paar kandidaten uit eigen gelederen, want DE JUDO BOND NEDERLAND MOET GERUND WORDEN DOOR JUDOKA met Jessica Gal als voorzitter (intelligent, creatief en technisch)!

 

Het woord comfortzone is momenteel mateloos populair, kijk naar de praatprogramma’s op de TV; iedereen komt uit zijn/haar comfortzone of wil er niet uitkomen. Zelf moet ik dan meteen denken aan een ouwe slechte zangeres die nergens spijt van heeft gehad en telkens weer een hemel schreiende metamorfose doormaakt in dan weer een nieuw programma verschijnt…..

Misschien wordt hier met comfortzone bedoeld, dat judoka zich voortdurend ongemakkelijk voelen; welnu een aantal judoka voelen zich op Papendal ongemakkelijk!

 

En nu een eerste, slechts zeer globale, constructieve feedback.

Het NL judo is voor 70% gericht op kracht en uithoudingsvermogen (algemeen en, naar ik hoop, ook specifiek) en voor 30% op techniek (en het laatste percentage is door mij sterk naar boven afgerond).

Door gericht te zijn op 70% kracht en uithoudingsvermogen wordt het Judo ook voor 70% dwars door de weerstand heen; dwars door de weerstand heen maakt hoekig, bonkig en zelfs afstotelijk, letterlijk en figuurlijk!

Citaat van de voortreffelijke kampioen en coach Peter Snijders: “als je door de deur naar binnen wilt gaan, gebruik dan de klink van de deur en ga niet langs de scharnieren”. Met andere woorden, ‘gebruik techniek en vindt de klink van de deur’. Dus niet blind op de deur afstormen en er dwars doorheen willen, maar nauwkeurig kijken waar de klink zich bevindt en hoe deze te hanteren (want er zijn veel verschillende sloten op deuren). Techniek, creativiteit en intelligentie!

Judoka moeten kunnen beschikken over automatismen, technische reflexen, waardoor aanval en  verdediging ‘economisch’ wordt; geconditioneerde bewegingen. Dat betekent dat bewegingen en ook automatismen als het ware ‘ingeslepen’ moeten worden en harmonische uchi komi, yaku  soku geiko en nage komi zijn de uitstekende middelen.

Voorbeelden: als men beschikt over het automatisme om uchi mata te kunnen beantwoorden met uchi mata gaeshi, als men o soto gari automatisch kan beantwoorden met o soto gari gaeshi, als men o uchi gari automatisch kan beantwoorden men o uchi gari gaeshi, als men tai otoshi meteen zonder nadenken kan beantwoorden met ko soto gake, enzovoorts, wat betekent dat dan voor het cybernetisch vermogen van de judoka, wat betekent dat dan wel niet voor de mentale rust gedurende de wedstrijd; men kan onder andere nog meer geconcentreerd zijn op de eigen aanvalspatronen en op het handhaven of aanpassen van het eigen strijdplan.

Eigen aanvalspatronen die natuurlijk ook volledig eigen gemaakt moeten worden; meerdere aanvalspatronen zelfs, waardoor de judoka gedurende de wedstrijd zelf kan variëren en verbinden.

Voorbeelden: ko uchi gari verbinden  met uchi mata, ko uchi gari verbinden met o soto gari, o uch gari verbinden met o soto gari, o uchi gari verbinden met tai otoshi of seoi nage, enzovoorts, enzovoorts.

In de topsportfase moet de judoka kunnen beschikken over de eigen specifieke automatismen en natuurlijk moet in die fase steeds specifieker en individueel getraind worden.

Bovenstaande betekent, dat 70% kracht en uithoudingvermogen en 30% Judo training moeten veranderen in 70% Judo, techniek/randori, en maximaal 30% kracht en uithoudingsvermogen (algemeen en specifiek).

De genoemde percentages zijn de percentages van senioren op topniveau; voor de verschillende ontwikkelingsfasen in Judo gelden andere percentages, aangepast aan de specifieke ontwikkelingsfase; de verschillende ontwikkelingsfasen in Judo zijn door mij omschreven (en op aanvraag beschikbaar).

Ook het technische programma alsmede de bijbehorende (specifieke) conditionering op basis van techniek is door mij omschreven (en op aanvraag beschikbaar).

 

Ineens zie ik dat de zijlijn al bedekt is met ruim 2200 woorden! Voor een zijlijnbewandelaar, voor Nederlandse begrippen en acceptatie, waarschijnlijk al veel te veel. Echter, vanaf de zijlijn mocht ik, op uitnodiging, in een groot aantal landen ‘wat roepen’; in april 2021 nog op het Olympisch Congres voor coaches van het NOC van Uzbekistan! Met dit artikel heb ik de vrijheid genomen om ‘wat te roepen’ in de richting van het Nederlandse Judo speelveld.

 

 

In een van mijn eerdere artikelen schreef ik dat het de laatste zou zijn.

Aanvaard alstublieft mijn verontschuldigingen; mijn liefde voor Judo dwong mij ertoe om dit artikel (en het vorige “2032”) te schrijven en te publiceren, want…….

 

 

 

“Als wijsheid komt als het te laat is,

dan is wijsheid nutteloos”

 

 

 

211031

Willem Visser

vanaf de zijlijn en in balans

Fotoalbum NK Judo Jeugd -15 30 oktober te Leek

Een compleet fotoalbum van het NK-judo jeugd in Leek kun je HIER vinden.

Hajime Judo Podcast – Seizoen 2 aflevering 2, Post Olympische Juul Franssen

De tweede aflevering van seizoen twee van de Hajime Judo Podcast staat volledig in het teken van Juul Franssen. André van Meerkerk had begin november een gesprek met haar en blikt met Juul terug op een bewogen tijd. Juul is zeer openhartig en neemt je mee in het leven van een topsporter die vecht voor haar route naar succes. 

Ze vertelt over haar meer dan hobbelige weg naar Tokyo en haar gevoel bij de vijfde plaats op de Spelen, haar twijfels over doorgaan en  wie haar mogelijk nieuwe trainer wordt, haar gevecht met de JBN tijdens de centralisering, haar privé leven, de invulling van haar leven nu. Genoeg om eens goed te gaan zitten.

Deze tweede podcast van  seizoen twee duurt ongeveer 55  minuten. Veel luister plezier.

De Hajime Judo Podcast is te beluisteren via alle grote podcast platforms, maar ook via http://hajimejudopodcast.nl
 
Berichten of reactie via bovenstaande sociale media of mail naar andrevanmeerkerk@gmail.com

JUDO-RANDORI COMPETITIE Nieuw platform wil judosport nieuw leven in blazen.

Persbericht

JUDOSPORT

 

JUDO-RANDORI COMPETITIE

Nieuw platform wil judosport nieuw leven in blazen.

De overwinning van Anton Geesink in Tokyo 1964 zorgde er voor dat Judo zich kon ontwikkelen tot een Olympische sport. Wanneer Geesink in Tokyo niet had gewonnen was de kans groot dat het IOC had besloten dat judo toch vooral een Japanse aangelegenheid was en daardoor voor een Olympische status niet in aanmerking kwam.

Nederland heeft sindsdien altijd op het hoogste judo niveau gepresteerd. Getalenteerde judoka’s bereikten de nationale en internationale top vooral dankzij een uitgebreid netwerk van sportscholen en verenigingen. Anno 2021 is de judosport in Nederland echter danig op zijn retour. Kickboksen, MMA, Krav Maga, BJJ etc. hebben Judo als populaire vechtsport inmiddels voorbij gestreefd.

Judo geniet in Nederland tegenwoordig vooral een status van pedagogische activiteit waardoor de doorstroming van talent stagneert.

Judo is een spel van balansverstoring met als doel de tegenstander met een judotechniek te overmeesteren. Judo is een beschaafde vechtsport waarbij judoka’s elkaar bevechten zonder elkaar met opzet te beschadigen. Voor beginnende en recreatieve judoka’s is het meedoen aan een judowedstrijd meestal echter niet zo leuk.

Wie pech heeft wordt een paar keer tegen de mat gezwiept en kan na enkele minuten weer naar huis. Een judowedstrijd levert daardoor doorgaans weinig sportplezier en weinig sportervaring op.

Om clubs en vooral judoleraren weer enthousiast te maken voor wedstijdjudo, is er nu een internet platform www.judo-randori-competitie.nl dat een andere opzet van wedstrijdorganisatie voor de judosport introduceert en dit d.m.v. een Competitie Tool wil faciliteren. Het platform is voorlopig gratis te gebruiken.

www.judo-randori-competitie.nl

 

Judo Magazine BV

7 oktober 2021

Willem Visser: “2032”

In 1992 werden er op de Olympische Spelen in Barcelona door Nederland (JBN) twee bronzen medailles behaald (Irene de Kok en Theo Meijer); budget voor dames en heren €200.000 per jaar.

In 1996 werden er op de Olympische Spelen in Atlanta door Nederland (JBN) twee bronzen medailles behaald; budget voor dames en heren €300.000 per jaar.

(Van beider budgetten reisden ook de nationale juniorenteams de wereld rond en zij, dames en heren, behaalden vele medailles.)

In 2021 werd er op de Olympische Spelen in Tokio door Nederland één bronzen medaille behaald; budget voor dames en heren €8.500.000! Gelukkig was daar Sanne van Dijke die de eer van Nederland nog enigszins heeft gered.

 

Judo NL presteerde slecht en de topsportcoördinator van de JBN haastte zich om te schrijven ‘dat de kritiek, vooral van hen die aan de zijlijn stonden, wel weer los zou barsten’.

Echter, door velen werd vooraf al gesteld, dat het met het beleid van de JBN niet goed gaat. Het beleid bij andere sportbonden is veel beter en dat resulteerde in geweldige successen!

Eindverantwoordelijk voor de resultaten van de judoka is de leiding van de JBN, de leiding  van de JBN is verantwoordelijk voor de effectiviteit van de organisatie en de technische verantwoordelijkheid delegeren zij aan een technische staf; de gehele technische staf is dus medeverantwoordelijk voor de effectiviteit van de topsportsectie!

De verantwoordelijkheid kan niet bij de judoka worden gelegd en zeker niet als zij, vaak ongewild, in een keurslijf worden gepropt. (Systemen en structuren zijn er om mensen te dienen en niet essentieel maar zijn slechts hulpmiddelen.)

In zijn ‘ vluchtschrift’ via LinkedIn ‘brabbelde’ de topsportcoördinator van de JBN ook nog iets in de trant van ‘evalueren’. Het is absoluut niet wenselijk, dat de leiding (bestuur en topsport-staf) zichzelf gaat evalueren, dat kan beter overgelaten worden aan professionele mensen uit ‘de zijlijn’.

 

Met evalueren zal ik me in dit artikel niet bezig houden, echter in die evaluatie moet zeker het onderstaande worden meegenomen:

  • Japan behaalde negen (9!) van de 14 gouden medailles met een voorbereiding die bestond uit minimaal 70% judotraining (techniektraining en randori) en maximaal 30% training van uithoudingsvermogen (algemeen en specifiek) en kracht (algemeen en specifiek)
  • In een dankwoord aan de sponsor van krachttrainingsapparatuur bedankte een judoka, deelnemer in Tokio, de sponsor met de uitspraak dat krachttraining de basis van Judo vormt……
  • In 1996 behaalden twee judoka, Jenny Gal en Mark Huizinga, een bronzen medaille; zij waren toonbeelden van techniek en intelligentie. Mark Huizinga werd in 2000 Olympisch Kampioen.

 

Een logische gevolgtrekking is, dat het Nederlandse Judo aan een ‘hevige’ hervorming toe is; tenminste 70% judotraining (techniektraining en randori) en maximaal 30% training van uithoudingsvermogen en kracht met als basis intelligentie!

Onlangs volgde ik een klein gedeelte van een online seminar van de JBN. Judocoach Gé van den Elshout vertelde in zijn betoog, dat hij aandachtig gekeken had naar het Nederlands Kampioenschap Judo onder 18 jaar; Gé van den Elshout was ontstelt over het technisch niveau, “schrikbarend”.

Een paar ‘oude’ deskundigen, die hun sporen in het Nederlandse Judo hebben verdiend, liepen zelfs het gehele Pieterpad (vanwege hun vergevorderde leeftijd in delen) om te filosoferen en van gedachten te wisselen over hoe het Nederlandse Judo van de ondergang gered kan worden. ‘Een bedevaart om het Nederlandse Judo te redden…!’

 

Misschien kan ik, zonder de evaluatie af te wachten, als “persona non grata van de JBN” en als iemand “die nooit meer mag terugkeren in het Nederlandse Judo”, een eerste stap zetten op het (Pieter)pad naar herstel.

 

Dit artikel heb ik als titel 2032 gegeven, omdat het Nederlandse Judo zich daarop moet richten. Een lange termijn visie met een aantal mogelijke tussendoelen voor de korte termijn (2024 en 2028), waarbij men zich moet realiseren dat lange termijn en korte termijn dezelfde startdatum en een andere einddatum hebben!

 

Men kan zes periodes onderscheiden in de Olympische voorbereiding:

  1. Superlange periode, te beginnen op de leeftijd tussen 8 en 10 jaar;
  2. Lange periode van voorbereiding, te beginnen op de leeftijd van 11 en 12 jaar;
  3. Midden lange periode van voorbereiding, te beginnen op de leeftijd van 14 jaar;
  4. Korte periode van voorbereiding, te beginnen op de leeftijd van 17 jaar;
  5. Ultra korte periode van voorbereiding, te beginnen op de leeftijd van 20 jaar;
  6. Laatste periode van voorbereiding, te beginnen één jaar voor de Olympische Spelen en uitlopend in een specifieke voorbereiding.

 

Iedere voorbereidende periode bestaat uit technische, fysieke en mentale aspecten; deze zijn volledig gericht op de fase waarin de judoka zich bevindt.

(Let wel, altijd is het technische, fysieke en mentale programma volledig in overeenstemming met de leeftijdsfase.)

Voor iedere periode kan nauwkeurig omschreven worden wat de inhoud van de training is op het gebied van techniek, uithoudingsvermogen en kracht. Uiteraard kunnen ook de mentale aspecten in de verschillende ontwikkelingsperioden nader omschreven worden.

 

Het ideaalbeeld zal zijn, als men landelijk in de clubs met de groep 8 tot 10 jarigen en met de groep van 11 en 12 jaar kan beginnen, om deze groep vervolgens door alle periodes heen op te leiden en te begeleiden. In feite zal het optimaal zijn als coaches met deze leeftijdsgroep starten met de voorbereiding op de Olympische Spelen 2032.

De coaches zullen perfect opgeleid moeten zijn, waarbij kennis en kunde van techniek de essentie moet zijn. (Het voert nu te ver om hier de inhoud van de opleiding en de competenties van professionele coaches te vernoemen; het ligt klaar!)

Als het gaat om de voorbereiding van 2024 dan zullen judoka vanaf de leeftijd van 20 jaar daarvoor in aanmerking kunnen komen.

Als het gaat om de voorbereiding voor 2028 dan zullen judoka vanaf 17 jaar daarvoor in aanmerking kunnen komen.

(Let wel; in deze structuur worden leeftijden genoemd. Deze leeftijden zijn globaal gesteld en kunnen individueel verschillen.)

 

 

De leiding van de JBN, met een goede toekomstvisie, richt zich op alle genoemde periodes, vooral ook op de Olympische Spelen van 2032!

 

De verwezenlijking van het totale programma kan absoluut niet zonder de optimale medewerking van de judoclubs en de regio’s; uitstekende judoleraren en judocoaches zijn absoluut noodzakelijk, onmisbaar zelfs.

 

De huidige structuur zal enigszins bijgesteld moeten worden. Als de judoka naar Papendal gaan voor de nationale trainingen dan zullen zij al in hoge mate gevormd moeten zijn.

(Enige personele aanpassing voor Papendal is wellicht noodzakelijk….)

 

De inhoud van het programma…? Ook dat ligt klaar!

 

 

Tot slot

In de vraaggesprekken met judoka Henk Grol gaf hij aan, dat hij bepaald niet trots was op zijn resultaat. Dat siert Henk Grol; daar waar andere atleten in andere sportdisciplines bij verlies stelden, dat ze ondanks het verlies toch trots waren, deed Henk Grol dat niet!

Henk Grol toont karakter als hij simpelweg stelt, dat hij fouten heeft gemaakt en dus niet trots kan zijn op het resultaat van de Olympische Spelen 2020, gehouden in 2021.

Maar…… Henk Grol kan wel trots zijn op zijn gehele Judocarrière en op zijn enorme doorzettingsvermogen en onverzettelijkheid.

Het doorzettingsvermogen en de onverzettelijkheid van Henk Grol kan als voorbeeld dienen voor alle jonge judoka in Nederland.

 

 

 

 

210929

Willem Visser

Op weg naar het einde niet uit balans’

We gebruiken onder andere analytische cookies om ons websiteverkeer geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Meer informatie over de verwerkte gegevens kunt u lezen in onze privacystatement.

[X] Ik ga akkoord met bovengenoemde privacy verklaring