Na de OS van Londen in 2012 heeft de JBN gekozen voor een centralisatiemodel op Papendal. Dit gebeurde op initiatief van NOC*NSF. De beste sporters met de beste trainers en de beste faciliteiten zouden tot de beste resultaten moeten gaan leiden. Vanuit de judowereld was hier veel verzet tegen omdat de JBN daarmee haar ziel aan het NOC zou verkopen en het Papendal model niet zou aansluiten bij de bestaande clubstructuur. Judo is een vechtsport en moet het vooral hebben van veel onderlinge concurrentie. De OS van Parijs 2024 hebben geen enkele medaille opgeleverd en daarmee is bewezen dat het Papendal model niet heeft gewerkt. Hoe nu verder?
TOPJUDO – BREEDTESPORT
Judoport is niet alleen topjudo. Topjudo zou het resultaat moeten zijn van een gezonde brede judocultuur. De JBN heeft als verantwoordelijke organisatie voor de judosport op veel terreinen helaas de regie verloren. Te veel bondsmedewerkers zijn aangesteld vanuit de baantjescarrousel van NOC*NSF. Diverse directeuren, technisch directeuren etc. Bestuursleden die verantwoordelijk waren en zijn voor deze ontwikkelingen, blijken tot op heden doof voor kritiek uit eigen gelederen.
VERLIES EIGEN ACHTERBAN
Inmiddels heeft een groep van ontevreden judoka’s zich van de JBN afgescheiden en is verder gegaan onder de naam Kodokan Judo Nederland, onder de vlag van de IMAF. De veteranencommissie heeft zichzelf opgeheven en ook de overstap naar de IMAF gemaakt. De Nationale Graden Commissie is in een diepgravend conflict beland met het JBN bestuur en is door het JBN bestuur inmiddels ontslagen.
MARKETING
Mijn initiatief voor de opzet van een Randori-Competitie is bij gebrek aan eigen ideeën schaamteloos door de JBN gekopieerd en inmiddels uitbesteed aan een commerciële partij. De JBN lijkt zich vooral te richten op marketingacties om meer leden aan te trekken die per saldo echter maar weinig opleveren. Om het in marketing termen te verwoorden: de JBN doet vooral aan ‘window dressing’, zonder echt de bestaande situatie goed te analyseren.
WEDSTRIJDJUDO
Judo is veel meer dan alleen wedstrijdjudo. Ooit begonnen als een opvoedingsmethode in Japan, is wat we tegenwoordig onder judo verstaan echter vooral de wedstrijdvorm van Randori. Judoleraren kunnen desondanks naar eigen inzichten hun judolessen inhoud geven, daar hebben zij de JBN niet direct bij nodig. Het is echter de JBN die de officiële kampioenschappen en toernooien organiseert en dat is dan ook het speelveld waar de JBN het verschil zou kunnen maken. Dit alles alleen in nauwe samenwerking met de clubs en hun vrijwilligers. Want zonder die inbreng zou de JBN helemaal geen bestaansrecht hebben.
De discussie in de JBN zou dus moeten gaan over hoe de Nederlandse jeugd te interesseren voor wedstrijdjudo? Wanneer het aantrekkelijk is voor clubs en judoka’s om aan wedstrijdjudo te doen, volgt de rest vanzelf. Dan is het namelijk leuk om bij het judo betrokken te zijn en zal als vanzelf het ledental toenemen.
CONCENSUS
Omdat judo een vechtsport is, zijn judoka’s het niet altijd snel met elkaar eens. Toch is het van belang dat er een brede consensus is over de toekomst van de JBN om welk plan dan ook een kans van slagen te geven.
CONTOUREN VAN EEN PLAN
De JBN dient wedstrijdjudo te stimuleren door bijvoorbeeld de opzet van een Randori Competitie als voorwaarde toe te voegen aan de eisen om als club het JBN Keurmerk te verkrijgen. Doel is jonge judoka’s spelplezier en succes te laten beleven bij het doen aan judowedstrijden. Van daaruit zal de volgende stap richting ‘echte judowedstrijden’ moeten worden ingevuld. Inmiddels is voor dat doel door de inzet van een werkgroep het Wedstrijdreglement Jeugdjudo gewijzigd om de deelname aan judowedstrijden aantrekkelijker te maken.
De JUDO LIGA, opgezet door Wouter Meijer van Sportcentrum Scheemda, heeft een geweldige potentie om het senioren wedstrijdjudo bij clubs te stimuleren. Ik heb Wouter geadviseerd om de baas te blijven over zijn eigen concept omdat de JBN een onbetrouwbare partner is gebleken wanneer het gaat om zich toe-eigenen van andermans initiatieven.
Voor het topjudo zal het centraal trainen o.l.v. van een trainer met kennis, kunde, ervaring en uitstraling essentieel blijven. Maar hoe dat dient te worden georganiseerd zal door de kenners en direct betrokkenen moeten worden ingevuld. Het NOC*NSF mag daarbij ondersteunen maar vooral niet alles bepalen.
WAT IS JUDO-SPORT?
Judo-sport is primair een spel van balansverstoring om de tegenstander op de mat te werpen. De aantrekkelijkheid van judo-sport zit hem in de tegenstander op het juiste moment, met de juiste techniek onderuit te halen. Daarbij bestaat echter een zorgplicht om te voorkomen dat de tegenstander zich blesseert. Dit maakt judo-sport tot een unieke en beschaafde vechtsport. De meerwaarde van judo zit in het judo zelf. Daar hoeft verder niets aan toegevoegd te worden.
Judoleraren dienen primair het judospel aan te leren. Ook dan blijft er nog genoeg ruimte over om desgewenst de pedagogische elementen van judo te accenturen. Zolang de basis maar het beleven van het judospel zelf is en niet het doen van allerlei spelletjes. Niet iedereen hoeft judo leuk te vinden. Maar er zijn duizenden kinderen in Nederland die dat wel vinden en er aanleg voor hebben. Heel veel van die kinderen krijgen helaas niet de kans om zich te ontwikkelen tot goede judoka’s omdat dit niet op de juiste wijze wordt gestimuleerd en gefaciliteerd.
Judo is gewoon te leren zoals elke andere sport. Niet iedereen kan echter kampioen worden. Voor clubs die zich nog inzetten voor wedstrijdjudo wordt het ‘kampioen worden’ helaas te vroeg in de ontwikkeling belangrijk gemaakt. Met als resultaat vaak zeer atletische en sterke jongens en meisjes maar met vaak een povere technische vaardigheid. Ook internationaal schaadt dit het aanzien van het topjudo. Nog steeds zijn er internationaal geweldige judoka’s te bewonderen maar vaak gaat het ook om een fysieke slijtageslag waar helaas weinig judo te genieten valt. De gemiddelde sportliefhebber is ondertussen allang afgehaakt.
De IJF heeft de opdracht om de judoregels zo te verbeteren dat negatief judo zo veel mogelijk wordt uitgebannen. Helaas is dat niet eenvoudig, dit laat echter onverlet dat de JBN vanuit een eigen visie de judosport dient te behartigen en de beoefening ervan dient te stimuleren.
Mijn voorstel zou zijn met een schoon vel papier te beginnen en bovenaan schrijven:
WAAROM IS DE JBN OPGERICHT?
Antwoord zal dan zijn: Om de beoefening van judo in Nederland te stimuleren.
Daarna volgt de vraag wat judo dan is?
Judo kent vele aspecten die allemaal zeer interessant zijn en aandacht verdienen. Al deze aspecten zijn prima in handen bij individuele experts die binnen JBN commissies hun kennis en kunde kunnen uitdragen. Judo-sport, de wedstrijd variant van randori, is wat het grote publiek echter met judo associeert. En dát is de kern van onze activiteit. Wanneer er geen grote groep van wedstrijdjudoka’s is in de leeftijd van 14 tot 30 jaar zijn er op termijn ook geen geïnteresseerde kata-enthousiastelingen, scheidsrechters, judoleraren, bestuursleden etc.
De judosport dient zich te herijken en een visie te ontwikkelen op de lange termijn. Het korte termijn beleid van de JBN van pak weg de afgelopen 25 jaar heeft voor de groei van onze sport vrijwel niets opgeleverd. Een discussie daarover is in diezelfde periode ook niet gevoerd, althans niet bij mijn weten.
De JBN zal haar taak als belangbehartiger van de judosport daarom opnieuw moeten invullen.
Alleen met marketingacties gaat dat nooit lukken.
24 november 2024
Robbert van der Geest
Wie is Robbert van der Geest?
Niet iedereen zal direct weten wie Robbert van der Geest is. Een korte introductie:
Robbert van der Geest: Een Bouwsteen van Judo in Haarlem en Daarbuiten
Robbert van der Geest is al decennialang een drijvende kracht achter de ontwikkeling van judo, niet alleen in Haarlem maar ook landelijk en internationaal. Zijn passie voor de sport, gecombineerd met een scherp organisatorisch en analytisch inzicht, heeft hem een icoon gemaakt in de judowereld.
Innovator en Inspirator
Als actief lid van de Judo Bond Nederland speelde Robbert een cruciale rol in het vormgeven van de toekomst van de sport. Hij was jarenlang uitgever van Judomagazine, waarin hij de Nederlandse judogemeenschap informeerde en inspireerde. Onder zijn leiding groeide het blad uit tot een essentieel platform voor judonieuws en -inzichten.
Zijn werk als organisator van de Europacups in Haarlem heeft wereldwijd indruk gemaakt. Deze toernooien stonden bekend om hun professionaliteit en innovatie en werden een blauwdruk voor hoe judocompetities tegenwoordig worden georganiseerd.
Lokale Held met een Brede Visie
In Haarlem creëerde Robbert met zijn judoclub een thuisbasis waar sporters van alle leeftijden en niveaus kunnen groeien. Zijn inspanningen reiken verder dan de mat: hij heeft ook programma’s opgezet voor kinderen met een beperking en draagt actief bij aan de inclusiviteit van de sport.
Een Blijvende Erfenis
Robbert van der Geest laat een onuitwisbare indruk achter. Zijn toewijding aan de judosport, zowel lokaal als internationaal, heeft niet alleen Haarlem op de kaart gezet, maar ook bijgedragen aan de wereldwijde professionalisering van judo. Hij is een ware ambassadeur van de sport en een inspiratiebron voor iedereen die betrokken is bij judo.
KRIJG 10% KORTING OP WWW.NIHONSPORT.NL MET DE CODE NIHONSPORTBLOG10