Nihon Sport

Vechtsportautoriteit: Gezond op gewicht

Bron: Nieuwsbrief Vechtsportautoriteit (www.vechtsportautoriteit.nl/) 29.07.2022

Gewichtsklassen worden gebruikt om wedstrijden zo eerlijk mogelijk te maken. Sporters proberen voordeel te behalen uit de tijd tussen de weging en de wedstrijd. Als ze afvallen voor de weging, krijgen ze een lichte tegenstander. Na de weging eten en drinken ze juist om aan te komen. Dan kunnen ze meer gewicht in de strijd gooien. Dit tijdelijk afvallen wordt ‘weight cutting’ genoemd.

Afvallen kan op een gezonde manier. Stel realistische doelen, neem de tijd en maak gezonde keuzes. Helaas doen veel sporters dit niet. Veel sporters proberen in te korte tijd gewicht te verliezen. Bijvoorbeeld door hun lichaam uit te drogen. Of ze gebruiken nog extremere methodes. Trucs die ze kennen van hun trainer of andere sporters. Verstand van (medische) zaken ontbreekt vaak. Het kan leiden tot forse gezondheidsschade. Er gaan zelfs mensen aan dood.

Een slechte planning en uitvoering vergroot ook de kans dat jouw partij uitvalt. Dan benadeel je jouw tegenstander en de promotor, je stelt je publiek teleur en je bezorgt je sportschool een slechte naam.

We willen sporters en hun begeleiders helpen om gezonde keuzes te maken. Gebaseerd op kennis van zaken.

Lees HIER verder

Sporters met een bitje halveren kans op mondschade

De kans op mondschade is minstens twee keer zo klein bij sporters die een bitje dragen. Dat blijkt uit een grote overzichtsstudie naar de effecten van gebitsbeschermers op mondblessures bij sporters.

Het idee dat een bitje gebitsschade zou voorkomen is niks nieuws. Sinds 2015 zijn hockeyers in Nederland zelfs verplicht om een bitje te dragen tijdens wedstrijden. Ook in andere contactsporten, zoals handbal, neemt het gebruik van deze mondbeschermer toe. Toch twijfelen mensen of een bitje in sommige gevallen niet juist meer schade veróórzaakt dan voorkómt. Bij een harde bal of tik zou een bitje de kracht verdelen over het hele gebit, waardoor uiteindelijk meer tanden zouden beschadigen. Veel onderzoekers keken daarom de afgelopen jaren of het aantal mondblessures vermindert door het gebruik van een mondbeschermer. Een Amerikaanse onderzoeksgroep vond het nu hoog tijd om alle studies hiernaar over de periode 1956 – 2018 op een rij te zetten.

Lees HIER verder

Middagdutje maakt vechtsporters alerter

Karateka’s presteren beter als ze na de lunch een half uurtje slapen. Na een middagdutje konden de sporters sneller reageren en maakten ze minder fouten. Bij slaapgebrek compenseerde het middagdutje de prestatie-achteruitgang.

Het is niet zo gek dat deze sporters baat hebben bij een middagdutje. Gezien de mentale en fysieke inspanning die bij karate komt kijken en het feit dat karateka’s dikwijls meerdere wedstrijden op één dag moeten vechten, hebben ze vaak last van vermoeidheid. Een korte nacht bleek in dit onderzoek funest voor de prestaties van karateka’s. Het vertraagde hun reactietijd met vijf procent en kortte hun uithoudingsvermogen met maar liefst twaalf procent. In een snelle en intensieve vechtsport kan dit voor een flinke prestatie-achteruitgang zorgen.

Lees HIER verder

Aikido voor kinderen: krijgskunst voor weerbaarheid

Aikido. Het klinkt Japans en dat is het ook. Het is geen vechtsport, maar een heuse krijgskunst. Een sport die er vooral op gericht is om jezelf te leren verdedigen. Het is alleen geen cursus zelfverdediging.

Als we op een zaterdagochtend de Waraku dojo van Aikido Dordrecht binnenstappen, zien we heel veel kindjes aikido beoefenen. Aikido zorgt ervoor dat je weerbaarder wordt. Zowel mentaal als fysiek.

Aikido

‘Waar je bij judo veel kinderen ziet die baat hebben bij wat extra weerbaarheid, laten ook veel ouders hun kinderen kennismaken met aikido. Bij aikido zit namelijk geen wedstrijdelement. En juist dat wedstrijdelement, wat je bijvoorbeeld bij judo wel hebt, kan kinderen onzeker maken. Bij aikido zie je ook de wat verlegen kinderen groeien in hun zelfvertrouwen.’ We zijn in gesprek met Lijnie van Aikido Dordrecht.

Lees HIER verder

Gewicht maken

Gastblog door Leo Verhoeven

Wat een ellende binnen de vechtsporten om maar steeds gewicht te moet maken. De sporters willen in een zo´n licht mogelijke gewichtsklasse uitkomen om meer kans te hebben om te winnen. In een lichtere gewichtsklasse heb je minder weerstand denken ze en dus meer kans om te winnen.  Dat afvallen moet dan meestal in de week voor aanvang van de wedstrijd gebeuren. Een lichtgewicht die in de laatste week voor de wedstrijd nog 5 ȧ 6 kg moet afvallen is geen uitzondering. Vechtsporters nemen bewust het risico en maken gebruik van ongezond afvalgedrag. Coaches laten dat gebeuren en hen ontbreekt de juiste kennis van het verantwoord afvallen.

Hoe moet het dan?

Iedere logisch denkende coach zal zijn pupil adviseren om gebruik te maken van een methode om geleidelijk aan gewicht te maken in plaats van een manier waarbij de laatste paar dagen voor de wedstrijd nog vele kilo’s moeten worden afgevallen door minder of niet te eten.  Als vechtsporters circa een week voor  de wedstrijd nog gewicht moeten maken, kan een weloverwogen keuze gemaakt worden om daarbij niet meer dan 1,5 tot 2 procent  van het lichaamsgewicht aan vocht kwijt te raken, omdat uitdroging van meer dan 1,5 tot 2 procent de sportprestatie en de gezondheid negatief zal beïnvloeden.

Bij jonge kinderen moet  de coach en de ouders er op letten dat het kind voldoende eet  en tijdig doorgroeit naar een hogere gewichtsklasse. Kinderen van 12 tot 18 jaar zouden niet meer dan 1,5 procent boven hun wedstrijdgewicht moeten zijn. Als het meer is dan is de consequentie dat er in een hogere gewichtsklasse moet worden uitgekomen.

Bij meisjes die aan topsport doen is het bekend dat hun menstruatie later kan plaats vinden. Voor hen is het ook van belang dat hun voedingspatroon zodanig is dat er geen menstruatiestoornissen optreden.

Bij mannelijke gewichtsklassensporters mag het vetpercentage niet minder zijn dan 5% en bij vrouwelijke gewichtsklassensporters niet lager dan 12%. Ik zeg er wel bij als dit haalbaar is. Bij zulke vetpercentages ben je zo slap als een vaatdoek en sla je nog geen deuk in een pakje boter. Ook ben je extra vatbaar voor ziektes. Zonder lichaamsvet overleven we het niet.

Als je echt aan topsport doet dan moet je je ook laten begeleiden door iemand met verstand van zaken in deze, zoals een sportdiëtist of voedingsdeskundige, die zijn of haar sporen in de vechtsporten heeft verdiend. Hij of zij kan adviseren welke gewichtsklasse het beste bij de vechtsporter past door het meten van de lichaamssamenstelling en rekening te houden met individuele factoren.

Het is van belang dat de lichaamssamenstelling en het vochtgehalte door middel van duidelijk vastgestelde gelijke herhaalbare procedures wordt gemeten.  Het meten en wegen moet geen obsessie worden voor de vechtsporter. Het moet wel leuk blijven voor de sporter en omgeving. Soms is de impact van het gewicht maken zo groot dat dit het einde van de topsport carrière is, zonder serieus te hebben overwogen om in een zwaardere gewichtsklasse uit te gaan komen. De stijl en het fysieke vermogen kan beter aansluiten bij die van een hogere gewichtsklasse.  Vele vechtsporters betreuren dat ze niet eerder zijn overgestapt omdat ze veel beter in hun vel passen.

De tijd tussen weging en de wedstrijd kan kort maar ook een hele dag zijn en wordt optimaal benut om de negatieve invloed van snel gewicht maken te beperken. Na de weging worden zoveel mogelijk het verlies aan vocht en koolhydraten optimaal aangevuld. De manier waarop dit gebeurd is dus mede afhankelijk van de tijd tussen de weging en de wedstrijd. Tijdens oefenwedstrijden wordt de te gebruiken methode uitgeprobeerd en geëvalueerd.

Eigenlijk overbodig om te zeggen maar het is van het grootste belang dat de vechtsporter zoveel mogelijk op gewicht blijft tijdens het gehele seizoen, zodat het jojo-effect  wordt voorkomen. Dus ook meten buiten de wedstrijdperiode. Meten is weten.

cid:CE9B2772-5A3A-461F-A435-16FA8693F5A2@home

Leo Verhoeven RDG
Bureau Op Eigen Kracht


Over de blogger:

Leo Verhoeven

Leo Verhoeven is een autoriteit op het gebied van weerbaarheid en het omgaan met agressie. Als officier van dienst bij de politie werkte Leo dagelijks met de organisatorische, juridische en mentale kanten van agressie. Inmiddels verzorgd hij al jaren verschillende trainingen omgaan met agressie voor doelgroepen als BOA’s, handhavers, BIT, BOT, verschillende agressieteams, toezichthouders, medewerkers sociale zaken, docenten, horecaportiers en kwetsbare vrouwengroepen. Hij ontwikkelde mede de A.Z. toets voor de politie Nederland, leidde IBT-docenten voor de Douane, docenten R.T.G.B. en meer dan 150 con-collega’s omgaan met agressie op. 
Met twee Europees kampioenschappen jiu-jitsu, een 6e dan in judo en een 6e dan in jiu-jitsu op zijn naam, doceert Leo onder andere aan het C.I.O.S te Sittard en aan de Politieacademie. Zo leidt hij toekomstige docenten op om te werken bij defensie, politie en in de sportsector.
Gebaseerd op zijn jarenlange praktijkervaring richtte Leo ruim 15 jaar geleden bureau Op Eigen Kracht (
http://www.opeigenkracht.nl/) op en schreef hij het boek “Op Eigen Kracht”. Het boek is een leidraad voor weerbaarheid- en zelfverdedigingcursussen voor vrouwen. Voor het C.I.O.S. ontwikkelde Leo met succes de opleiding instructor Gevaarsbeheersing. Deze erkende en populaire opleiding trekt al jaren cursisten uit binnen -en buitenland

Linkedin profiel Leo Verhoeven

Vechtsport kan op lange termijn focus en alertheid verbeteren

Olympisch bokser Max van der Pas

Vechtsporten vereisen een goed niveau van fysieke kracht, maar degenen die training volgen, moeten ook ongelofelijk veel mentale scherpte ontwikkelen. Maakt dat vechtsporters uiteindelijk ook meer alert dan andere (niet-)sporters?

Niet spierkracht, maar mentale kracht is de basis voor de stootkracht van mensen die de vechtkunst beoefenen, zo hebben onderzoekers vastgesteld. De sterkere stootkracht van karate-experts bijvoorbeeld, heeft haar oorsprong in een betere controle van spierbeweging in de hersenen. Andere studies hebben ook aangetoond dat kinderen die taekwondo beoefenen, verbeterden in scores voor wiskundetests en gedrag.

Lees HIER verder.

Boxercise helpt de bokssport te vernieuwen

 

De Nederlandse Boksbond timmert aan de weg met een nieuw concept. ‘Boxercise’ is een methode om verantwoord, intensief, veilig, leuk en supereffectief te werken aan ‘boxing skills’, ook buiten de traditionele boksvereniging. Is Boxercise het antwoord waarmee de bond boksen laagdrempelig maakt en maatschappelijke betekenis en een positief imago geeft?

 

Vechtsport wordt steeds populairder. Jongeren, werknemers aan de Zuidas van Amsterdam en jonge vrouwen worden aangetrokken door boksen als work-out in de gym, als extraatje in het fitnesscentrum of als warming up of cardiotraining naast het hockeyen. Bij Box & Joy in Utrecht wordt boksen gecombineerd met bijvoorbeeld yoga of meditatie. Vorig jaar verscheen bij het Mulier Instituut een rapportage over cijfers in de Vechtsport (Elling, Schootenmeyer & van der Dool, 2017).

 

Vechtsport is populair

 

In Amsterdam blijkt de populariteit van vechtsporten (uitgezonderd judo) bijvoorbeeld hoog bij kinderen van zes tot elf jaar. Vechtsporten zijn onder alle etnische groepen populair, maar vooral onder jongens en mannen van niet-westerse herkomst. Bij Amsterdamse jongeren onder de achttien jaar staan vechtsporten – inclusief judo – op de derde plaats na voetbal en zwemmen. Ook bij sporters met een Surinaamse, Antilliaanse, Turkse of Marokkaanse achtergrond staan vechtsporten in de top vijf van favoriete sporten (zie Selten, Greven & Bosveld, 2013).

 

Lees HIER verder

 

Weerbaarheid versus vechtsport

 

 

Eind jaren negentig mocht ik geen opleiding MKP (Marietje Kessels Project) volgen, omdat ik geen vechtsport had gedaan.

 

Ik vond het een beetje een rare redenering. Mijn werk had zich voornamelijk afgespeeld in internaten waar zogenaamde moeilijke opvoedbare kinderen woonden. En ja, midden jaren zeventig had ik al een werkstuk geschreven over agressie in de hulpverlening. Daar werd op de sociale academie een beetje lacherig over gedaan, als je pedagogiek gestudeerd hebt, word je niet bedreigd met een vlindermes of kapotte bierfles. Een collega met vechtsportachtergrond zei op een bepaald moment: ‘Als je nooit bedreigd bent, weet je niet hoe je zult reageren’. Waarop mijn vraag was: ‘Ben jij ooit bedreigd?’ Daarop moest hij het antwoord schuldig blijven, maar ik wist dat hij degene was die het conflict opzocht. Daarop vroeg ik aan groep 8 basisschool: ‘Ik heb ergens gewerkt waar ik veel agressie tegen kwam, van ouders en van kinderen. Vechtsport was niet aan de orde bij het personeel. Wat hadden mijn collega’s wel in huis, zodat ze met de beschadigde kinderen konden werken’. ‘ZELFVERTROUWEN’ was het antwoord van een van de jongens. Toen wist ik, dat vechtsport niets met weerbaarheid te maken heeft. Je kunt er wel weerbaar van worden, maar dat heeft alles te maken met degene die jou dit leert. Van iedere sport kun je weerbaar worden, dat heeft met degene te maken die jou coacht.

 

In 1996 werd judoleraar Ooms aangeklaagd door 3 topjudoka’s: Staps, Van der Lee en De Kok vanwege misbruik. Dat voorbeeld heb ik vaak gebruikt op ouderavonden om duidelijk te maken dat er iets anders nodig is, dan vechtsport alleen, om weerbaar te worden. Het antwoord van de jongen- zelfvertrouwen- is voor mij nog steeds het enige juiste antwoord.

 

Inmiddels zijn we weer een aantal jaren verder, heb ik mijn eigen boeken geschreven over weerbaarheid, zowel voor kinderen als voor ouders. Methode A, B. en D. In eerste instantie wilde ik het programma Methode Bertha noemen, omdat sociaal emotioneel werken vereist dat je authentiek bent.

 

 

 

 

Op verzoek van een aantal directeuren van scholen, ben ik begonnen met het traject voor erkenning van mijn methodiek bij het Nederlands Jeugd Instituut. Wat schetst mijn verbazing als de ambtenaren me fijntjes uit weten te leggen dat mijn doelgroep te groot is. Hoezo te groot? Je kunt niet voor alle kinderen een programma maken en u pretendeert dit klassikaal te doen. Mijn tegenvraag was dus: ‘Bedoelt u dat geen enkele leerkracht sociaal emotioneel een programma klassikaal kan doen?’ Het bleef even stil aan de lijn. De ambtenaar was zo vriendelijk om me te gaan helpen met het ontwikkelen. Helaas, mijn programma is klaar, daar hoeft niets meer aan ontwikkeld te worden. Niet omdat ik de wijsheid in pacht heb, maar omdat ik trainers leer om vanuit hun eigen zelfvertrouwen met het programma aan de slag te gaan. Hun eigen Methode Jantje en Marietje te draaien.

 

Nadat het Trimbos instituut had onderzocht dat klassikale interventies meer opleveren dan kleine groepen of halve klassen, heb ik weer contact gezocht met het NJI. Een nieuwe behulpzame ambtenaar gaf aan waarom andere programma’s ook niet erkend waren vanwege de vechtsporttechnieken. In mijn programma trappen kinderen namelijk tegen een kussen. Mijn vraag is dan: ‘Gaan we het voetballen afschaffen, want die trappen ook, wel tegen een bal, maar toch’. Ook handballen, want die kinderen leren om met een bal raak te gooien, evenals bij tennis, volley, hockey- die hebben zelfs een stick-, rugby, softbal, korfbal. Dan blijft atletiek over, maar ja, daar leer je hard rennen en dat kun je gebruiken als je aan het inbreken bent, een speer of discus gooien is uiteraard uit den boze.  Wat blijft over? Zwemmen? Bridge? Schaken? Volgens mij is het trappen niet de oorzaak van het slechte imago van de vechtsport. Zelfs bij de bewegingsoefeningen van omroep Max moeten er boksbewegingen worden gemaakt. Ook afschaffen?

 

Gelukkig begint het imago van de vechtsport te kantelen met dank aan o.a. Rico Verhoeven. Mensen die hun boosheid niet kunnen beteugelen, zullen altijd een probleem hebben. Kinderen die goed boos kunnen worden, vinden dit zelf meestal verschrikkelijk: onmacht, verdriet, frustratie, pijn zit eronder.

 

Maar “Kinderen leren om agressie om te zetten in moed” is een fantastische werkopdracht als je met weerbaarheid bezig bent. En volgens mij zit de wereld te wachten op moedige mensen!!

 

 

Vechtsport kan op lange termijn focus en alertheid verbeteren

 

Vechtsporten vereisen een goed niveau van fysieke kracht, maar degenen die training volgen, moeten ook ongelofelijk veel mentale scherpte ontwikkelen. Maakt dat vechtsporters uiteindelijk ook meer alert dan andere (niet-)sporters?

 

Niet spierkracht, maar mentale kracht is de basis voor de stootkracht van mensen die de vechtkunst beoefenen, zo hebben onderzoekers vastgesteld. De sterkere stootkracht van karate-experts bijvoorbeeld, heeft haar oorsprong in een betere controle van spierbeweging in de hersenen. Andere studies hebben ook aangetoond dat kinderen die taekwondo beoefenen, verbeterden in scores voor wiskundetests en gedrag.

 

Lees HIER verder

 

Je kind op vechtsport, een goed idee?

 

Veel mensen hebben hun twijfels bij de keuze voor een vechtsport op jonge leeftijd. Is dit terecht? Wat zijn de voor- en nadelen van het beoefenen van een vechtsport als kind en zijn alle soorten vechtsport voor kinderen toegankelijk?

Judo is een veelvoorkomende keuze voor kinderen, maar dit geldt minder voor vechtsporten als karate, aikido en boksen. Dit heeft waarschijnlijk deels te maken met het feit dat judo in essentie een verdedigingssport is en een andere insteek heeft dan veel van de alternatieven.

Lees HIER verder

 

We gebruiken onder andere analytische cookies om ons websiteverkeer geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Meer informatie over de verwerkte gegevens kunt u lezen in onze privacystatement.

[X] Ik ga akkoord met bovengenoemde privacy verklaring